Duitsland ziet af van opslag telecomgegevens
Bondsrepubliek negeert Europese richtlijn en riskeert boete

Achtergrond - 25 april 2012

De Duitse regering ziet voorlopig af van een wet die de opslag van telecommunicatiegegevens regelt. De ministers kunnen het onderling niet eens worden over de voorwaarden waaronder gegevens van telefoon- en internetverkeer mogen worden bewaard. Duitsland riskeert hiermee een boete van de Europese Unie die kan oplopen tot miljoenen.

Duitsland ziet af van opslag telecomgegevens
© Campact / Flickr.com
Bij een demonstratie tegen Vorratsdatenspeicherung in Berlijn in juni 2011

Het is natuurlijk vragen om gedoe, met zo’n onmogelijk, typisch Duits woord: Vorratsdatenspeicherung. Toch is de bewaarplicht van telecommunicatiegegevens geen puur Duitse aangelegenheid. Het waren de Europese lidstaten die na 11 september 2001 gezamenlijk besloten dat het zinvol was telecomgegevens te bewaren in de strijd tegen terrorisme en zware criminaliteit. Een Europese richtlijn die dit regelde, werd in 2006 uitgevaardigd. De lidstaten kregen uiteindelijk tot 2009 de tijd om richtlijn te implementeren.

Veel weerstand

De Duitse wet voor de opslag van telefoon- en internetverkeer, kortweg dataretentie, ging in januari 2008 in. Maar niet zonder slag of stoot. Datenschutz, de bescherming van persoonsgegevens, staat in Duitsland traditioneel hoog in het vaandel. De integrale opslag van zulk privacygevoelig materiaal als telefoongesprekken en surfgedrag, werd als een grove schending ervan gevoeld.

“De situatie is in de Bondsrepubliek momenteel zo, dat een enorme meerderheid in de Bondsdag zeer snel bereid is grondrechten van de burger in te perken”, hekelde de liberaal Gerhart Baum, oud-minister van Binnenlandse Zaken van Duitsland, de sfeer in Duitsland in een interview met Duitslandweb in 2005. “Het wantrouwen is tot uitgangspunt gemaakt. De nieuwe antiterrorismewetgeving heeft een lawine aan nieuwe opsporingsbevoegdheden tot gevolg gehad. Mensen worden als nooit tevoren gescreend, gevolgd, in de gaten gehouden.”

Nietig

Baum verwoordde een breed gedragen sentiment in Duitsland. Met hem spande een recordaantal van 35 duizend burgers een zaak aan tegen de wet bij de hoogste rechtbank van Duitsland, het Constitutioneel Hof (Bundesverfassungsgericht, BVG) in Karlsruhe. Die verklaarde de wet in 2008 al nietig en noemde haar in een volgende uitspraak begin 2010 in strijd met de Duitse grondwet.

De rechters van het BVG sloten de opslag van telecomgegevens in hun laatste uitspraak niet principieel uit, maar stelden er zeer strikte voorwaarden aan. Zo mogen bewaarde gegevens niet centraal worden opgeslagen en moeten opsporingsdiensten toestemming van een rechter hebben om erbij te komen. Bovendien mogen de opgeslagen telecomdata volgens het hof alleen worden gebruikt voor een beperkt aantal gevallen van zeer zware criminaliteit en terrorisme

Willekeur

In deze beperkingen voorzag de bestaande wetgeving niet. Daarmee was de immense hoeveelheid opgeslagen telefoon- en internetverkeer van al die miljoenen Duitsers volgens het BVG te slecht beschermd tegen willekeur van de opsporingsdiensten. Het op ‘voorraad’ integraal opslaan van ieders telecomgegevens, maakt mensen in die zin bij voorbaat verdacht.

Baum heeft ook zijn partijgenote Sabine Leutheusser-Schnarrenberger aan zijn zijde. Zij maakte destijds deel uit van de groep eisers die de wet ten val bracht. En ironisch genoeg is ze nu als minister van Justitie zelf verantwoordelijk voor de wetswijziging conform de eisen van het BVG. Daarmee weet ze wel raad. Zij zou het liefst zien dat internetverkeer maximaal een week wordt bewaard en telefoonverkeer helemaal niet. Telefoongesprekken zouden als het aan haar lag alleen van specifieke personen bij concrete verdenkingen mogen worden bewaard

Minimale aanpassingen

Daarmee strijkt ze recht in tegen de haren van haar collega Friedrich (CSU) van Binnenlandse Zaken – de hoogste baas van de opsporingsdiensten. Hij wil maar minimale aanpassingen aan de oorspronkelijke wet. De twee staan inmiddels – naar eigen zeggen – op voet van oorlog. Waarbij Friedrich de Europese Unie achter zich heeft, die Duitsland een ultimatum heeft gesteld voor het regelen van een nieuwe wet. Dit loopt morgen, donderdag 26 april, af. Daarna kan Duitsland een gang naar het Europees Gerechtshof in Luxemburg tegemoet zien en een boete die kan oplopen tot miljoenen.

Maar Leutheusser-Schnarrenberg laat zich er niet door van de wijs brengen. De rechtszaak in Luxemburg “is niets om dramatisch over te doen”, verklaarde ze tegen de Süddeutsche Zeitung. En haar opvatting zou op termijn wel eens de overhand kunnen krijgen. Het opperste gerechtshof van Ierland is vanuit dezelfde bezwaren als het BVG zelf naar het Europese Gerechtshof gestapt. De Europese Commissie heeft op eigen initiatief al aangekondigd zich deze zomer nog eens over de proportionaliteit en doelmatigheid van de richtlijn te buigen.

Surfgedrag

In Nederland is de richtlijn in de zomer van 2009 geïmplementeerd in de wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens. Deze voorzag aanvankelijk in een opslag van telefoon- en internetverkeer van twaalf maanden. Gevraagd naar de consequenties van de eerste BVG-uitspraak voor de Nederlandse regelgeving, verklaarde minister Opstelten van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer dat de situatie in de Bondsrepubliek “niet één op één [kan] worden vergeleken met de Nederlandse”. Voor een kortere bewaarplicht zag hij geen noodzaak. Die kwam er op aandringen van de Kamer in 2011 desondanks. Het surfgedrag van Nederlanders wordt nu nog maar zes maanden opgeslagen.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger