Op zoek naar de wortels van Bölls pacifisme
‘Brieven uit de oorlog 1939-1945’ van Heinrich Böll

Boeken - 9 mei 2007

(9 mei 2007) De beroemde Duitse schrijver Heinrich Böll heeft zich vanaf de Tweede Wereldoorlog tot aan zijn dood in 1985 voor de vrede ingezet. Maar de brieven die hij tijdens de oorlog schreef, tonen een heel andere kant van Böll.

Heinrich Böll (1917-1985), Nobelprijswinnaar en schrijver van romans als ‘Komst du nach Spa’ en ‘Wo warst du Adam’, stelde zijn leven in dienst van één doel: Nie wieder Krieg! In 2001 verscheen in Duitsland de verzamelbundel van de brieven die hij tussen 1939 en 1945 schreef. Een selectie daarvan is nu in het Nederlands vertaald. Het merendeel van de brieven in de bundel is geadresseerd aan Bölls vriendin Annemarie Cech, die de schrijver in 1942 huwt. In haar voorwoord vertelt Annemarie Böll dat de intieme passages van Böll aan haar in de bundel zijn weggelaten. Misschien een juiste keuze, want waar de vriend en echtgenoot verdwijnen, komen de schrijver en de soldaat des te scherper naar voren.

Op 22-jarige leeftijd schreef Böll al zijn eerste roman, ‘Am Rande der Kirche’, maar zijn prille schrijverschap werd kort daarna onderbroken toen hij in 1939 onder de wapenen werd geroepen. Gedurende de hele oorlog diende Böll in het Duitse leger, tot hij in 1945 in Amerikaans krijgsgevangenschap belandde.

Tijdens zijn diensttijd stopte Böll noodgedwongen met het werken aan zijn romans. In zijn brieven klaagt hij voortdurend over het afstompende soldatenleven en zijn onvermogen om fictie te blijven schrijven. De brieven vormden voor de gefrustreerde schrijver, die zich in de kazernes van de Wehrmacht afgesloten voelde van het echte leven, de enige uitlaatklep. Böll schreef veel, soms meerdere brieven op een dag.

De brieven tonen de praktijk van het Duitse soldatenleven in bezet West-Europa, waarin de geestdodende routine in bedompte kazernes het dagelijks leven bepaalde. Afgezien van een paar dagen aan het oostfront, waar hij licht gewond raakte, heeft Böll het grootste deel van de oorlog relatief vreedzaam doorgebracht. Voor de schrijver en zijn kameraden vormden zaken als sigaretten, goede toiletten en vooral brievenpost het levensgeluk: “de post, de post is het leven dat dagelijks opduikt, het echte menselijke, persoonlijke leven; de post is onze enige vreugde, dé vreugde.”

Chauvinistische uitwijdingen

Toch groeit Bölls anti-militarisme naarmate de oorlog een grimmiger karakter aanneemt: “Het leven is wreed en de oorlog, elke oorlog is misdadig; in deze laatste maanden van ellendige kwellerij ben ik voor altijd een absolute anti-militarist geworden.” In deze brief van 11 mei 1944 spreekt de pacifist Böll zoals we hem nu kennen. Afgezet tegen het besef van de gruwelijke oorlog krijgen ook zijn literaire uitwijdingen over het Franse landschap en de zee een scherp randje. Zij weerspiegelen Bölls morele plichtbesef om temidden van alle wreedheden van de oorlog vorm te geven aan een idee van hoop en schoonheid.

Bölls oorlogservaringen vormen het gesternte waaronder hij de rest van zijn leven zou blijven schrijven: “Ik heb een oude kop en door de schotwond aan mijn hoofd en al dat roken ben ik bijna constant duizelig, en oud, oud ben ik; we hebben geen ‘jeugd’ gehad, die is door deze misdadige oorlog met huid en haar verslonden!” Maar ook tonen zij hoe klakkeloos een ontwikkelde, volwassen soldaat zich tijdens de oorlog aan de kant van Duitsland schaarde; een vaderlandsliefde die hij pas na zijn krijgsgevangenschap ter discussie zou stellen.

Net zoals Günther Grass na zijn onthulling over zijn SS-verleden, is ook deze ‘goede’ Duitser door de publicatie van zijn brieven een stuk minder eenduidig geworden. Wellicht dat juist het besef van hun ‘schuld’ – en niet het idee van morele superioriteit - na 1945 de motor vormde achter de niet aflatende strijd van beide schrijvers onder het motto Nie wieder Krieg!.

Merel Leeman is freelance journaliste en schrijft onder meer voor NRC Handelsblad en De Groene Amsterdammer.

Heinrich Böll, ‘Brieven uit de oorlog 1939-1945’
Gekozen en vertaald door Goverdien Hauth-Grubben
De Arbeiderspers, Amsterdam 2007, € 27,50
ISBN 978 90 295 6464 9

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger