De gekroonde crisismanager
Columns - 17 april 2020 - Auteur: Carsten BrzeskiDuitsland is weer in topvorm. Geen twee maanden geleden klonk het heel vaak nog dat Duitsland op weg was 'de zieke man van Europa’ te worden. Die beschrijving is nu ongepast. Duitsland lijkt weer aan de top te staan, dankzij een uitstekend crisismanagement. Betekent dat ook dat Duitsland na de crisis koploper blijft?
Dat Duitsland kan organiseren komt niet als een verrassing. Volgens de Deep Knowledge Group is het crisismanagement in Duitsland het op een na beste van de hele wereld. Alleen Israël doet beter. Geen enkel ander Europees land haalt de top 10.
De effectiviteit van de lockdownmaatregelen, de daadkracht van de overheid en de kwaliteit van het zorgstelsel doen Duitsland erg hoog scoren en verklaren het relatief lage aantal doden. Wie had kunnen denken dat de combinatie van een van de duurste zorgstelsels ter wereld en een ‘genetische’ gezagsgetrouwheid ooit zo’n voordeel zou zijn?
Ook op economisch gebied blinkt Duitsland uit in crisisbeleid. Na alle kritiek van de afgelopen jaren op het dogmatisch vasthouden aan de 'schwarze Null' (een begroting in evenwicht) en twee blinde ogen voor investeringen voor de toekomst, is alles nu anders. ‘Nicht Kleckern, sondern Klotzen’ (‘niet met beetjes, maar met bergen’) is het nieuwe leitmotiv.
Er is een duizelingwekkend pakket van budgettaire stimulering van zo'n 5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) ter compensatie van het verlies aan inkomsten en lonen, en nog eens van zo’n 25 procent van het bbp voor garanties aan en mogelijke staatsparticipaties in bedrijven. Komt Duitsland daardoor, net als na 2009, weer als eerste en sterkste uit de crisis?
Nu is het antwoord niet zo duidelijk. Duitsland ging de crisis van 2008-2009 in zonder economische problemen, zonder huizenmarktzeepbel, zonder schuldenprobleem en met structurele hervormingen die net gebeurd waren. Doorslaggevend was toen de Aziatische sugardaddy, lees China. Die was nauwelijks getroffen door de crisis en had op zijn weg naar de wereldmacht heel veel Duitse producten nodig.
In 2020 is de situatie anders. De Duitse industrie was al aan het kwakkelen toen de crisis uitbrak en het gevaar van een deglobalisering na de coronacrisis maakt de vooruitzichten niet beter. Consumptie en diensten, die het heel goed deden, krijgen door de crisis een enorme klap. Pas bij het economisch herstel - wanneer het ook komt - zal blijken hoeveel blijvende schade deze twee sectoren hebben opgelopen.
De gemiste koffies op het terras, het muziekconcert, de paasvakantie en misschien zelfs de zomervakantie komen niet meer terug. De binnenlandse vraag, de economische motor van de afgelopen jaren, zal lijden. Daar staat tegenover dat de crisis aantoont dat Duitsland ‘nieuwigheden’ als thuiswerken en digitalisering aankan. De meeste hoop ligt echter in het feit dat de regering de schwarze Null heeft laten vallen. Het kan dus wel.
Duitsland zal na de crisis als eerste weer uit de startblokken komen, maar een voorsprong bij de start is geen garantie dat je als eerste over de finish gaat.
Deze column is met toestemming overgenomen uit de Belgische krant De Tijd
Lees meer:
Soapserie 'investeren met de schuldenrem'
Wat een misdaadserie gemeen heeft met de Berlijnse politiek legt econoom Carsten Brzeski uit in zijn nieuwe column.
De Duitse e-auto wacht op de parking
Voor de Duitse autosector zijn de gouden jaren achter de rug, schrijft econoom Brzeski. De Duitse automakers gooien het roer om.
Duitsland wordt traag en oud
Duitsland vergrijst sneller dan veel andere Europese landen. De economische gevolgen daarvan zijn ingrijpend, aldus econoom Brzeski.
E-auto centraal op autobeurs IAA
De autoshow IAA in München geeft een hoofdrol aan de e-auto, maar de modellen waarvan de Duitse merken het moeten hebben, hebben nog steeds een verbrandingsmotor.
Reacties
Geen reacties aanwezig