Lausitz neemt langzaam afscheid van bruinkool
Achtergrond - 19 april 2016 - Auteur: Josta van BockxmeerNa kernenergie is het de beurt aan bruinkool: de Duitse politiek wil het liefst van deze meest vervuilende fossiele brandstof af. Nu energieconcern Vattenfall de mijnen in Oost-Duitsland verkoopt aan het Tsjechische EPH is de toekomst onzeker. Bijna niemand verwacht dat de mijnen ooit nog winstgevend zullen worden. Een beschadigd landschap blijft achter.
“Ik ben lange tijd heel bang geweest, maar dat is nu voorbij”, zegt Petra Rösch. Ze zit aan de vergadertafel in het kantoor van haar biologische landbouwbedrijf in Proschim, een dorp in Zuid-Brandenburg. Buiten staan twee grote biogastanks, op de daken van de schuren zijn zonnepanelen aangebracht. Proschim, dat zelf maar 360 inwoners telt, produceert duurzame energie voor 15.000 huishoudens. Met zijn windmolens en zonnepanelen, boerderijen en de bakstenen kerk is het dorp een toonbeeld van de Duitse Energiewende.
Dat waarvoor Rösch jarenlang bang was, ligt een paar kilometer verderop. Iets ten noorden van het dorp gaapt een enorm gat in het landschap: de bruinkoolmijn Welzow-Süd. Wie op het uitzichtplatform staat, ziet tot aan de horizon zwarte bergen opgehoopte aarde, daartussen een tien meter brede kloof, waar graafmachines de bruinkool uitgraven.
Volgens de plannen van het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall, eigenaar van de mijnen in de regio Lausitz, zou Proschim voor een uitbreiding van deze mijn moeten verdwijnen. Maandag werd bekend dat Vattenfall zijn vier mijnen en drie energiecentrales in de Lausitz onder druk van de Zweedse regering aan het Tsjechische bedrijf EPH verkoopt. Het is de vraag of de uitbreidingen nu nog plaatsvinden.
Duitsland telt drie bruinkoolgebieden, waarvan het grootste in de Lausitz ligt, een regio op de grens van Brandenburg en Saksen. Een ander groot gebied is in het Rijnland, net over de grens met Limburg. Bruinkool is de meest vervuilende fossiele brandstof, en de verwoesting van het landschap door de afgravingen is enorm. Vanwege de Duitse Energiewende – de overgang naar duurzame energie – wil de bondsregering van de bruinkool af. Milieuminister Barbara Hendricks wil er uiterlijk in 2040 mee stoppen.
De vraag die de inwoners van de Lausitz vooral bezighoudt, is wie er na het sluiten van de bruinkoolmijnen voor het herstel van het landschap gaat zorgen. De schade is enorm: in de Lausitz zijn sinds 1935 al meer dan 130 dorpen voor de bruinkool verdwenen, een groot deel daarvan tijdens de DDR. Behalve Proschim staan nu nog vier andere dorpen op de lijst om letterlijk te worden weggevaagd. Het bedrijf van Rösch heeft sinds de Duitse eenwording 1200 hectare land verloren. Het land dat ze ervoor terugkrijgt, is onvruchtbaar: “Als we iets krijgen, is het land dat is opgehoopt uit de mijn. Daarin leeft niets.”
Hannelore Wodtke, gemeenteraadslid in Welzow, waaronder Proschim valt, wijst op weg naar de mijn op de vele dode bomen langs de kant van de weg. Ze zijn een gevolg van de droogte: om de 130 meter diepe mijnen droog te krijgen, heeft Vattenfall het grondwater afgepompt. Als het na de sluiting van de mijn weer stijgt maakt het de bodem zacht, waardoor die wegzakt. En dan is er nog de verontreiniging van het grondwater met zware metalen. Deskundigen vrezen dat zelfs het drinkwater in Berlijn, dat via de Spree met de Lausitz is verbonden, de komende jaren in gevaar kan komen.
Het duidelijkst is de verwoesting te zien in Haidemühl, een paar kilometer van Proschim. Hier kijken donkere ramen zonder glas uit op de verlaten hoofdstraat. Twee bakstenen schoorstenen, overblijfselen van een glasfabriek, steken boven de daken uit. De huizen zijn sterk vervallen: er zitten grote gaten in de daken, het stucwerk hangt van de plafonds naar beneden en overal ligt puin. De bewoners van Haidemühl zijn in 2004 naar een nieuw dorp met dezelfde naam verhuisd, de meeste huizen zijn al afgebroken. Of de bruinkoolmijn ooit tot hier zal komen, is nog maar de vraag.
Het Tsjechische EPH krijgt als nieuwe eigenaar van de bruinkoolmijnen met enorme kosten te maken. Vattenfall draagt daarom bijna twee miljard euro aan reserves voor het herstel van het landschap over aan EPH. Of dat genoeg is, is onduidelijk. Patrick Graichen, directeur van de denktank Agora Energiewende vindt het “gewoon onrealistisch dat EPH de kosten voor de recultivering van het landschap en de bedrijfspensioenen ooit terugverdient”, zei hij tegen de Süddeutsche Zeitung. Dat Vattenfall anderhalf jaar naar een koper zocht en EPH uiteindelijk als enige overbleef, zegt al genoeg: bijna niemand verwacht dat de bruinkoolmijnen in de Lausitz nog winst zullen opleveren.
Waarom EPH toch van Vattenfall wilde kopen, is een raadsel. Door de stijgende productie van zonne- en windenergie is de stroomprijs de afgelopen twee jaar van 30 euro per megawattuur naar iets meer dan 20 euro gedaald. Het Handelsblatt schrijft dat het Tsjechische bedrijf ervan uitgaat dat die vanaf 2022, als alle Duitse kerncentrales zijn stilgelegd, weer zal stijgen. Volgens de Süddeutsche Zeitung valt dat te betwijfelen, omdat ook olie en gas goedkoper zijn geworden. Het enige argument vóór bruinkool als ‘brugtechnologie’, dus als overgang tussen fossiele en duurzame energie, is dat het de enige fossiele brandstof is die Duitsland in grote hoeveelheden heeft.
Ondanks de geringe kans op winst is de meerderheid van de mensen in de Lausitz blij met de komst van EPH. “De bruinkool is de hoeksteen van de regio”, zegt Wolfgang Rupieper, voorzitter van de vereniging Pro Lausitzer Braunkohle. 7.500 mensen hebben een baan in één van de mijnen of bruinkoolcentrales. Volgens Vattenfall werken nog eens 16.000 mensen bij leveranciers van de energiegigant. De hoge lonen en goede pensioenen zorgen ervoor dat bijna niemand de overstap naar de duurzame energie ziet zitten. Volgens Rupieper is die nog te weinig ontwikkeld: “Wij willen zo lang doorgaan met bruinkool winnen, tot de burgers 24 uur per dag duurzame energie hebben.”
In de kleine dorpen in de Lausitz verloopt binnen veel families een breuk tussen de voor- en de tegenstanders van de bruinkool. “Voor familiefeestjes fluisteren we: Zeg alsjeblieft niets over de bruinkool”, zegt Rösch. Raadslid Wodtke werd op de markt in Welzow zelfs ooit met de dood bedreigd. Een andere keer reed een voorstander van de mijnen haar klem in een bocht van de weg. Of ze bang is? “Nee, ik laat me niet op m’n kop zitten”, zegt ze. Na het sluiten van de bruinkoolmijnen moeten niet alleen de afgronden in het landschap, maar ook die tussen de mensen worden overbrugd.
In het raam van Petra Rösch hangt een geel kruis, het teken dat zij tegen de bruinkoolmijnen is. Het is ontleend aan de gele kruisen die bij de protesten tegen kernenergie zijn gebruikt. Aan welke kant van de kloof in het dorp Rösch staat, is duidelijk. Toch zegt ze iets dat waarschijnlijk voor beide kampen geldt: “We hebben duidelijkheid nodig. We moeten weten: tot daar wordt gegraven, en niet verder. Je zult zien dat er dan investeerders komen.”
Lees meer over 'Energie':
Drieluik Duitse energietransitie
Van bruinkoolmijn tot warmtepomp - Hoe Duitsland fossiele brandstoffen achter zich wil laten.
Duitsland wil nog niet zonder bruinkool
In het Roergebied wordt nog bruinkool gewonnen. Hoe past dat in de energietransitie?
'Verplichte' warmtepomp verhit de gemoederen
Hebben alle Duitsers straks een warmtepomp om hun huis te verwarmen?
Reacties
Geen reacties aanwezig