Knipogen naar de Fernsehturm
Berlijn neemt de ruimte om Berlijn te zijn

Columns - 8 februari 2007

(8 februari 2007) Sterre Lindhout werkt sinds kort voor de Nederlandse ambassade in Berlijn. Voor het Duitslandweb schrijft zij iedere maand een column over haar belevenissen. Deze maand een lofzang op de ruimte in de Duitse hoofdstad.

Wie deze ruimte wil ervaren, moet een keer op het viaduct over het S-Bahnhof Warschauerstrasse gaan staan. Beslist één van de mooiste Berlijnse uitzichten. Mijn Duitse huisgenoot verklaart me voor gek: "Wat is er in hemelsnaam mooi aan een asfaltweg over een desolate krater vol uitgerangeerde treintoestellen?" Dat is niet eenvoudig uit te leggen. Maar ik houd van deze plek, van dit voormalige niemandsland tussen Oost en West. Als ik naar rechts kijk zie ik rijen grauwe huurkazernes, Friedrichshain. Achter mijn rug het silhouet van een hijskraan en aan de einder de fabrieken van Treptow. Links het begin van het westen: de rode torens van de Oberbaumbrücke en de U-bahn die zich in bochten wringt tussen de Kreuzbergse huizen. Als ik vooruit kijk, een wirwar van sporen op weg naar het Ostbahnhof, langs de witte DDR-flats, verspreid door de ruimte als een scheef gebit. Daarachter de geruststellende aanblik van de Fernsehturm, het ijkpunt, waar je ook bent. Driehonderdzestig graden Berlijn.

De grote afstanden maken Berlijn bij uitstek een stad om te fietsen. Laatst was ik een volmaakt gelukkig fietser: het was op een wintermorgen. Ik reed over de Karl Marx Allee, keihard. Trappend op het ritme van Duitse rock in mijn mp3-speler. De kou beet in m’n wangen en door mijn betraande ogen zag ik de statige gevels omlijst door een ijsblauwe hemel. Perfecte communistische ongenaakbaarheid. En aan de horizon, jawel, de Fernsehturm. Een enorme fakkel, aangestoken door de ochtendzon. Berlijners fietsen ook veel, meestal op roestige mountainbikes, met hun kettingslot om hun middel of schuin over hun schouder. Dat is hier mode.

Kerstboommetropool
Nog steeds vraag ik me tijdens iedere fietstocht af of er nog ergens een stad bestaat met evenveel bioscopen, dönertenten, kappers en matrassenwinkels? Met evenveel graffiti? Met evenveel kerstbomen? Ooit wel eens nagedacht over het aantal kerstbomen dat in een grote Oost-Duitse Plattenbau-flat past? In de week dat ik aankwam waren de stoepen vergeven van afgedankte bomen. Net een kudde reuze-egels. Ik weet eigenlijk niet wat ermee gebeurd is. Ik heb nooit een kerstbomen-ophaaldienst voorbij zien komen. Waarschijnlijk zijn ze gewoon weggerold. Ruimte genoeg.

Ja, die ruimte is de voornaamste reden dat ik me zo thuisvoel in Berlijn. Het gevoel dat achter iedere straathoek een wereld opengaat, de wetenschap dat je na een uur in de S-Bahn nog steeds de stad niet uit bent. Het werkt voor mij geruststellend. En als ik dreig te verdwalen, waar dan ook, knipoog ik even naar de Fernsehturm.

Sterre Lindhout is werkzaam voor de Nederlandse ambassade in Berlijn.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger