Staatsinrichting BRD
BRD Wirtschaftswunder: 1949-1966
Met de stichting van de BRD onderging de Duitse staatsinrichting opnieuw een ingrijpende verandering. Bij de opstelling van de grondwet probeerde men rekening te houden met fouten uit het verleden. De BRD werd een federatie. De kanselier was hoofdverantwoordelijk voor het beleid en de bondspresident vervulde slechts een ceremoniële functie.
Adenauer (1876-1967) was de eerste naoorlogse Bondskanselier en een overtuigd voorstander van democratie.
Bij het opstellen van de grondwet werden belangrijke lessen uit het verleden getrokken. Zo werd de politieke macht in de nieuwe Bondsrepubliek evenwichtiger verdeeld dan in de Republiek van Weimar het geval was geweest. De geallieerden wilden dat West-Duitsland een stabiele democratie werd, om zo hernieuwde Duitse agressie te voorkomen.
De Bondsrepubliek kreeg een federale structuur: de tien (later elf) deelstaten kregen wetgevende bevoegdheden op terreinen als onderwijs en media. Naast de Bondsdag, vergelijkbaar met de Nederlandse Tweede Kamer, werd ook een Bondsraad gevormd, die bestond uit vertegenwoordigers van de deelstaten. De Bondsraad moest alle grondwetswijzigingen en ook een groot deel van de wetsvoorstellen goedkeuren.
Een ander belangrijk verschil met de Weimar-republiek was de positie van de president. Ten tijde van Weimar kon die via noodverordeningen buiten het parlement om regeren, met alle desastreuze gevolgen van dien. In de Bondsrepubliek kreeg de president een representatieve functie, vergelijkbaar met de positie van de koningin in Nederland. De bondskanselier kreeg de zwaarste verantwoordelijkheden toebedeeld: in feite stippelde hij de hoofdlijnen van het beleid uit.
Konrad Adenauer was de eerste bondskanselier van de BRD en bleef van 1949 tot 1963 aan de macht. Der Alte was al 73 jaar oud toen hij kanselier werd en regeerde op autoritaire wijze. Toch was hij een overtuigd voorstander van de democratie. Met de leus Keine Experimente behaalde de christendemocraat de absolute meerderheid in de Bondsdag bij de verkiezingen van 1957.