Online-huiszoekingen niet helemaal verboden
Nieuws
Achtergrond - 27 februari 2008
(27 februari 2008) Duitse opsporingsdiensten mogen heimelijk inbreken in computers. Dat heeft de hoogste Duitse rechtbank vandaag bepaald. Tegelijkertijd verklaarde ze een wet nietig die precies dat mogelijk maakte.
Computers van verdachte personen mogen alleen door opsporingsdiensten uitgeplozen worden als “uitzonderlijk belangrijke rechtsgoederen” zoals mensenlevens of het landsbelang concreet gevaar lopen.
Bovendien is voorafgaand altijd toestemming van een rechter nodig.
Beperkingen
Onder die voorwaarden staat het Bundesverfassungsgericht (BVG), het constitutionele hof van Duitsland, de zogenaamde ‘Online-Durchsuchungen’ toe.
Vanwege het ontbreken van die beperkingen en vanwege andere onduidelijkheden heeft de rechtbank een wet van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, die de inbraak in computers mogelijk maakte, nietig verklaard.
Klagers
Daarmee zijn de klagers – een journaliste, een politicus en drie juristen, onder wie de vroegere minister van innenlandse Zaken Gerhart Baum (FDP) – in het gelijk gesteld.
Zij hadden de zaak aanhangig gemaakt vanuit de overtuiging dat deze wet indruiste tegen de Duitse grondwet. Volgens hen tast het van staatswege doorzoeken van computers de onschendbaarheid van de woning aan.
Niet in alle gevallen
Maar de online-huiszoekingen worden dus niet in alle gevallen verboden, zoals de klagers hoopten. De rechter heeft met zijn uitspraak in feite de grenzen van het computer-grondrecht vastgesteld.
Daar zal de landelijke politiek, die de zaak aandacht volgde, nu gebruik van maken. Met name minister Wolfgang Schäuble (CDU) van Binnenlandse Zaken verwacht veel van het online doorzoeken van computers in de strijd tegen het terrorisme.
Hij zal, nu de voorwaarden bekend zijn, vrijwel zeker stappen ondernemen om de opsporingsdiensten op landelijk niveau deze bevoegdheid te geven.
Bundes-Trojaner
De ‘Online-Durchsuchungen’ hebben het afgelopen jaar in Duitsland veel stof doen opwaaien.
Om zich toegang tot computers te verschaffen, wilden de opsporingsdiensten namelijk gebruik maken van heimelijk verspreide programmaatjes – spottend ‘Bundes-Trojaner’ genoemd, naar de gebruikelijke naam voor deze spyware: Trojans.
Vooral deze methodiek, die tot dusver met internet-criminaliteit geassocieerd wordt, leidde tot grote ophef. Bovendien zijn de ‘Bundes-Trojaner’ niet doelgericht in te zetten. Slechts wie al dan niet bewust daartoe het commando geeft, installeert het op zijn computer.
Bekijk de uitspraak van het hof op Bundesverfassungsgericht.de
Reacties
Geen reacties aanwezig