Generatieconflict in 'gepensioneerdendemocratie'
Duitse vergrijzing splijt politiek en samenleving
Achtergrond - 8 mei 2008
Nu het Duitse pensioenstelsel is gesaneerd, komt de groeiende politieke invloed van ouderen steeds vaker ter discussie te staan. Tegenstanders van de door de regering geplande pensioenverhoging spreken van een generatieconflict.
Oud-bondspresident Roman Herzog (CDU) stond nooit bekend als iemand die een blad voor de mond neemt en dat doet hij ook nu niet. Tegenover boulevardkrant Bild voorspelde hij afgelopen maand de opkomst van een "gepensioneerdendemocratie" waarin "de ouderen de jongeren kaalplunderen". Het deed deze uitspraken naar aanleiding van het regeringsplan om de pensioenen eenmalig te verhogen.
Herzogs woorden en de storm van verontwaardiging die zij losmaakten, vormden de voorlopige climax in het politiek debat rond de pensioensverhoging, waarover de Bondsdag morgen gaat stemmen. Spraken tegenstanders tot nog toe alleen van een 'generatieconflict' bij de inkomensverdeling, Herzog doet daar een schepje bovenop door ook op de groeiende politieke invloed van ouderen te wijzen. Dat aspect is nieuw in het debat rond het al jaren geleden door deskundigen voorspelde conflict tussen jong en oud. Ondanks de felle tegenreacties ziet het er niet naar uit dat het thema snel van tafel zal zijn.
Achterhaalde demografische structuren
De discussie rond de vergrijzing wordt in Duitsland wel vaker fel gevoerd. Al in 1996 koos de universiteit van Frankfurt het destijds bij economen en politici opgang makende woord Rentnerschwemme (gepensioneerdenoverschot) in haar jaarlijkse anti-prijsvraag tot 'meest misplaatste woord van het jaar'. Dit onder veel bijval van niemand minder dan Roman Herzog, die de suggestie dat er teveel ouderen zouden zijn "onverantwoordelijke onzin" noemde.
Wel was duidelijk dat door de daling van het aantal geboortes - na invoering van de pil - het huidige, via een omslagstelsel gefinancierd staatspensioen hopeloos tekort zou schieten. Maar dit stelsel vormt juist de hoofdpeiler van de Duitse oudedagsvoorziening. De regering-Schröder nam daarom maatregelen om het op achterhaalde demografische structuren gebaseerde pensioensysteem te saneren.
Niet alleen is het niveau van het staatspensioen sinds 2005 gekoppeld aan de verhouding tussen werkenden en gepensioneerden ('Nachhaltigkeitsfaktor'); ook stijgen de pensioenen sinds 2003 langzamer dan het werknemersinkomen. Dit om de premiebetalers te stimuleren zelf een particuliere oudedagsvoorziening te bekostigen.
Deze naar de toenmalige SPD-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Walter Riester genoemde remmende factor wil diens opvolger en partijgenoot Olaf Scholz nu voor twee jaar buiten werking stellen. Hij ziet zich daarin onder meer gesteund door Bondskanselier Angela Merkel, de voor seniorenbelangen verantwoordelijke minister van Gezinszaken, Ursula von der Leyen en SPD-leider Kurt Beck. Volgens hen kunnen de ouderen dit extraatje goed gebruiken.
Onheilsprofeten
Tegenstanders van het voorstel, die in vrijwel alle partijen en leeftijdsgroepen te vinden zijn, lijkt het niet primair om de inhoud te gaan, maar om het principe. De naamgever van de Riester-factor zei bijvoorbeeld in een interview met weekblad Focus zelf geen bezwaar te zien in de plannen ouderen tijdelijk meer geld te gunnen. Hij had als minister nu misschien wel net zo gehandeld. Politiek wordt immers niet met wiskundige formules gemaakt, aldus Riester.
Inderdaad zijn de aangevoerde argumenten tegen de incidentele pensioenverhoging niet zozeer rekenkundig als wel politiek. Zo vreest econoom Bernd Raffelhüschen, destijds nauw betrokken bij de pensioenhervormingen, dat na het tien tot twaalf miljard kostende extraatje het hek van de dam is. In 2012, het jaar waarin de Riesterfactor weer moet gelden, staan er immers alweer verkiezingen voor de deur, aldus de Freiburgse professor. Bovendien zullen er juist dan voor het eerst zoveel gepensioneerden zijn dat de 'Nachhaltigkeitsfaktor' zijn remmende werking op de pensioenontwikkeling ontvouwt.
De onheilsprofeten van de 'gepensioneerdendemocratie' hebben een argument in handen, waar geen hervorming iets aan kan veranderen: Duitsland vergrijst. Nu al vormen gepensioneerden een kwart van de bevolking en hun aantal groeit. Politiek legt deze groep een aanzienlijk gewicht in de schaal. Niet alleen vormen zestigplussers momenteel een derde van de stemgerechtigde bevolking – met stijgende tendens – ook gaan zij vaker stemmen en maken zij bij de grote partijen CDU en SPD de helft van de leden uit.
Enkele politici, onder wie de voormalige SPD-minister van Gezinszaken Renate Schmidt, pleiten daarom al voor een stemrecht vanaf de geboorte. Deze maatregel, die in feite ouders een meervoudig stemrecht toekent, moet zorgen dat de belangen van gezinnen en kinderen even zwaar wegen als die van ouderen. Nog tijdens de huidige regeerperiode wil Schmidt samen met vijftig medestanders hiertoe een verzoek indienen.
Een grote familie
De initiatoren van de pensioenverhoging tonen zich verontwaardigd over het volgens hen door media en politieke tegenstanders opgeklopte 'generatieconflict'. Zo vergelijkt Olaf Scholz het land met een grote familie, waarin de generaties met elkaar in gesprek moeten blijven. Angela Merkel is een zelfde soort mening toegedaan, zij riep vorige maand een initiatief voor 'saamhorigheid tussen de generaties' uit.
Ook de Duitse bevolking lijkt niets te willen weten van een generatieconflict. Volgens een enquête van Infratest-dimap gelooft slechts 7 procent van de bevolking dat gepensioneerden teveel maatschappelijke invloed uitoefenen.
Bovendien zegt 84 procent van de ondervraagden in een Emnid-onderzoek de pensioenverhoging niet meer dan gerechtvaardigd te vinden. Hun eigen leeftijd lijkt geen rol te spelen, integendeel: de leeftijdsgroep boven de 65 telde met 20 procent de meeste critici van de maatregel.
Vertegenwoordigers van belangenverenigingen, zoals vakbondleider Ernst Sommer, verwijten Herzog en zijn medestanders daarom, jong en oud tegen elkaar op te stoken: "Niet tussen jong en oud, maar tussen arm en rijk" loopt de scheidslijn, zeggen zij.
Belangenpolitiek
Ook de linkervleugel van de CDU heeft het thema van armoede onder gepensioneerden ontdekt en met succes op de partijagenda gezet. Zo willen de christendemocraten volgens een aanvankelijk omstreden voorstel van minister-president Jürgen Rüttgers van Noordrijn-Westfalen het pensioen van werknemers met een laag inkomen verhogen.
Het generatieconflict is echter nog niet afgedaan. De grote coalitie en alle daarop volgende regeringen zullen bij het uitvoeren van hun sociaal beleid meer rekening moeten houden met een beschuldiging van belangenpolitiek.
Nu kan Olaf Scholz nog spreken van Duitsland als één grote familie; als straks de kinderlozen ouder worden, kan dat een verharding van de fronten veroorzaken. Het is aan de huidige generatie politici om de gemeenschappelijke belangen te benadrukken en het machtige argument van het generatieconflict niet onnodig in de strijd te gooien.
Carina de Jonge promoveert in München en schrijft regelmatig voor het Duitslandweb.
Reacties
Geen reacties aanwezig