Thesen van Thierse: nog steeds actueel?
Seminar over de toekomstperspectieven van Oost-Duitsland
Achtergrond - 16 april 2003
(16 april 2003) Na de Wende is het met de economie in Duitsland bergafwaarts gegaan, mede als gevolg van aanpassingsproblemen in Oost-Duitsland. Over de regionale verschillen en de economische toekomstperspectieven van de Oost-Duitse deelstaten gaat het seminar 'Ost-Deutschland, eine abgehängte Region?', dat op vrijdag 25 april wordt gehouden in het Duitsland Instituut Amsterdam.
- De economische en sociale situatie in Oost-Duitsland staat op punt van wankelen. De toekomst van Oost-Duitsland moet hoog op de agenda van politici komen te staan;
- Des te langer het inhaalproces van Oost-Duitsland stagneert, des te sneller zal de neerwaartse trend doorzetten en zal alles wat bereikt is, teniet worden gedaan. Stabiliteit en vertrouwen zullen alleen in de regio terugkeren als prioriteit wordt gegeven aan toekomstige investeringen in het Oosten;
- Als de opbouw van een zelfstandige economische basis in Oost-Duitsland het doel is, moeten de principes van stimulerende economische maatregelen op hun effectiviteit gecontroleerd worden. Oost-Duitsland zou als een voorbeeld moeten gelden voor de Europese uitbreiding naar het Oosten;
- De objectieve problemen van Oost-Duitsland en de uitdagingen van de komende decennia kunnen alleen opgelost worden, als het vertrouwen van de mensen in de toekomst van de regio, in hun eigenwaarde en in hun eigen verantwoordelijkheid door de politiek gesterkt wordt;
- Voor de SPD kan niets beters gedaan worden dan de basis te leggen voor een herhaling van het succes van de verkiezingen in 1998 in Oost-Duitsland. Dit keer, bij de verkiezingen in 2002, wordt de SPD niet op beloftes maar op resultaten afgerekend. Als de SPD de verkiezingen wil winnen, moet de partij zich in het Oosten sterker profileren.
Reacties
De reacties op de thesen van Thierse liepen sterk uiteen. Tegenstanders, meestal van de CDU, meenden dat Thierse de situatie in Oost-Duitsland te pessimistisch afschilderde. Bovendien vonden ze dat Thierse zich als Bondsdagpresident buiten de politieke discussies moest houden. Een Bondsdagpresident, vergelijkbaar met de Tweede Kamervoorzitter in Nederland, zou boven de partijen moeten staan. Thierse verdedigde zich door te verklaren dat hij op persoonlijke titel had gesproken. Anderen vonden dat Thierse groot gelijk had. Edelbert Richter, afgevaardigde van de Bondsdag namens de SPD en spreker op het seminar op 25 april, nam het initiatief om het debat voort te zetten. Hiermee had hij voor ogen dat het engagement voor Oost-Duitsland blijft en dat moed geput wordt uit de adviezen van Thierse.
'Thierse hat Recht'
Hij startte in februari 2001, nog geen maand na de uitspraken van Thierse, de werkgroep 'Thierse hat Recht'. In een open brief riep Richter alle politici van de nieuwe deelstaten op de thesen van Thierse niet te vergeten. In zijn oproep wijst hij op de bijzondere positie van de regio die zich - economisch gezien - niet zelf kan redden, op het falen van de regulering van de economie door de overheid en op de noodzaak om te investeren in Oost-Duitsland. De economische malaise in de nieuwe deelstaten ontlokte voormalig bondskanselier Helmut Schmidt (SPD) in de Leipziger Volkszeitung de uitspraak dat de economische tweedeling van Duitsland nog wel 25 jaar zou duren.
Mecklenburg-Vorpommern
Neem de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern in het noordoosten van Duitsland. Volgens zijn minister-president "de brug naar het noorden en de poort naar het oosten." De economische ontwikkeling van Mecklenburg-Vorpommern laat inderdaad zien dat de bruggen en de poorten naar het noorden en het oosten worden gebruikt, maar dan als doorgangsroute. De havensteden in het noorden van de deelstaat, zoals Rostock, profiteren nog enigszins van de toerist die wacht op zijn pont naar Scandinavië, het zuiden behoort echter tot de armste gebieden van de Bondsrepubliek.
Volgens sociaal-geograaf Leo Paul, ook spreker op het seminar en onlangs gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht, moeten de oorzaken van het achterblijven van de regionale economische ontwikkeling van Meckelenburg-Vorpommern worden gezocht in de ontwikkelingen van voor de val van de Muur. Voor de Tweede Wereldoorlog hoorde dit gebied al tot de semi-periferie in Duitsland. De economie dreef op de landbouw met enkele grootgrondbezitters. Met het ontstaan van de DDR kwam de economie in dienst te staan van het Sovjetmodel. Daarbij werd vooral ontwikkeld wat 'toevallig' voor handen was, zonder in te grijpen in de economische infrastructuur. De zware industrie kreeg de aandacht boven de lichte industrie. Fabrieken werkten op basis van arbeidsintensieve productieprocessen, terwijl in West-Duitsland sinds de jaren tachtig de lagelonenlanden bij de productie werden betrokken.
Speciale status
Dit alles had tot gevolg dat een deelstaat als Mecklenburg-Vorpommern totaal niet voorbereid was op de overgang naar een vrije sociale markteconomie. Ook hier voltrok de Wende zich veel te snel. Paul suggereert dat een overgangsperiode van een twee statenmodel de economische ontwikkeling van Oost-Duitse deelstaten als Mecklenburg-Vorpommern ten goede zou zijn gekomen. Daarvoor is het nu te laat. Daarom stelt Paul voor dat Oost-Duitsland een speciale status zou moeten krijgen. Het zou bijvoorbeeld een gebied kunnen zijn waar experimenten met nieuwe arbeidsrelaties worden aangemoedigd of speciale belastingvoordelen gelden. Voor een gebied als Mecklenburg-Vorpommern zou dat een manier kunnen zijn de economische achterstand in te lopen en het negatieve imago van het verleden achter zich te laten.
Simon Groen is directie-secretaris van hetDuitsland Instituut Amsterdam.
Het seminar vindt plaats op 25 april in het Duitsland Instituut Amsterdam. Voor het programma: zie de Agenda van het Duitslandweb. Aanmelding: bonekamp@dia.uva.nl of 020 525 3690.
Reacties
Geen reacties aanwezig