Köhler uit ongezouten kritiek op onderwijs
Nieuws
Achtergrond - 21 september 2006
(21 september 2006) Bondspresident Horst Köhler heeft in zijn belangrijkste toespraak van het jaar, de Berliner Rede, ongezouten kritiek geuit op het Duitse onderwijs. Zijn recht-door-zee-stijl maakt hem bij de regering niet bepaald geliefd.
De kwaliteit van het Duitse onderwijs laat veel te wensen over, betoogde bondspresident Köhler (CDU) in zijn eerste Berliner Rede. Köhler constateerde dat leerlingen op Duitse scholen niet overal dezelfde kansen krijgen, wat hij ronduit "beschamend" noemde. Ook zou er veel meer geld beschikbaar moeten komen voor het onderwijs. Het staatshoofd stelde een aantal concrete maatregelen voor, zoals een verplichte maatschappelijke stage voor alle jongeren. Voor kinderen tot zes jaar wil hij een verplicht jaar peuterschool (Kindergarten) met een taalvaardigheidstest invoeren.
Köhler had voor zijn Berliner Rede een symbolische locatie uitgekozen: een mavo (Oberschule) in de Berlijnse probleemwijk Neukölln. De Berliner Rede van het Duitse staatshoofd is een jonge traditie, in het leven geroepen door Köhlers voorganger Roman Herzog (1994-1999). De speech wordt beschouwd als de belangrijkste jaarlijkse toespraak van de bondspresident. Köhlers rede was in Duitsland met enige spanning afgewacht, omdat de president zich zelden beperkt tot het puur ceremoniële karakter van zijn functie.
Al bij zijn aantreden in juli 2004 kondigde Horst Köhler aan - de rood-groene regering van kanselier Schröder zat nog op het pluche - een “ongemakkelijke president” te willen zijn. Dat is het staatshoofd gelukt, maar zijn directe aanpak heeft zijn positie in politiek Berlijn geen goed gedaan. Köhler is iemand die lastige vragen stelt en er niet voor terugschrikt man en paard te noemen. Het staatshoofd leeft hiermee bewust op gespannen voet met het representatieve karakter van zijn functie: de bondspresident mag zijn persoonlijk gezag laten gelden in toespraken en interviews, maar wordt geacht zich daarbij te beperken tot de grote lijnen. Inmenging in de praktijk van alledag is niet de bedoeling, concrete beleidsvoorstellen evenmin. Het kabinet regeert, de bondspresident representeert.
Onder de Duitse bevolking staat de populariteit van de negende bondspresident buiten kijf. Een enquête van dagblad Die Welt wees uit dat 73 procent van de Duitsers hem wel ziet zitten – al scoort de huidige president beduidend lager dan zijn legendarische voorgangers Johannes Rau (1999-2004), Richard von Weizäcker (1984-1994) en Theodor Heuss (1949-1959). Köhler vervult zijn representatieve plicht naar behoren – hij neemt prijswinnende kazen in ontvangst, speldt het Duitse voetbalelftal lintjes op en ontvangt buitenlandse staatshoofden – maar stijgt in de ogen van de Duitsers daar niet bovenuit. Wellicht omdat hij retorisch minder begaafd is dan zijn beroemde voorgangers en in het openbaar wat stijfjes overkomt.
Dat het huidige staatshoofd zich regelmatig uitlaat over de dagelijkse gang van zaken in de politiek kan onder de bevolking rekenen op grote instemming. Köhler zou het zelfs wat vaker mogen doen, wees de enquête uit.
Toen de onbekende Köhler (“Horst Wer?” – Horst wie?, kopte de Bildzeitung) in 2004 op voorstaan van partijleiders Angela Merkel (CDU) en Guido Westerwelle (FDP) werd benoemd, was hij de gedoodverfde hervormingspresident. Dat paste prima bij Köhlers karakter en achtergrond. Köhler, een gepromoveerd econoom met een grote vakkennis, heeft de reputatie een ongeduldig en perfectionistisch man te zijn en daarnaast een daadkrachtige Macher. De voormalige staatssecretaris van Financiën was de belangrijkste Duitse onderhandelaar bij de totstandkoming van de Europese Monetaire Unie in Maastricht in 1992. Voor de CDU en FDP was hij de perfecte kandidaat om als tegenwicht van de rood-groene regering te functioneren. Zijn favoriete thema’s: de hervorming van de verzorgingsstaat en aanpak van de werkloosheid.
Maar Köhlers verhouding met de politieke elite in de Bondsdag is het afgelopen jaar bekoeld. In toenemende mate is het staatshoofd in een isolement gedrongen. Köhlers aansporingen aan het adres van de regering – die niet zelden gepaard gaan met vermanende woorden – zijn er de oorzaak van.
De politieke constellatie speelt hem parten. Sinds de grote coalitie het roer van Schröder en Fischer heeft overgenomen, zoekt Köhler naar de juiste rol, de juiste toon. Voorlopig nog zonder veel resultaat. De coalitiepartners zitten niet te wachten op een president die blijft hameren op de noodzaak van hervormingen nu deze onder de regering-Merkel maar moeizaam van de grond komen. “De grote coalitie is geen excuus om de grote thema’s niet vastbesloten aan te pakken”, sprak hij tijdens het zomerreces. Zijn uitspraken wekken in regeringskringen regelmatig ergernis op. Zoals zijn opmerking dat CDU en SPD zich meer op het landsbelang moeten concentreren, in plaats van partijpolitiek te bedrijven. Moeizaam bereikte compromissen zoals de hervorming van het zorgstelsel, kunnen Köhlers goedkeuring niet wegdragen. “De kleinste gemene deler is niet voldoende”, oordeelde de bondspresident streng.
Zie ook: www.bundespräsident.de
Reacties
Geen reacties aanwezig