'Ze bouwen huizen met een hek eromheen'
De burgemeester van Kranenburg over ‘zijn’ Nederlanders
Achtergrond - 29 februari 2008
- Auteur:
Bas de Rue
(29 februari 2008) Günter Steins is burgemeester van Kranenburg, van alle grensdorpen de gemeente met het grootste aandeel Nederlanders: bijna 20 procent. Steins zit tussen twee vuren in, voor zijn dorp zijn de Nederlanders zowel een zegen als een vloek.
Dat de integratie van de meer dan tweeduizend Nederlanders in zijn dorp niet altijd even gladjes verloopt, is voor Günther Steins geen nieuws. Steins kent zijn pappenheimers.
De joviale burgemeester is geboren in de grensregio heeft zich opgewerkt van bankmedewerker van de Sparkasse in Kleef tot voorzitter van de plaatselijke CDU. Als echte plattelandsburgemeester is hij zeer benaderbaar. Ook de Nederlanders in Kranenburg zijn van harte uitgenodigd voor het maandelijkse vragenuurtje op Steins’ kantoor.
Bosrijke uithoek
Dichtbij het Reichswald zijn rust en natuur wat Kranenburg te bieden heeft. Het dorp is een van de bosrijkste gemeentes in Noordrijn-Westfalen. Steins: “De regio Kleef is in Duitsland echt een uithoek. Vroeger was hier in de omgeving nog industrie gevestigd. Kleding en schoenen werden hier gemaakt. Er waren melkfabrieken. Maar alle bedrijvigheid is in de jaren zestig van de vorige eeuw verdwenen.”
Bepalend voor de Nederlandse invloed in het gebied is de geografie. Nijmegen is veruit de grootste stad in de wijde omgeving en ligt op een steenworp afstand (12 kilometer). De dichtstbijzijnde grote Duitse steden Duisburg en Krefeld daarentegen zijn 70 kilometer ver weg. Een blik in de Bosatlas zegt alles: het Nederlandse grensgebied kleurt oranje van alle dorpjes en steden, het Duitse is nog overwegend groen.
Krimpende bevolking
Net als veel van zijn collega’s in de buurt maakt burgemeesters Steins een moeizame spagaat. De Nederlanders zijn een vloek en een zegen. Er zijn problemen, ja. Maar de Nederlanders geven ook een enorme economische impuls aan het dorp.
Steins draait niet om de hete brij heen. “Veel Kranenburgers weten dat hun welstand voor een groot deel afhankelijk is van de Nederlanders. Zeker als je denkt aan voorzieningen. In Kranenburg is net een grote slagerij geopend, we hebben een Aldi met een breed assortiment. Eigenlijk kun je hier alles kopen wat je nodig hebt. Ons voorzieningenniveau ligt veel hoger dan het inwonertal rechtvaardigt. Dat hebben we aan de Nederlanders te danken.”
Misschien betekent de komst van de Nederlanders zelfs wel de redding van Kranenburg, al wil Steins dat zo niet zeggen. Het dorp vergrijst in hoog tempo. Zonder de Nederlanders zou de bevolking al jaren krimpen, nu groeit zij met 16,4 procent per jaar. Dat is het hoogste groeicijfer van de hele regio.
Spanningen
De komst van zo veel Nederlanders brengt haast onvermijdelijk spanningen met zich mee. Spanningen die op het gemeentehuis niet onopgemerkt blijven.
Het gemeentelijke masterplan voor Kranenburg in 2020 constateert in mooie ambtenarentaal onder de Nederlanders “een relatieve passiviteit op het gebied van integratie”. Hun werk, hun familie en vrienden, alles hebben ze nog in Nederland. Daar gaan ook hun kinderen naar school. Duitsland betekent voor hen goedkoop wonen op een steenworp afstand van hun oude leventje.
'Economische vluchtelingen' heten ze ook wel grappend in Kranenburg.
Dat de nieuwe Kranenburgers met hun rug naar Duitsland leven en zich bij voorkeur om hun eigen zaken bekommeren, stuit bij de Duitsers op onbegrip. Dat zijn ze niet gewend. Steins: “In deze streek is het de regel dat als je er komt wonen, je actief deelneemt aan het dorpsleven. Dat is gewoon traditie. Je wordt lid van de Heimatverein, de carnavalsvereniging en de schutterij. De mensen hier vinden het maar vreemd als je je terugtrekt op je eigen erf.”
Het is een ideale voedingsbodem voor kleine ergernissen. Bijvoorbeeld als die luidruchtige Nederlanders zo nodig op zondag aan hun huis moeten gaan klussen of hun gras maaien. Dat vinden de zeer katholieke Kranenburgers maar niks. In de regio is zondag nog echt de dag des Heeren. Steins: “Als je op zondag lawaai maakt, dan heb je heibel.”
Platteland versus stad
Meer nog dan de tegenstelling Nederland-Duitsland botst in Kranenburg het platteland op de grote stad. De overgrote meerderheid van de Nederlanders komt uit de regio Arnhem/Nijmegen, een gebied dat sterk verstedelijkt is. De Nederlandse Kranenburgers houden vast aan hun stadse gewoontes, met het verschil dat ze nu op het platteland wonen.
Steins: “Je hebt twee groepen Nederlanders. Mensen die in Nederland al in dorpen dicht bij de grens woonden en voor 2,5 ton hier een huis kopen. Die hebben überhaupt geen probleem met integratie. Die doen actief mee aan het verenigingsleven, gaan helemaal op in de dorpsgemeenschap. Kijk bijvoorbeeld naar Zyfflich. De schutterij daar heeft een Nederlandse schutterskoning.”
“De andere groep noem ik de grootstedelingen. Die komen direct uit de stad hierheen. Ze bouwen huizen met een hek eromheen, willen niet integreren. Daar hebben ze ook geen belangstelling voor, ze zijn puur uit economische motieven verhuisd."
Tweetalig onderwijs
Toch wil Kranenbrug proberen de Nederlanders stapje voor stapje bij het dorpsleven te betrekken. De gekozen weg is het dorp aantrekkelijker te maken voor de Nederlandse nieuwkomers.
Een sleutelrol kreeg de Christophorus bassischool toegekend, waar sinds 2006 tweetalig onderwijs wordt gegeven, Nederlands en Duits. Kranenburg scoorde er een primeur mee. Steins is er maar wat trots op.
De school heeft speciaal een Nederlandse lerares geworven en het lesprogramma is aangepast aan het leerplan op Nederlandse scholen. Het stelt Nederlandse leerlingen in staat na de vierde klas moeiteloos over te stappen naar een school in Nederland.
Steins: “Alle partijen hebben hier voordeel bij. Omdat we een native speaker als docent Nederlands hebben, hoeven Nederlandse ouders niet bang te zijn dat het Nederlandse onderwijs onder de maat is. Op hun beurt leren onze Duitse kinderen Nederlands. Het werkt, steeds meer Nederlanders sturen hun kinderen hiernaartoe.”
Steins blijft echter realistisch, hij beseft dat de gemeente maar zo veel kan doen om de integratie te bevorderen. Nederlanders die niet willen integreren zal hij waarschijnlijk niet bereiken.
"Mensen die niet willen haal je niet binnen met projecten als de tweetalige school. Zij houden hun hele netwerk in Nederland. Hun kinderen gaan daar naar school, daar is hun baan. Ze komen voor de rust en willen geen gezeur aan hun hoofd als ze thuiskomen van werk. Trouwens, voor Duitsers uit grote steden geldt dat ook. Die gedragen zich precies hetzelfde.”
Bas de Rue is redacteur van het Duitslandweb.
Lees meer over 'Nederland-Duitsland':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Vijf vragen over de Duitse grenscontroles
Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.
Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’
Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.
Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees
Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.
Reacties
Geen reacties aanwezig