‘Ophouden Duits als Oud-Keltisch te zien’
Serie Duits op de werkvloer

Van der Touw, die klassieke talen studeerde, spreekt binnen Siemens alleen Duits met zijn Duitse collega’s. Hij wil zijn gesprekspartners de kans bieden om zich genuanceerd uit te drukken. “Dit levert nauwkeurigere informatie op dan wanneer je allebei Engels praat.”

Als voorzitter van de Duits-Nederlandse Handelskamer is hij een groot pleitbezorger van de Duitse taal. Nederlandse bedrijven laten volgens hem jaarlijks miljarden liggen bij gebrek aan kennis van de Duitse taal en cultuur. “Wij kennen de weg naar Keulen en Düsseldorf, maar het economische potentieel in Baden-Württemberg en Beieren is vele malen groter dan in Noordrijn-Westfalen. Onze Nederlandse technologiebedrijven zijn perfecte toeleveranciers voor de Duitse auto-industrie en machinebouw. Als we in Zuid-Duitsland dezelfde marktdoordringing zouden hebben als in NRW, zouden we op korte termijn tien miljard meer kunnen verdienen. Maar hoe zuidelijker je komt, hoe groter de cultuurverschillen zijn. Die overbrug je alleen via de taal. Taal vormt de sleutel tot begrip.”

Aan de universiteit van Münster studeren meer eerstejaars Nederlands dan alle studenten Germanistiek in Nederland samen, merkt Van der Touw op. Duitse studenten bezoeken massaal Nederlandse universiteiten, en een behoorlijk deel van de Duitsers tot 45 jaar doet werkervaring op in het buitenland. Dat heeft volgens Van der Touw met Weltoffenheit te maken. “Veel Nederlandse scholieren schrappen Duits uit hun rooster. In een systeem waarin men vakken kan laten vallen, wordt al gauw naar het nut gekeken. Maar het is een mythe dat Engels dé internationale zakentaal is. Nederland is zeer Angelsaksisch geworden en focust sterk op de BRIC-landen, maar we vergeten vaak dat we meer naar Hamburg en omgeving exporteren dan naar heel Brazilië.”

Toch zijn Nederlanders Duitsland aan het herontdekken als vakantiebestemming en economische handelspartner. BN’ers als Sylvie Meis en Arjen Robben hebben volgens Van der Touw de positieve beeldvorming versterkt. Ook scholieren zouden vaker rolmodellen voor de klas moeten krijgen. “Ons onderwijscurriculum is ontzettend ouderwets. Jongeren gaan meer voor coole rolmodellen dan voor inhoud. Een man als André Kuipers speelt een belangrijke rol in de promotie van het techniekonderwijs. Deze formule zou ook voor het vak Duits goed werken. Laat zien hoe leuk het is om die taal te leren, met gekke gedichtjes, spreektaal en grapjes. Maar ook met gastsprekers naar wie de leerlingen opkijken.”

Volgt na de ‘herontdekking’ van Duitsland ook een heropleving van het vak Duits op school? Van der Touw zou het een mooie ontwikkeling vinden. Hij betreurt dat Nederlanders hun brede talenkennis enigszins kwijtgeraakt zijn. “Laten we ophouden Duits als een soort Oud-Keltisch te zien. Het is onnodig schraal om alleen steenkolenengels te praten.”