Column schuldencrisis: Déjà vu?
Vergelijking van de crises van 1992 en 2011
Columns - 11 augustus 2011
Déjà vu? De ontwikkelingen van de jongste dagen herinneren aan de crisis van 1992. Beleidsmakers die wanhopig nog een keer alles uit de kast halen, maar die uiteindelijk de loop van de geschiedenis niet kunnen stoppen.
De recente beslissing van de Europese Centrale Bank (ECB) om Spaanse en Italiaanse staatsobligaties op te kopen, is het beste voorbeeld van die wanhoop. De ECB weet als geen ander wat op het spel staat, maar heeft niet de middelen om de crisis op te lossen. Met het opkopen van staatsobligaties kan de ECB enkele speculanten behoorlijk pijn doen, maar meer ook niet. De ECB kan de rente van staatsobligaties niet blijvend laag houden. De ECB mag ook geen - goed of slecht - begrotingsbeleid belonen door staatsobligaties al dan niet op te kopen. Daarvoor ontbreekt het de ECB aan legitimiteit. Net als voor het monetariseren van schulden. Dat weet de ECB zelf ook en verklaart meteen haar halfslachtig optreden. Niets doen kan niet, maar meer doen mag niet.
Terwijl de ECB opnieuw brandweer moet spelen, wachten de Europese politici af en kijkt iedereen naar Berlijn. De Duitse regering heeft de sleutel in handen heeft om het hoofdstuk van de schuldencrisis af te sluiten. Maar Merkel-II beweegt zich in een vacuüm van besluiteloosheid tussen de Bild-Zeitung, de Duitse kiezers - van wie nog slechts 17 procent voor de euro is - en het grote Europese belang. Bondskanselier Angela Merkel is nog met vakantie en ziet de noodzaak van overhaaste beslissingen niet in, terwijl de weerstand in haar eigen coalitie toeneemt. Weerstand tegen de ECB die staatspapier opkoopt, tegen de verhoging van het noodfonds en tegen euro-obligaties. Als alle landen het Duitse voorbeeld wat beter zouden volgen, was er geen crisis meer.
Flashback. Europese landen met een gebrek aan concurrentiekracht, een goed draaiende Duitse economie en beleidsmakers die alleen oog hebben voor de nationale belangen maar niet voor de Europese. Politici die, voor de nationale belangen of idealen, zelfs bereid zijn de Götterdämmerung van een heel systeem te accepteren. Centrale banken die door renteverhogingen en marktinterventies het tij op de markten proberen te keren. Dat is 2011, maar ook 1992.
De crisis van 1992 eindigde met devaluaties en met Italië en het VK die uit het Europese monetaire stelsel stapten. De crisis was uiteindelijk het begin van de euro. De periode was een leerstuk over de onzin van wanhopig beleid, maar ook over hoe ontwikkelingen op de financiële markten politici tot een correctie van hun beleid kunnen dwingen. Als de parallellen tussen 1992 en 2011 zo doorgaan, zal de eurozone er na de crisis heel anders uitzien dan voor de crisis. Devaluaties zijn niet meer mogelijk. Al het andere wel. Een angstaanjagend déjà vu.
Carsten Brzeski is Senior Economist bij ING in België voor de Eurozone en Duitsland en schrijft regelmatig in Nederlandse en internationale media. Deze column is met toestemming overgenomen uit de Belgische krant De Tijd.
Reacties
Geen reacties aanwezig