Tolle Woche: Gillen kent geen grenzen
Achtergrond - 8 oktober 2018 - Auteur: Ingrid BosmanEnschede stond afgelopen week voor de derde keer in het teken van Die Tolle Woche, oftewel de Duitslandweek. Het festival FeierZeit! bracht 600 Duitse en Nederlandse jongeren uit het grensgebied samen. Voor echt contact blijkt meer nodig dan workshops graffiti of een speelse stormbaan. “Iedereen doet zo zijn eigen ding.”
Hoe onderscheid je Duitse jongeren van Nederlandse leeftijdgenoten? Niet, blijkt deze vrijdagmiddag op het terrein van softwarebedrijf Tobit in het Duitse Ahaus. Pubers zover het oog reikt en alleen de taal verraadt aan welke kant van de grens ze wonen. Een dame werft in het Duits deelnemers voor de virtual reality-tour. "Das ist ‘ne spannende Kiste", roept ze in de microfoon. Een paar Nederlandse meisjes lopen voorzichtig in haar richting. Of ze begrepen wat er werd gezegd? "Zo’n beetje", zegt er een.
Enschede mag zichzelf dan ‘de meest Duitse stad van Nederland’ noemen, tegelijkertijd valt er over de grens nog een wereld te winnen. Aan economische groei, bijvoorbeeld, en aan banen. Vandaar Die Tolle Woche. “Doel is de kansen die de directe ligging aan de grens biedt, optimaal te benutten”, vertelt Barbara Verbeek, onderwijs-adviseur van de gemeente Enschede.
Op Duitsland oriënteren
Onderwijs was dit keer een centraal thema. Het festival FeierZeit is een vervolg op de ontmoeting die vorig jaar in Enschede werd gehouden. Een succes, volgens Verbeek: “Daar zijn blijvende uitwisselingen en zelfs vriendschappen uit voortgekomen.” Het organisatiecomité van scholieren stond volgens haar te popelen om opnieuw voor hun leeftijdgenoten aan de slag te gaan. Het festival laat zien dat globalisering geen ‘ver van mijn bed-show’ is, stelt ze vast. “Het buitenland ligt hier heel dichtbij.”
De contacten over en weer nemen ook in het onderwijs toe, constateert ze. Ze wijst op twee docenten die even verderop met elkaar staan te praten. De een geeft Duits in Nederland, de ander het omgekeerde. “Ze nemen elkaars mondelinge examens af.” Ondertussen wordt ze aangeklampt door een docente die graag in contact komt met de mensen van softwarebedrijf Tobit, omdat deze gastheer mogelijk opdrachten heeft die haar leerlingen kunnen uitvoeren.
Dat je jongeren niet vroeg genoeg vertrouwd kunt maken met het buurland is het idee achter het festival. Verbeek: “Als je achttien bent is het vrij laat om je nog op Duitsland te oriënteren. Het besef dat je in een grensregio leeft, moet eerder worden aangewakkerd. Op je veertiende of vijftiende sta je nog redelijk open voor nieuwe dingen.”
Neiging tot klitten
Aan een statafel op het zonovergoten buitenterrein geeft een groepje meiden het begrip FeierZeit een eigen invulling. Via een telefoon en kleine speaker klinkt muziek, er gaat een zak M&M’s rond. Leonie, Yaël, Selina, Dayenka en Anne – 13 tot 15 jaar oud - zijn leerlingen van het Zone.college, het voormalige Agrarisch Opleidingscentrum in Enschede. Was het niet de bedoeling dat ze contact zouden maken met Duitse leeftijdgenoten? “Daar weten wij niks van”, klinkt het stoer. Ze krijgen wel Duits op school, maar om nou zomaar Duitse scholieren aan te spreken… “Ik vind het niet nodig”, zegt er een. “Je ziet ze toch nooit terug.” Een ander: “Ik vind het te moeilijk.” “Mijn broer praat veel Duits thuis”, merkt een derde op. “Hij vindt het een mooie taal. Maar ik kan hem dan niet verstaan.”
Achter de meiden staat een lange rij voor de workshop graffiti. Ook bij het boogschieten is het druk. Maar om nou te zeggen dat de deelnemers echt mengen? Een docent bij de opblaasbare stormbaan bevestigt dat de puberale neiging tot klitten zich lastig laat doorbreken. “Ik ben al blij dat ik nu deelnemers heb van verschillende scholen.”
Misschien is de opzet te vrijblijvend, opperen vier meiden van het Werner von Siemensgymnasium in Gronau. Bilge, Beatriz, Jana en Lina – 14 en 15 jaar oud - vinden de workshops ‘interessant’, hebben inmiddels de hindernisbaan bedwongen en hebben zich net samen laten fotograferen. Maar van contact maken met Nederlanders is het nog niet gekomen. “Die doen zo hun eigen dingen, net als wij. En iedereen heeft nu eenmaal ook zijn eigen vrienden”, verklaart een van de meisjes. De taal is het probleem niet: dankzij Nederlandse les kunnen ze zich aardig redden. “Maar het werkt beter wanneer je vooraf in gemengde groepen wordt ingedeeld.”
Emoties universeel
Karine Roldaan en Elisabeth Hesemans van De Theatermakerij uit Enschede hebben ook gemerkt dat de scholieren deze middag uit zichzelf niet makkelijk de grens oversteken. Aan hun eerste filmworkshop deden alleen Nederlandse leerlingen mee. Met hulp van de organisatie wordt er voor de tweede workshop een gemengd team geronseld. De Duitse en Nederlandse meiden maken samen al improviserend een mini-thriller, met de wc’s als decor. De voertaal is aanvankelijk Nederlands, maar de woordenschat van de Duitse meisjes schiet toch tekort. Dat geldt ook voor het Duits van Roldaan en Hesemans, die daarom maar overschakelen op Engels. Voor de instructies welteverstaan, want in het filmpje zelf wordt niet gesproken.
Zo ervaren de zeven meiden dat emoties universeel zijn en dat gillen – bij de aanblik van een paar voeten dat uit een wc steekt – niet aan taal is gebonden. Karine Roldaan, die onder haar vaste cursisten ook een meisje uit Ahaus heeft, vindt het mooi om te laten zien dat je elkaar ook kunt verstaan zonder überhaupt te spreken. “Normaal gaan ze op deze leeftijd altijd meteen kletsen, kletsen en nog eens kletsen. Nu móeten ze wel acteren.”
Lees meer over 'Nederland-Duitsland':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Vijf vragen over de Duitse grenscontroles
Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.
Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’
Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.
Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees
Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.
Reacties