'Met steenkolen-Duits kom je er niet op Duitse markt'
Duits op de werkvloer
Achtergrond - 16 april 2018
- Auteur:
Marja Verburg
Of je nou Duitse boeren in de grensstreek adviseert over veevoer, hoogwaardige software verkoopt aan Duitse klanten of Duitse bezoekers wil trekken naar je attractiepark: je moet de taal leren. “Als je de Duitse taal beheerst en een goed stel hersens hebt, ben je verzekerd van een baan.” Voorafgaand aan de Dag van de Duitse taal: drie Nederlanders over Duits in hun werk.
Huub Lohuis sprak “heel belabberd Duits” toen hij zo’n jaar of 15 geleden van zijn werkgever ForFarmers de grens over moest op zoek naar nieuwe klanten. Hij geeft voorlichting over veevoer aan rundveeboeren. “Ik ben zeg maar diëtist van koeien.” Hij reed met zijn auto naar Duitsland en belde aan bij boeren, “met mijn Sesamstraat- en Bundesliga-Duits”.
Je moet gewoon niet bang zijn om fouten te maken, zegt Lohuis. "Dat Duits maak je je dan toch snel eigen." Soms zag hij klanten wel lachen. "Dan dacht ik: 'wat heb ik nou weer gezegd'. Maar ze vonden het ook knap dat ik het probeerde. Het Duits dat ik nodig heb voor mijn werk is inmiddels heel goed.”
Peter van Harten sprak al heel goed Duits toen hij voor zijn bedrijf Isah Business Software verantwoordelijk werd voor de Duitse klanten en kantoren. “Mijn vader was leraar Duits, het is me met de paplepel ingegoten. Maar dat is niet voldoende om aan een paneldiscussie mee te doen, of een presentatie te geven, zoals ik nu doe.” Dus ging hij naar de nonnen in Vught om zijn Duits te “finetunen”. Hij onderhoudt ook de contacten met Duitsland voor Smart Industry, een landelijk programma van onder meer de Kamer van Koophandel, de Metaalunie, TNO en EZ, om sectoren en bedrijven slimmer te laten samenwerken.
In zijn sector is het heel belangrijk de taal te beheersen, zegt Van Harten. “Te makkelijk wordt gedacht dat het ook wel met Engels kan, of met steenkolen-Duits. Daar zegt een Duitser dan niets over, maar hij denkt ondertussen wel: 'dat is niet iets voor mij'.”
Karin Koppelmans, communicatiespecialist bij attractiepark de Efteling, leerde het Duits dat ze nodig had ‘on the job’. Ze moet er onder meer voor zorgen dat Duitse media over de Efteling berichten. “Ik sprak al aardig Duits, maar vakantie-Duits is echt niet voldoende voor zo’n baan.” Zij leerde de vaktermen vooral op Duitse beurzen. Omdat de Efteling steeds meer buitenlandse bezoekers trekt, zijn er inmiddels taaltrainingen voor de medewerkers in het park gekomen. “Dat gaat om heel praktische zaken als: ‘wilt u uw bril afzetten’, of: ‘kunt u uw tas tussen uw voeten plaatsen’.”
‘Engels wordt niet gewaardeerd’
Hoe verschillend hun klanten en werkomgeving ook zijn, met Engels kom je er niet, zeggen Lohuis, Van Harten en Koppelmans alledrie. “De Duitse jeugd spreekt nu wel beter Engels dan de oudere generaties, maar het is nog steeds beperkt”, merkt Lohuis. Ook Koppelmans ziet dat jongere Duitsers steeds beter Engels spreken. “Maar bezoekers in het park willen in het Duits aangesproken worden. En ook menukaarten in het Duits worden zeer gewaardeerd.”
“Hoe zuidelijker je komt, des te minder wordt Engels gewaardeerd”, zegt Van Harten. “Een directeur van een groot Duits bedrijf dat zaken doet met China spreekt wel Engels. Maar in het mkb spreken directeuren dat lang niet allemaal.” Hij had vorige week een workshop met een Duitse klant. “Ik was met een Nederlandse collega die geen Duits spreekt. Voor de Duitsers was Engels een obstakel. Dan moet je steeds vertalen en daardoor gaan echt dingen verloren. En laatst had ik een kleine aanrijding bij Dortmund. Daar kwam de politie bij. Die spreekt ook echt geen Engels.”
Hoe goed je Duits moet zijn, hangt natuurlijk ook van je product en je functie af, zegt Van Harten. “Wij verkopen een kennisintensief product, dat ook best wat geld kost, dus dan moet je bedrijven kunnen overtuigen en dat moet je echt in hun eigen taal doen. De offerte en de presentatie móeten in het Duits, anders kom je niet eens door de selectieronde. Er zijn genoeg Duitse concurrenten. Als je op directieniveau wil meedoen, moet je de taal echt machtig zijn en de nuances kennen.”
Koppelmans wil ook op niveau met haar Duitse contacten communiceren. “Het verschil tussen Duits spreken en schrijven is heel groot. Spreken gaat makkelijk, maar als ik ga mailen, doe ik daar echt wel langer over. Dan moeten ook alle naamvallen kloppen. Duitsers zijn zo perfectionistisch. Dan wil ik dat ook zijn.”
Hiërarchie
Hiërarchie speelt in Duitsland nog steeds een belangrijke rol. Lohuis vindt Duitsers weliswaar positief veranderd - “ze zijn opener en vrijer geworden” - maar hij spreekt de Nederlandse directeur van zijn bedrijf met je en zijn voornaam aan, terwijl hij tegen het hoofd van de Duitse vestiging nog steeds Sie zegt.
“Die hiërarchie moet je echt respecteren”, zegt Van Harten. “Als ik met een collega op pad ben, zijn we wat mij betreft gelijkwaardig. Maar de Duitsers zien mij als de baas en willen mijn collega er dan eigenlijk niet bij, want die is lager in de organisatie. Ik kondig het nu aan als ik met een consultant ga en vraag dan of zij ook hun consultant erbij halen. Anders moet ik twee afspraken maken.”
Ook in de communicatie zijn Duitsers een stuk formeler dan Nederlanders. “Duitsers houden van lange zinnen, veel woorden. Met jonge mensen gaat dat makkelijker, maar ook zij zijn formeler dan Nederlanders”, zegt Koppelmans. Van Harten: “Als ik met een directeur spreek en hem daarna een mailtje stuur, kan dat in Nederland kort. In Duitsland bedank je voor het bezoek, zeg je dat het goed verlopen is en zet je de belangrijkste punten op een rij. Het moet vollediger, je kunt echt niet volstaan met twee zinnen. En de documentatie moet echt af zijn. Je kunt geen stukken met nog vier vraagtekens erin sturen.”
‘Getriggerd door inhoud’
Duitsers worden getriggerd door inhoud, zegt Van Harten. “Ik liep een paar keer vast in een proces in Duitsland. Toen bleek dat ik niet concreet genoeg was, ik had het niet voldoende uitgediept en gedocumenteerd. Nu stuur ik dus eerst een document met vragen, antwoorden en de kosten. Dat werkt. De Hollandse bravoure kan wel, maar dan moet de Duitse Gründlichkeit er wel onder liggen.”
Wat ook niet werkt: langskomen als je toevallig in de buurt bent, merkte Van Harten. “Dan kun je wel een kop koffie komen drinken, maar je kunt geen inhoudelijke afspraak maken, want dat is niet voorbereid dus dan kan het in de ogen van een Duitser niet goed zijn.”
Lohuis, Koppelmans en Van Harten kunnen alledrie niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is Duits te leren. “Ik dacht op de mavo: daar doe ik toch niks mee”, zegt Lohuis. “Maar dat loopt dan toch anders. Ik heb nu twee kinderen, van 13 en 15. Ik benadruk nu heel erg het belang van Duits. Zéker in de grensstreek.”
Koppelmans: “Mijn leraar Duits zei vroeger: de hele Duitse grammatica past op een postzegel. Daardoor dacht ik: nou, dan kan ik dat wel leren. Je moet je niet laten afschrikken door de grammatica. Duits biedt echt kansen op de arbeidsmarkt. Het wordt gewaardeerd door Duitsers als je het goed spreekt en door bedrijven in Nederland die zaken met Duitsland doen.”
‘Verzekerd van een baan’
Van Harten gaat nog verder: “Als je de Duitse taal beheerst en een goed stel hersens hebt, ben je verzekerd van een baan. Ja, echt. Ook in Duitsland zelf. Er zijn steeds meer Nederlanders die in het Duitse bedrijfsleven werken. Het is een meerwaarde hoe wij dingen aanvliegen. Onze open en innovatieve cultuur, het polderen.” Nederland is de tweede handelspartner van Duitsland, na China en voor de VS en Frankrijk, zegt Van Harten. “Vanuit Nederland gezien is de Duitse taal misschien nog wel belangrijker dan Frans of Spaans.”
“De Duitse taal is moeilijk maar dat is Engels ook", zegt Van Harten. "Je moet veel doen om je de taal eigen te maken. Ik heb altijd een boekje bij me in mijn tas van een blaadje of tien met de moeilijkste dingen voor mij in het Duits.”
Lees meer over 'Duitse taal':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Een problematische beer
De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?
Vechten als ketellappers
De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.
Een 'Sternstunde' voor Duitsland
Sternstunde, een mooi en onvertaalbaar woord voor wat er nu gebeurt in Duitsland, tenminste dat hoopt columniste Inge Jooris.
Reacties
Duitsers spreken Engels beter dan een Brit Duits, waarom zouden Duitsers beter Engels moeten kunnen? ze hebben een andere taal pas nodig als ze in het buitenland werken, Duitsers zijn praktisch ingesteld en doen alles wat nodig is,verder hebben ze geen behoefte aan Britse of Amerikaanse overheersing,
Ik vind dat er meer aandacht moet gegeven worden aan de Duitse taal ipv alleen Engels
Als Duitse in Nederland heb ik leiding gegeven aan internationale teams. Vaak in de mix NL, D en B. Als je weet de sterke punten van elke kultuur in te zetten, kan je geweldige prestaties leveren. Ik combineer vaak de pragmatische flexible aanpak van de Nederlanders, laat het vervolgens door Duitsers uitwerken en zorg dat de Belgen de verschillende invalshoeken vanuit de communicatie belichten. Geweldig. Maar dat gaat niet zomaar. Door deze punten expliciet te benoemen creëer je waardering.
Helemaal waar! In Deutschland spricht man deutsch. Men waardeert gelukkig wel alle pogingen om min of meer Duits te spreken. En wij als Hollanders staan er sowieso goed op, in Duitsland, dat scheelt ook.