Oude loopgraven opnieuw betrokken
Conferentie over de RAF in Amsterdam

Achtergrond - 31 oktober 2007

(11 oktober 2007) Even stonden stonden de Duitse staat en de RAF-sympathisanten weer lijnrecht tegenover elkaar. Tijdens een conferentie over de RAF In het Amsterdamse Goethe-Institut probeerden officier van Justitie Joachim Lampe en advocaat Willem van Bennekom hun visie te verdedigen.  

Lampe hekelt de nostalgie, die af en toe in de debatten van die dag naar voren kwam. Er is volgens hem te veel aandacht voor de ideologie van de terroristen en te weinig voor hun daden. “Een officier van Justitie richt zich alleen op de daad en op de dader.” Er gaat wat zenuwachtig gelach op in de zaal als Lampe sheet na sheet met misdadige feitjes van de RAF presenteert. “De geschiedenis van de RAF biedt geen ruimte voor politieke beschouwingen”, vervolgt Lampe streng. “Wie denkt dat aan elk zwaar misdrijf een doordacht idee ten grondslag ligt, maakt een grote fout.”

Hij geeft toe dat de West-Duitse staat in die jaren “overbelast” was. Na hun arrestatie maakten de gevangen RAF-leden van hun processen politieke ‘happenings’ en ook de gevangenis bood een podium voor de politieke strijd. Ze beschuldigden de staat van ‘isolatiefolter’ en gingen in hongerstaking. In heel Duitsland, maar ook in Nederland werden solidariteitscampagnes gevoerd, die vervolgens weer de represailles van de staat tegen het links-radicale circuit versterkten.

Lampe keurt de hetze tegen sympathisanten van de RAF af, maar het is in zijn ogen niet de schuld van de overheid, dat zo velen in het linkse milieu ondergronds gingen. “Nee”, stelt Lampe, “deze mensen waren al geradicaliseerd.” De staat reageerde slechts op deze bedreiging.

Actieve rol

Willem van Bennekom, groot en aimabel, is letterlijk en figuurlijk de tegenpool van Lampe. Van Bennekom, die zich in de jaren zeventig als jurist inzette voor de in Nederland gearresteerde RAF-leden, wil de ijver waarmee Lampe de West-Duitse staat verdedigt toch enigszins nuanceren. “Lampe en ik zijn Zeitzeugen. Wij hebben een actieve rol vervuld.” “Deze beperking maakt het lastig om vaste bodem te vinden. Pas op dat je niet met een bril van nu naar de RAF kijkt.”

Het dieptepunt in de confrontatie tussen de RAF en de Duitse staat, de zogenoemde Duitse Herfst in het najaar van 1977, ziet hij als een kruispunt in de Duitse geschiedenis. Eindelijk konden de Duitsers de oude opbouwmentaliteit, die geen ruimte bood voor verwerking van het oorlogsverleden, achter zich laten en kon zich een nieuwe democratische identiteit in de Bondsrepubliek doorzetten.

Tijdens de discussie blijven zowel deelnemers als publiek in hun eigen denkwijzen steken. Van Bennekom verweet de Duitse overheid een gebrek aan flexibiliteit, waardoor zij aan legitimiteit heeft moeten inboeten. Lampe blijft pal achter het justitiële optreden staan. “Met zo’n Meinhof viel niet te praten”, stelt hij. Ook in de maatschappelijke breuk, die Van Bennekom aanhaalde, gelooft hij niet.

Guantanamo Bay

Lampe ziet geen abrupte omslagen, maar een veel langere democratische trend. De staat heeft zich naar zijn mening verdedigd tegen de links-radicale aanvallen door strengere wetten in te voeren, maar hij bestrijdt de beschuldiging dat er politiek in het spel was. “Dat waren geen politiek getinte wetten”, stelt Lampe vol geestdrift. Iemand in het publiek probeert een vergelijking met Guantanamo Bay te maken, maar zo gemakkelijk laat Lampe zich niet buitenspel zetten. Zichtbaar geïrriteerd wuift hij deze vraag weg.

Ondanks het plezier dat het publiek heeft in de bezieling waarmee Lampe zijn verhaal vertelt, blijft hij toch alleen staan. De meeste mensen in de zaal hebben andere herinneringen aan die tijd.

Frederik Nijenhuis is historicus en werkt bij het Duitsland Instituut Amsterdam.

Lees ook het Duitslandweb-dossier over de RAF. 

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger