‘Gendern’: Duitse worsteling met inclusieve taal
Achtergrond - 18 november 2022 - Auteur: Paul KerssemakersWil ik gendern of niet? Wie Duits spreekt, komt niet meer om deze vraag heen. De reden hiervoor is de verhitte discussie over inclusief taalgebruik in de Duitse taal. Wat begon als een idee om álle mensen in de samenleving – mannen, vrouwen en iedereen die daar tussenin zit – aan te spreken, is nu onderdeel van het Duitse politieke debat geworden en uitgemond in een ware cultuurstrijd. Veel Duitsers zijn in dubio over hun omgang met de gender-taalkwestie.
Hamburg spreekt niet van fietsers of fietssters, maar van fietsenden: Radfahrende
Het deelstaatparlement van Thüringen stemde afgelopen week in met een wet die het gebruik van gendergerechte Sprache (genderinclusief taalgebruik) afkeurt. De minderheidsregering van Die Linke, SPD en Groenen is tegen de wet, maar het voorstel van de christendemocratische CDU haalde het toch, mede door de steun van de extreemrechtse AfD. De wet verbiedt overheidsinstanties in Thüringen in hun communicatie nieuwe aanspreekvormen te gebruiken die non-binaire en intersekse personen insluiten.
Opmerkelijk genoeg gebeurde vorig jaar in Hamburg het tegenovergestelde: de deelstaatregering van SPD en Groenen voerde een wet in die medewerkers van overheidsinstanties aanspoort om inclusieve formuleringen te gebruiken. Het Gendersternchen (‘Student*innen’), de Gender-Doppelpunkt (‘Student:innen’) en de Partizip-vorm (‘Studierende’) worden nu in overheidsteksten van de stad gehanteerd. Volgens senator van Wetenschap en Gelijke Behandeling Katharina Fegebank (Groenen) is inclusief taalgebruik dé mogelijkheid om op niet-discriminerende wijze te communiceren. De partijleider van de CDU in de Hanzestad, Christoph Ploß, is absoluut tegen het gebruik van gendergerechte Sprache. Hij vreest dat mensen die niet (willen) gendern, zullen worden gediscrimineerd of buitengesloten en wil een verbod.
Taaldiscussie
Al in de jaren 60 van de vorige eeuw laaide in Duitsland de discussie over inclusieve taal op. Met name feministen hadden destijds felle kritiek. De achtergestelde positie van de vrouw in de maatschappij was volgens hen ook in de taal zichtbaar. Het Duits was een ‘mannentaal’. Bij aanspreekvormen werd in die tijd alleen de mannelijke vorm gebruikt, ook als vrouwen werden bedoeld, terwijl het Duits – in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Engels – juist over de achtervoegsels ‘in’ (enkelvoud) en ‘innen’ (meervoud) beschikt. Daarmee kun je woorden eenvoudig vrouwelijk maken.
Feministen, onder wie taalwetenschapper Luise F. Pusch, pleitten daarom voor een geschlechtergerechte Sprache. Die moest voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen in de Duitse taal zorgen. Inclusievere formuleringen raakten in zwang: het noemen van de mannelijke en vrouwelijke vorm (‘Leserinnen und Leser’), een hoofdletter ‘I’ (‘LeserInnen’) of een schuine streep (‘Leser/-innen’). Hierdoor zouden vrouwen zich ook aangesproken voelen.
De roep om geschlechtergerechte Sprache, taal die recht doet aan beide geslachten, veranderde vanaf de eeuwwisseling in gendergerechte Sprache, genderinclusief taalgebruik. In de Duitse taal ontbrak het nog aan aanspreekvormen voor ‘diverse’ mensen. Om naast mannen en vrouwen ook non-binaire en intersekse personen aan te spreken, werden het Gendersternchen (‘Leser*innen’), de Gender-Doppelpunkt (‘Leser:innen’) en de Partizip-vorm (‘Lesende’) bedacht. Het ‘derde geslacht’ is in Duitsland inmiddels officieel erkend. Het Bundesverfassungsgericht, het Constitutioneel Hof, oordeelde in 2017 dat de overheid een mens niet kan dwingen zich tot het vrouwelijke of het mannelijke geslacht te bekennen als dit niet met iemands gevoel van seksuele identiteit overeenkomt. Het Hof voegde de categorie ‘divers’ aan de opties toe.
Tweedeling in de samenleving
Hoewel genderinclusief taalgebruik op grond van deze beslissing de meest logische oplossing lijkt, verdeelt het gendern de Duitse maatschappij in twee kampen. Tegenstanders zijn van mening dat een gendergerechte Sprache niet voor meer gelijkberechtiging zorgt. Ze gebruiken hierbij vaak het Engels of het Turks als voorbeeld. Dat zijn genderneutrale talen die geen onderscheid kennen tussen mannelijke en vrouwelijke vormen. Toch heerst in Turkije, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië geen volledige gelijkheid tussen beide geslachten. Tegenstanders geloven niet dat het gendern daar in Duitsland wel voor kan zorgen. Verder wijzen tegenstanders erop dat inclusief taalgebruik nieuwe problemen veroorzaakt. Teksten met een Gendersternchen zouden onder meer voor mensen met dyslexie moeilijker te begrijpen zijn.
Voorstanders van inclusief taalgebruik benadrukken dat taal beïnvloedt hoe mensen denken. Als in een taal uitsluitend mannelijke vormen worden gebruikt, ontstaat er in de hoofden van de sprekers een wereld waarin als eerste aan mannen wordt gedacht. De Berlijnse taalwetenschapper Anatol Stefanowitsch verwijst naar onderzoek dat dit psychologische effect heeft aangetoond. Daarnaast beweren voorstanders dat een inclusieve taal voor meer gelijkheid zorgt. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen en non-binaire personen eerder naar een baan solliciteren wanneer in een vacature inclusieve formuleringen worden gebruikt. Een ander veelgehoord argument is dat de Duitse taal voortdurend verandert. Het gendern zou onderdeel uitmaken van die verandering.
Het politieke debat
In de Bondsdag lopen door het inclusieve taalgebruik de gemoederen geregeld hoog op. De partijen Die Linke en de Groenen zijn voorstanders van het gendern. Met name de Groenen staan erom bekend dat ze het Gendersternchen in hun partijprogramma gebruiken. CDU en AfD zijn fel tegen een genderinclusieve taal: CDU noemt het een ‘eliteproject’, AfD spreekt van ‘verkrachting van de Duitse taal’.
Ook CDU-leider Friedrich Merz, die de conservatieve vleugel van de partij vertegenwoordigt, zou genderinclusief taalgebruik in het Duits het liefst willen verbieden. Merz beweerde afgelopen september in de talkshow ‘Markus Lanz’ dat journalisten van de publieke omroep op tv niet zouden mogen gendern. De partijleider verwees naar de regels van de Rat für deutsche Rechtschreibung. Volgens de CDU-politicus zou de raad dit inclusieve taalgebruik verbieden en horen journalisten zich aan deze regels te houden. Onderzoek van ZDFheute wees uit dat Merz van een drogreden gebruikmaakte. Hoewel de Rat für deutsche Rechtschreibung zelf niet gendert, verbiedt de raad deze manier van spreken en schrijven niet. Iedere journalist staat het dus volledig vrij te gendern – of niet.
Het Bundesverfassungsgericht deed in 1998 al de uitspraak: “Sprache gehört dem Volk.” Vrij vertaald: taal is van iedereen. Die uitspraak is ook op de gendergerechte Sprache van toepassing. Of daarmee voor de politieke partijen in Duitsland de kous af is, valt te betwijfelen.
Lees meer over 'Duitse taal':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Een problematische beer
De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?
Vechten als ketellappers
De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.
Een 'Sternstunde' voor Duitsland
Sternstunde, een mooi en onvertaalbaar woord voor wat er nu gebeurt in Duitsland, tenminste dat hoopt columniste Inge Jooris.
Reacties
Traditionsgemäß spielt das Mädchen mit seiner Puppe.
Ja, maar waar ligt dan nog de grens ? Werkt dat niet juist discriminatie en uitsluiting in de hand ? Op het laatst zit ieder individu opgesloten in zijn eigen hut. Op deze manier wordt het er zeker niet eenvoudiger op. Ik denk : iedereen gelijk, dan juist geen onderscheid maken.
Goed artikel! Ik werk nu in bemiddeling en recruiting - daar speelt het fenomeen een grote rol. Ik denk zelf, dat tekstinhoud en terminologie hier een veel belangrijker rol spelen in bv vacatures, dan het gendern op zichzelf. In ieder geval goed, dat dit bewustzijn voor discriminerend sekse-onderscheid kweekt. Het is ook sterk gebonden aan de Duitse spelling en Duitse socioculturele eigenheden - in het Nederlands speelt het geen rol.
Mooi is overigens anders…