Per Leo: 'Ik kon eindelijk alles opschrijven'
Boekpresentatie 'Vloed en Bodem - Een familieroman'
Boeken - 12 februari 2016
- Auteur:
Laurens Bluekens
De familieroman 'Flut und Boden' van schrijver en historicus Per Leo is in het Nederlands vertaald. 'Vloed en Bodem' gaat over het SS-verleden van Leo’s grootvader Friedrich. Tijdens een podiumgesprek met historicus Krijn Thijs donderdag in het Goethe-Institut Amsterdam vertelde hij waarom hij als historicus koos voor een literaire vertelvorm.
Krijn Thijs: Enkele jaren geleden promoveerde je met de dissertatie ‘Der Wille zum Wesen. Weltanschauungskultur, charakterologisches Denken und Judenfeindschaft in Deutschland 1890 – 1940’. Vlak daarna verscheen 'Flut und Boden', dat een zeer verwante thematiek kent. Heb je het boek meer als historicus geschreven of meer als schrijver?
Per Leo: “Ik ben begonnen met schrijven aan dit boek als historisch onderzoeker. Dat is niet gelukt omdat de verteller vanuit ik-perspectief steeds belangrijker werd. Op een gegeven moment heb ik besloten niet meer voor een Sachbuch (non-fictie-boek) te gaan, maar voor een literaire vorm.”
Krijn Thijs: Hoe verhoudt je roman zich tot je dissertatie?
Per Leo: “Je moet mijn roman en dissertatie als zussen zien, verwant maar verschillend. In tegenstelling tot in wetenschappelijke teksten, heeft een schrijver van romans de absolute vrijheid. Alles is dan mogelijk, ook het gebruiken van wetenschappelijke informatie. Dat heb ik dan ook gedaan. Omgekeerd is dat niet mogelijk. De materie van beide werken is dezelfde, maar dan op een andere manier verwerkt. Wetenschappelijke methoden zijn puur gericht op harde feiten, maar daarnaast zijn we allemaal historische subjecten met een verhouding tot het verleden. In romans kun je ook die emotionele, persoonlijke kant verwerken.”
Krijn Thijs: Zou de roman er ook zijn geweest zonder je wetenschappelijke onderzoek?
Per Leo: “Ik denk het wel. Sinds het moment waarop ik erachter kwam dat mijn grootvader een verleden bij de SS heeft – wat ik de oerscène noem –is het duidelijk dat er historische stof aanwezig was voor een verhaal. Ik wist lang niet hoe ik mijn familiegeschiedenis moest verwerken. Jarenlang heb ik mezelf parallel ontwikkeld als historicus gespecialiseerd in het nationaalsocialisme en tegelijkertijd als verteller van mijn familiegeschiedenis. Het is toeval en geluk dat ik kort na het afronden van mijn dissertatie de mogelijkheid kreeg ook een roman over dezelfde materie te schrijven. De vrijheid van het schrijven van een boek had een soort ventielfunctie: ik kon eindelijk alles opschrijven wat ik als wetenschapper niet kon opschrijven.”
Krijn Thijs: Kun je meer vertellen over de oerscène die ten grondslag ligt aan je boek?
Per Leo: “In Duitsland zijn verhalen die beginnen met een dergelijke oerscène inmiddels een literair cliché, in Nederland waarschijnlijk minder. De oerscène verwijst naar de tijd waarin mijn grootmoeder twee jaar na de dood van haar man uit haar grote witte villa in Bremen verhuisde – ik was ongeveer 22 jaar en stond aan het begin van mijn studie. Bij het opruimen van de papieren en boeken in een grote boekenkast kwam ik op de onderste planken, die afgesloten waren met gordijnen, een hele reeks verboden nazistische werken van racistische en antisemitische signatuur tegen. Ik wist al langer dat mijn grootvader iets met de nazi’s te maken had, maar zo precies was het me niet verteld. De ontdekking maakte me vooral nieuwsgierig naar de geschiedenis van mijn familie.”
Krijn Thijs: In je boek staan je grootvader Friedrich en zijn oudste broer Martin centraal. Eerstgenoemde was SS-officier, terwijl laatstgenoemde ook geïnteresseerd in de wereld was, maar niet politiek geïnteresseerd. Wat deed je grootvader precies bij de SS?
Per Leo: “Gekeken naar de activiteiten van de SS moet er een scherp onderscheid gemaakt worden tussen voor en na het uitbreken van de oorlog. SS’ers zagen zichzelf niet als massamoordenaars, maar hadden een positief zelfbeeld omdat ze een raszuivere Duitse maatschappij opbouwden. Pas later volgde het uitroeien van door hen ongewenste maatschappelijke elementen. Mijn grootvader was functionaris van het SS-Rasse und Siedlungshauptamt, dat het bevorderen van het aantal nakomelingen van de raszuivere Duitsers als primaire doel had. Zo waren er bijvoorbeeld commissies die bepaalden of kandidaten geschikt waren om met elkaar te trouwen. Dat was een soort positieve selectie. Met etnische en religieuze zuiveringen kwam de nadruk na 1939 op negatieve selectie te liggen.”
Krijn Thijs: Wat is Martin voor een karakter?
Per Leo: “Hij is een soort spiegelbeeld van Friedrich en is eigenlijk een negentiende eeuws-karakter, iemand die niet in de twintigste eeuw past. Terwijl Martin uiteindelijk wel een slachtoffer van de nazi’s wordt, staat zijn slachtofferschap niet centraal. Dat heb ik bewust gedaan en is een statement: als we ons alleen op de twaalf verschrikkelijke jaren in de Duitse geschiedenis van de twintigste eeuw richten, staren we ons blind op het goede dat die eeuw ook heeft voortgebracht. Martin en Friedrich laten zien dat zowel goed als kwaad aan dezelfde bron kan ontspringen. Als je beperkte indelingen als slachtoffer-dader loslaat, komen figuren als Martin tevoorschijn. Hij laat zich niet in simpele categorieën indelen en is een figuur met verschillende kanten, dat kan alleen overgebracht worden in verhaalvorm."
Lees meer:
Museum Die Villa_: 'Hoe meer debat, hoe beter'
In Osnabrück is het museum over de omstreden nazi-jurist Calmeyer geopend. Journalist Ingrid Bosman bracht er een bezoek.
‘Soms is schrijven intensiever dan het leven zelf’
Interview met Julia Schoch over 'Het liefdespaar van de eeuw', dat in Duitsland lovend werd ontvangen en nu in Nederland verschijnt.
Op de Buchmesse Leipzig: booktok, cosplay en politiek
Petra Schulze Göcking (DIA) sprak in Leipzig met auteurs en bezoekers van de Buchmesse en kwam terug met hun boekentips.
DDR-roman Brigitte Reimann vertaald en zonder censuur
Roman 'Mijn broer en ik' van Brigitte Reimann wordt 60 jaar na verschijnen internationaal ontdekt.
Reacties
Geen reacties aanwezig