Stasi-archief geeft naziverleden geheime dienst vrij
Dossiers leveren nauwelijks nieuwe feiten op, schrijft 'Die Welt'
Achtergrond - 13 juli 2010
Na twintig jaar geeft het Stasi-archief in Berlijn de dossiers vrij over het naziverleden van medewerkers van West-Duitse geheime diensten. Met naam en toenaam worden ze in de Duitse media genoemd. Toch leveren de dossiers nauwelijks nieuwe feiten op, schrijft Die Welt.
Het gaat in totaal om 27 ordners uit de periode 1971-1980. Daarin verzamelde het Ministerium für Staatssicherheit (MfS) zoals de Stasi officieel heette, informatie over de betrokkenheid van medewerkers van de West-Duitse veiligheidsdiensten bij oorlogsmisdaden uit de nazitijd. Tot voor kort golden de documenten als vertrouwelijk.
Volgens de Berliner Zeitung, die inzage kreeg, staan in de ordners de namen van voormalige medewerkers van onder meer de geheime inlichtingendienst, de binnenlandse veiligheidsdienst BND, de militaire contraspionage en de politie van Sleeswijk-Holstein, Hamburg en West-Berlijn.
De Frankfurter Rundschau publiceert de namen van enkele van deze medewerkers en beschrijft hun carrière in het Derde Rijk en de Bondsrepubliek. Sommigen werkten in de oorlog bij concentratiekampen als Dachau en Sachsenhausen of bleken te zijn betrokken bij oorlogsmisdaden in de Sovjet-Unie. Na de oorlog kwamen ze al of niet onder een andere naam bij de West-Duitse veiligheidsdiensten of politie terecht.
BND ontsloeg nazi-medewerkers
De dossiers leveren echter nauwelijks nieuwe informatie op, schrijft Die Welt. Volgens dit dagblad zijn de contacten van de West-Duitse geheime diensten met medewerkers van de veiligheidsdiensten van het Derde Rijk sinds decennia bekend. Al in 1954 publiceerden Engelse kranten hierover de eerste berichten, waarschijnlijk op basis van informatie van de Stasi. De Oost-Duitse geheime dienst speelde wel vaker informatie door naar de Westerse pers om de Bondsrepubliek als het zo uitkwam in diskrediet te brengen.
Nieuw aan de akten is volgens Die Welt dat blijkt dat de binnenlandse veiligheidsdienst maatregelen nam op basis van de informatie over hun geheim agenten. Daarover berichtte de Frankfurter Allgemeine Zeitung voor het eerst in maart van dit jaar. Tussen 1962 en 1965 trok de BND bijvoorbeeld veel van haar eigen medewerkers na en liet er in het diepste geheim minstens 71 gaan. Van hen was bewezen dat ze bij oorlogsmisdaden waren betrokken. Maar volgens Die Welt kunnen het er ook 200 zijn geweest.
Bureaucratisch verzet
De BND kondigde in 2006 aan zelf onderzoek te doen naar het eigen verleden, maar dat is helemaal stil komen te liggen, schrijft de Berliner Zeitung. De historicus die daarvoor was aangenomen, gaf de opdracht in 2008 terug. Hij zei vast te zijn gelopen op bureaucratisch verzet en kreeg nauwelijks inzage in originele documenten.
De Birthler-Behörde of BStU, de instantie die de archieven van de Oost-Duitse geheime dienst de Stasi beheert, geeft de dossiers nu vrij omdat dit in 2000 is afgesproken met het ministerie van Binnenlandse Zaken. Destijds vroeg een journalist voor het eerst inzage in de documenten. Het Stasi-archief mag in sommige gevallen inzage weigeren als het om informatie gaat over medewerkers van veiligheidsdiensten van de overheid, de deelstaten of van bevriende staten.
Reacties
Geen reacties aanwezig