Duitsers hebben weinig over voor wereldtitel
Vergeleken met Brazilië houdt Noord-Europa de hand op de knip

Met het onderzoek probeert ING te achterhalen hoe consumenten het wereldkampioenschap voetbal beleven. Meer dan 6000 respondenten in twaalf voetballanden werd gevraagd hoeveel geld zij voor een wereldtitel over hebben. Daarnaast werd onderzocht of de ondervraagden denken dat hun land een kans maakt op winst.

Uit de cijfers blijkt dat de WK-koorts in landen als Brazilië en Portugal veel hoger oploopt dan bij onze oosterburen. De gemiddelde Braziliaan heeft 800 euro over voor de titel, een Portugees 368 euro. Nederlanders en Duitsers houden de hand liever op de knip en offeren ook niet zo graag hun vrije dagen op. In Argentinië is 79% van de mensen bereid om vakantiedagen in te leveren, in Nederland is dat maar één op vijf. Duitsers offeren gemiddeld vijf vakantiedagen.

De toekomst van het Duitse voetbal zien de Duitsers somber in. Slechts zeven procent van de Duitsers ziet zoonlief graag profvoetballer worden. Een carrière als directeur wordt door 54 procent van de ouders geprefereerd, gevolgd door professor.

Kansen

Toch zijn de Duitse respondenten erg positief over de kansen van hun land tijdens het kampioenschap. Veertig procent van de Duitsers denkt dat het nationale elftal wereldkampioen wordt. Daarmee zijn ze iets hoopvoller gestemd dan het Nederlandse publiek (34 procent). Overigens maakt het Nederlandse elftal volgens de Duitsers weinig kans, 24 procent gelooft in een oranje succes. Het Nederlandse voetbal wordt door de Mexicanen het meest gewaardeerd: 43 procent is er van overtuigd dat Nederland de gouden cup wint.