Bompeln en stoßlüften: Duitse lievelingswoorden
Dag van de Duitse taal 2016
Achtergrond - 21 april 2016
- Auteur:
Redactie Duitslandweb
Ooit gehoord van het Duitse woord körperdumm, waarmee fysieke onhandigheid wordt bedoeld? Of wat dacht je van unplattbare fietsbanden? Duitslandweb verzamelde op de Dag van de Duitse taal Duitse lievelingswoorden via Twitter en Facebook. Het resultaat, op alfabetische volgorde:
allerdings - echter, trouwens of vanzelfsprekend
Aufbruchstimmung - een sterke motivatie dat er nu iets gaat of moet gebeuren
ausladen - het omgekeerde van uitnodigen/einladen. Iemand die al uitgenodigd is laten weten dat hij toch niet welkom is
Bandwurmwörter - lett: lintwormwoorden. Woorden aan elkaar plakken zodat een heel lang woord ontstaat
Blitzmarathon - flitsmarathon (politieactie)
Bompeln (boden-Ampeln) - rode lichten in de grond bij tramoversteekplaatsen, zodat mensen die op hun mobieltje kijken en de verkeerslichten missen ook zien dat ze moeten wachten. Dat wordt nu in Augsburg getest
Broiler - gebraden kippetje
Bühnensucht - album van Herman Brood. Lett: podiumverslaving. Staat niet in het woordenboek, maar zou een mooie toevoeging zijn
bürokratendeutsch - bureaucratisch Duits (zoals 'disziplinarrechtliche Vorgangswürdigung', zie daar)
Dampfplauderer - spraakwaterval, kletsmajoor
Dauerbaustelle - chronische bouwput
disziplinarrechtliche Vorgangswürdigung - bureaucratisch Duits, afkomstig uit een tekst van de Berlijnse senaat. Suggesties voor een vertaling welkom
Feierabend - de tijd na je werk, vrije tijd
Fernweh - verlangen naar een ver oord
Fingerspitzengefühl - wordt ook in het Nederlands gebruikt, fijngevoeligheid
fracksausen - bang of angstig worden
fremdschämen - plaatsvervangend schamen
Frühschoppen - gewoonte in Duitsland en Oostenrijk: 's ochtends in een café met wat mensen een drankje doen, meestal op zondag
Geheimratsecken - kalende zijvlakken van het voorhoofd
Gehwegschäden - stoepschade
Geistesblitz - plotseling een goed idee krijgen
Halbstarke - woord uit de jaren vijftig: nozem, onwillige puber
Hirnie - sukkel, domkop
hirnverbrannt - gestoord (straattaal)
Kaulquappe - kikkervisje
Kinkerlitzchen - iets onbelangrijks
Kladderadatsch - het geluid dat je hoort als er iets hards op de grond valt
Kleingeist - iemand die kortzichtig en bekrompen is
Konsequenz - in de betekenis van: het strikt volgen van een principe of een doel. “Weinig woorden zeggen meer over ons Duitsers”, aldus de Duitse inzender
körperdumm - fysiek onhandig
Kotau - diepe buiging, je voor iemand vernederen, voor iemand kruipen
Ladenhüter - een product dat niet goed verkoopt en in de schappen blijft liggen en daarom dus de winkel 'bewaakt'
Laufbereitschaft - ijver (lett: bereidheid om te lopen)
liebe - als bijvoeglijk naamwoord in de aanhef van een mail: brengt, voor Nederlandse ogen, warmte in formele omgangsvormen
die Lage peilen - een situatie bekijken
Marienkäfer - lieveheersbeestje
Narrenfreiheit - in een positie zijn iets te doen wat anderen niet mogen of kunnen (afkomstig van het carnaval)
nichtsdestotrotz - desalniettemin
nüscht - Berlijns voor ‘niets’
Parkhausblinker - Een automobilist die zijn knipperlichten gebruikt in een parkeergarage. Dit is de favoriet van premier Rutte, liet hij weten tijdens een persconferentie over de Nederlands-Duitse regeringsconsultaties.
Ringelsocken - sokken met streepjes
salonfähig - 1. beschaafd 2. maatschappelijk/sociaal aanvaard
Schlamassel - gedonder, ellende, penarie
Schmetterling - vlinder
Schnuckelchen - liefje, mooi meisje
Schüsselchen - schaaltje
Sehnsucht - verlangen
Smombie - combinatie van de woorden smartphone en zombie - is iemand die alleen nog maar naar z’n telefoon staart en niets meer merkt van de wereld om hem heen. Duits jeugdwoord van 2015
Sprudel - mineraalwater met bubbels
Spülsaum - wat blijft liggen als de eb komt na de vloed
stoßlüften - een ruimte kort en intensief luchten
strapazierfähig - belastbaar
Trottel - kluns
Überschallgeschwindigkeit - sneller dan het geluid
unplattbar - niet lek te krijgen
Vokuhila - matje in je nek. Afkorting van: vorne kurz, hinten lang
Wollmilchsau - iets of iemand dat/die aan alle eigenschappen moet voldoen en alles moet kunnen
Lees meer over 'Duitse taal':
Mythes en misverstanden over talenstudies
Moet je per se leraar worden na een talenstudie? Germanist Trixie Hölsgens beantwoordt deze en andere vragen over talenstudies.
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Een problematische beer
De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?
Vechten als ketellappers
De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.
Reacties
Muntgewalt.
Wat ik altijd een leuke vond: vor jemandem Manschetten haben. Weet niet goed hoe die formulering ontstaan is.
iemand die lijdt aan verzamelwoede hoe wordt zo iemand genoemd
"Promenadenmischung" is een van mijn favoriete Duitse woorden, eleganter en beeldender dan het Nederlandse "vuilnisbakkenras".
Eine schöne Auflistung. Ich möchte noch das Wort hinzufügen:
unkaputtbar=niet stuk te krijgen
Und wie wäre es mit: Ringelpietz mit Anfassen...
"Disziplinarrechtliche Vorgangswürdigung" is een lastige.
Aldus Google bestaat deze uitdrukking trouwens alleen op deze pagina.
Je behandelt (formeel: würdigen) dus een voorval vanuit het perspectief van het disciplinaire recht.
Zonder context is het helaas niet duidelijk wat dat zou betekenen, maar ik geloof het meteen dat die uitdrukking in het Beamtendeutsch bestaat.
De "Wollmilchsau" ken ik alleen als "eierlegende Wollmilchsau", want een Wollmilchsau die geen eieren kan leggen voldoet blijkbaar niet aan de definitie alles te kunnen.
Aldus de Duden: "benennt ein Fantasienutztier, das die Eigenschaften von Huhn, Schaf, Kuh und Schwein in sich vereinigt."
Mijn lievelingswoord is trouwens Erfüllungsmelancholie (staat echter niet in de Duden).
De "Wollmilchsau" is eigenlijk beter bekend als "eierlegende Wollmilchsau", dus iemand die niet alleen aan alle eigenschappen voldoet maar bovendien (bijna) nog kan toveren.
Was da fehlt, sind die Gebrauchsanleitungen. Muss ich sagen, "Ich sause frack" oder "Ich fracksause mich"?
Antwort:
Weder noch: das Fracksausen kriegen = große Angst bekommen, bzw. wenn jemand Angst hat, sagt man es über ihn: Der hat/kriegt das Fracksausen!
Kladderadatsch = economische of morele ineenstorting, für Ladenhüter hat das Niederländische eine hübsche Entsprechung = winkeldochter, und die Lage peilen = verkennen