Levenspaden na de DDR
Duitse literatuur
Boeken - 2 juni 2020
- Auteur:
Ewout van der Knaap
Al sinds dertig jaar kan de boekenkast worden gevuld met literatuur die de DDR verwerkt. Soms gaat het over hoe de ideologie diverse generaties raakt, zoals in de gelauwerde roman ‘In Zeiten des abnehmenden Lichts’ (2011) van Eugen Ruge, een andere keer gaat het over de moeizame hervinding van de eigen identiteit na de Duitse eenwording, zoals in de roman ‘Der Zimmerspringbrunnen’ (1995) van Jens Sparschuh. Met het jubileum van de eenwording voor de boeg verschenen twee romans die het lezen waard zijn.
In ‘Die rechtschaffenen Mörder’ laat Ingo Schulze zien hoe een boekhandelaar in Dresden gaandeweg rechtsextreme posities inneemt. Zijn antiquariaat is ten tijde van de DDR een vrijplaats, maar verliest na het failliet van het systeem de functie van het stille verzet. Daardoor brokkelt de identiteit van de handelaar langzaam af en glijdt hij af in de denkwereld van anti-islambeweging Pegida.
Waar de roman van Schulze toegankelijk vertelt en uiteindelijk de lezer door perspectiefwisselingen op de proef stelt en aan het denken zet over ingesleten beelden over Oost en West, sleurt Lutz Seiler de lezer mee in een lijvige roman die fonkelt van kleinere verhalen, vreemde sferen en boeiende personages.
Seiler schetst twee geschiedenissen in ‘Stern 111’. We volgen de sporen van Carl en van diens ouders. Nadat zijn ouders na de val van Muur de DDR hebben verlaten, probeert Carl zijn eigen weg te vinden. Hij rijdt naar Berlijn in de goed onderhouden Zhiguli van zijn vader, leeft een tijdje van de illegale verdiensten als taxichauffeur in zijn Russische wagen en vindt een plek in het alternatieve milieu in Prenzlauer Berg waar hij als een ware arbeider zijn metselaarsvaardigheden inzet.
Met veel gevoel voor detail beschrijft Seiler hoe er een commune-achtige scene ontstaat in Oost-Berlijn, hoe leegstaande woningen een nieuw leven krijgen en hoe een verlegen dichter langzaamaan te midden van gelukszoekers, kunstenaars en prostituees ontluikt. Iedereen probeert zich te oriënteren in een nieuw tijdsgewricht: “Am Ende hätten die Deutschlandrufe eher wie Hilferufe geklungen, eher verzweifelt als begeistert”.
Prenzlauer Berg is inmiddels een hippe en dure wijk, maar voor en kort na de val van de Muur leefden er kunstenaars en dwarsdenkers. Het adres Rykestraße 27 en andere locaties nabij de Wasserturm licht de roman uit; het zijn plaatsen van herinnering uit een ietwat anarchistische en experimentele tijd. De vervallen gebouwen van toen zijn vrijwel allemaal onherkenbaar getransformeerd, zoals zo veel in dertig jaar tijd is veranderd. Seiler laat zien wat de onbestemde periode na de val van de Muur ook betekende: iemand ontdekt zijn dichterlijke kwaliteiten en ontleent eigenwaarde aan de bedrijvigheid in de idealistische groep. Het verhaal van Carl spiegelt hij aan andere personages die Prenzlauer Berg bevolken.
Voor ‘Stern 111’ ontving Seiler de prijs van de Leipziger Buchmesse; in 2014 had hij voor zijn roman ‘Kruso’ de Deutscher Buchpreis gekregen. ‘Kruso’ speelt zich vlak voor de val van de Muur op het eiland Hiddensee af, een vrijplaats voor dromers en systeemvluchtelingen. De parellel met ‘Stern 111’ is opmerkelijk, ook hier wordt een niche gevonden en gaat het over identiteitscrises.
Net als in Kafka’s roman ‘Amerika’ (of ‘Der Verschollene’) wordt een zoon in de steek gelaten. Bij Kafka wordt de zoon Karl bij wijze van straf naar Amerika gestuurd, bij Seiler laten de ouders de volwassen zoon (een naamgenoot van Kafka’s verstoten zoon) alleen en vertrekken zelf naar het beloofde land, via de Bondsrepubliek Duitsland naar Amerika.
Het verhaal over de ouders, Inge en Walter, is spectaculair en geeft inzage in het wel en wee van Oost-Duitsers die een nieuw bestaan proberen op te bouwen tegen heersende vooroordelen in. Ze fantaseerden al sinds 1958, toen ze in West-Berlijn een concert van Bill Haley bijwoonden, van een ander bestaan. Ze durfden het niet aan en verwerkelijken pas decennia later hun droom en eindigen in Amerika, nadat ze eerst een vluchtelingenbestaan moesten leiden en als pioniers te werk gingen.
In literatuur gaat het niet alleen om de inhoud, de vorm is bepalend. Over ‘Die rechtschaffenen Mörder’ kun je nauwelijks spreken zonder iets over de vorm te zeggen en dan geef je al gauw wat van de roman weg voor hen die hem nog willen gaan lezen. Schulze biedt eerst een kijk in de ziel van een overtuigde boekenmens om dan door andere vertelperspectieven te gaan bespiegelen. Die keuze doet wat geforceerd aan en roept de vraag op of de lezer niet sterker geboeid zou zijn als het perspectief tot het einde bij de boekhandelaar Paulini gelegen zou hebben. Waar Seiler erin slaagt om Carl en zijn ouders veel reliëf te geven, blijven personages bij Schulze uiteindelijk toch wat vlak, ook al krijgt de lezer genoeg om over na te denken.
Schulze vertelt toegankelijker, met een wat ouderwetse vertellersstem. Seilers observaties en stijl zijn bijzonder prikkelend, maar vergen een grote geoefendheid in het Duits. Beide boeken zijn een Nederlandse vertaling waard.
Lees meer over 'Literatuur':
‘Soms is schrijven intensiever dan het leven zelf’
Interview met Julia Schoch over 'Het liefdespaar van de eeuw', dat in Duitsland lovend werd ontvangen en nu in Nederland verschijnt.
Op de Buchmesse Leipzig: booktok, cosplay en politiek
Petra Schulze Göcking (DIA) sprak in Leipzig met auteurs en bezoekers van de Buchmesse en kwam terug met hun boekentips.
DDR-roman Brigitte Reimann vertaald en zonder censuur
Roman 'Mijn broer en ik' van Brigitte Reimann wordt 60 jaar na verschijnen internationaal ontdekt.
Erpenbeck: ‘Het beste aan de DDR was de hoop’
Met ‘Kairos’ wil schrijfster Jenny Erpenbeck haar DDR-herinneringen vastleggen.
Reacties
Geen reacties aanwezig