Alsof het gisteren is gebeurd
Herinneringen aan Sachsenhausen

Achtergrond - 12 mei 2005

(12 mei 2005) Alsof het gisteren is gebeurd, zo vertelt Wim van Aalderen zijn verhaal. Over hoe hij in 1944 werd opgepakt en in kamp Sachsenhausen in Oranienburg bij Berlijn belandde. Over de omstandigheden in het kamp en hoe hij er na de oorlog mee probeerde om te gaan. Het verhaal dat hij begin mei voor de Berlijnse Avonden – een vereniging in Berlijn die maandelijks bijeenkomsten organiseert met een Nederlandstalig onderwerp – vertelt is openhartig. Een dag later zal hij het moeilijker hebben, als hij tijdens Dodenherdenking opnieuw zijn verhaal doet, deze keer in Sachsenhausen zelf.

door Noortje Schmit

Een Duitser, door Van Aalderen steevast Bauer genoemd, doorzocht het huis en nam vader en zoon, die tussen de vloeren sliep en daar een radio verborgen hield, mee. Een verzetsman die bij de familie zat ondergedoken, was op dat moment niet thuis en werd dus niet gevonden. Wel vielen Bauer een extra paar kleren op. De opmerking van de gezinsleden dat deze van grootvader was, werd door hem niet geloofd. Van Aalderen werd hier later nog uitvoerig over ondervraagd, op een dergelijke wijze dat hij wel moest toegeven dat het niet de kleren van zijn grootvader waren. Hij vertelt ons dit duidelijk met spijt en enige schaamte.

Over het algemeen komt zijn verhaal echter zeer nuchter over. Op het moment dat hij werd opgepakt was hij ervan overtuigd dat de oorlog niet lang meer zou duren en dat hij dus snel weer thuis zou zijn. Hij zei tegen zijn moeder dat hij voor 1 oktober weer terug zou zijn. Prins Bernhard had namelijk over de radio van de landing in Normandië verteld en de geallieerden waren al in de buurt van Arnhem. Bauer was daarentegen nog overtuigd van de Duitse overwinning. "Wij strijden tegen de hele wereld" zei hij tegen Van Aalderen. Deze vertelde dat hij daarop antwoordde: "wie heeft er dan gelijk, jullie of de rest van de wereld?"

Vader en zoon werden naar Haaren gebracht, waar Wim van Aalderen drie weken doorbracht in eenzame opsluiting. Hij wist op dat moment niet waar zijn vader was. Over deze gevangenschap vertelt hij vooral dat hij veel heeft gepraat met medegevangenen. Daarna werd hij naar de politiegevangenis in Eindhoven gebracht van waaruit hij een dag later naar kamp Vught vertrok. Daar zag hij zijn vader weer. Samen werden ze op transport gezet richting Duitsland. Zijn topografische kennis deed hem al snel beseffen dat ze richting Sachenhausen gingen, steeds verder weg van de oprukkende geallieerde troepen.

Sachsenhausen

Deze voorgeschiedenis wordt ons vrij luchtig in een lokaal van de Freie Universität voorgeschoteld, in tegenstelling tot Van Aalderens gemoedstoestand een dag later in Sachsenhausen zelf. Het kamp is tegenwoordig een museum en gedenkplek en vooral erg kaal. De meeste barakken zijn afgebroken en van Station Z is een sobere gedenkplek gemaakt. In de voormalige wasruimte is tegenwoordig een ruimte voor evenementen. Van Aalderen had het graag allemaal wat minder esthetisch gezien en meer zoals vroeger. Hij herkent er te weinig in. Dat is vreemd om te horen.

Tijdens de dodenherdenking praat hij over zijn ervaringen in het kamp zelf. Hoe hij honger heeft geleden en ook wel eens een stuk brood heeft gestolen, hoe hard hij moest werken en hoe slecht de kampoudsten de andere gevangenen behandelden. Op deze historische plek waar het allemaal heeft plaatsgevonden heeft Van Aalderen zichtbaar meer moeite met vertellen.

De laatste maanden voor de bevrijding werd Van Aalderen net als velen ziek. De kampleiding gaf hem al op: "er ist kaputt" zeiden ze over hem. Hij werd naar de ziekenbarak overgebracht en is daar gebleven tot de Russen het kamp op 22 april 1945 bevrijdden. Zijn vader was daarvoor al overgebracht naar Bergen Belsen, waar hij is gestorven.

Na de bevrijding is het kamp nog vijf jaar lang op dezelfde manier gebruikt, maar dan door de Russen. Veel nazi's, maar ook tegenstanders van het Sovjetregime en willekeurige mensen werden er opgesloten. Van de ongeveer zestigduizend gevangenen stierven er tenminste twaalfduizend. Het verhaal van Wim van Aalderen is er een van vele. Dat hij het zestig jaar na dato nog zo gedetailleerd kan navertellen is in vele opzichten bijzonder. Dat hij een krans kan leggen op de plek waar ooit gevangenen werden gefusilleerd ook.

Noortje Schmit is kunsthistorica en woont momenteel in Berlijn.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger