Kwantiteit of kwaliteit?
Discussie over aantal Duitse producties op de radio

Achtergrond - 16 september 2003

(16 september 2003) In Duitsland heerst al geruime tijd een discussie over de hoeveelheid Duitse liedjes die op de radio te beluisteren zijn. Volgens politici en de Duitse platenmaatschappijen zijn dat er te weinig. Maar kunnen radiostations ook daadwerkelijk gedwongen worden meer Duitse producties uit te zenden? De Duitse radio-verslaggever Hendrik Lünenborg geeft commentaar op de kwestie.

door Hendrik Lünenborg

Er zijn van die thema's waar wij Duitsers maar niet los van komen, want ze duiken met grote regelmaat op. Bijzonder hardnekkig wordt het debat over een minimumpercentage aan Duitse liedjes op de radio herhaald. De muziekindustrie en een paar politici, onder wie bijvoorbeeld de president van de Bondsdag Wolfgang Thierse (SPD) en de Beierse staatssecretaris Erwin Huber (CSU), willen in de toekomst meer Duitse songs op de radio horen. Desnoods, zo wordt er gedreigd, moeten de zenders ertoe worden gedwongen. De politici beweren dat het hen vooral om het behoud van de culturele veelzijdigheid gaat, maar de platenmaatschappijen willen met een minimumpercentage vooral hun handel redden. Ze klagen er al jaren over dat het steeds moeilijker wordt om nieuwe, nog onbekende artiesten op de radio te krijgen. De hoeveelheid songs van eigen bodem die de Duitse popzenders draaien is inderdaad gedaald en het herhalingspercentage is hoger dan ooit. Vroeger konden redacteuren voor hun muziekprogramma's nog uit honderdduizend nummers kiezen, tegenwoordig hebben moderne radiozenders vaak niet meer dan drieduizend verschillende titels in hun programma.

Er wordt uitgezonden wat luisteraars oplevert, dus meestal titels die al in de hitlijsten staan. Nieuwe bands hebben nauwelijks een kans om op de radio gedraaid te worden, klagen de platenbazen. Investeringen in nieuwkomers zouden daarom nauwelijks nog de moeite waard zijn. Een minimumpercentage Duitse nummers zou uitkomst kunnen bieden. Als voorbeeld dient daarbij altijd buurland Frankrijk. Daar zijn radiostations verplicht veertig procent Franse muziekproducties te draaien. Ook in Duitsland was er al eens een Radioquote: op de DDR-radio moest minstens zestig procent van alle gespeelde liedjes uit het Oostblok komen.

Aantasting vrijheid van programmeren
Men kan het debat over een minimumpercentage snel beëindigen. De commerciële radiostations kunnen niet gedwongen worden een bepaalde hoeveelheid Duitse liedjes te presenteren. Zij leven van de luisterdichtheid en hebben geen directe culturele opdracht. In de eerste plaats zijn het ondernemingen met winstoogmerk. Dat weten de politici en de platenindustrie ook en daarom storten ze zich op de publieke zenders die onder meer door kijk- en luistergeld gefinancierd worden. Zij hebben tenslotte - zo luidt het steeds terugkerende argument - een culturele opdracht te vervullen en zijn verantwoordelijk voor de muzikale veelzijdigheid in de ether. Dat klopt. Maar het zou tegen de grondwet indruisen om de publieke omroepen voor te schrijven hoeveel Duitse titels ze in hun programma moeten opnemen. Een pijler van het publieke systeem is en blijft de  Programmautonomie en juist die zou door een percentageregeling worden aangetast.

Alleen al de grondwet maakt een minimumpercentage op dit moment dus onmogelijk. Maar zelfs als dit juridische probleem er niet zou zijn, zou een minimumpercentage Duitse muziek op de radio dan zinvol zijn? Worden er ook echt steeds minder Duitse artiesten op de radio gedraaid? Nee! Ook zonder minimumpercentage lukt het Duitstalige artiesten steeds weer in de hitlijsten te komen. Degenen die de ondergang van de Duitse muziekproductie voorspellen, hebben kennelijk al lang niet meer naar de radio geluisterd of hebben de actuele verkoopcijfers al een tijdje niet gezien. Het is niet waar dat er geen Duitse sterren zijn die in hun moedertaal zingen en toch in de hitlijsten komen: Herbert Grönemeyer, Yvonne Catterfeld, Wir sind Helden, Xavier Naidoo, Die fantastischen Vier en vele anderen. Daarbij komen nog de vele succesvolle Duitse artiesten die hun nummers in het Engels zingen: Jeanette, Sarah Connor, Reggae-star Gentleman, No Angels, Bro'Sis, Alexander etc. Ook zijn er nog talloze Duitse dancefloor- en technoproducties, die ook in heel Europa verkocht worden. Hebben we dus echt een minimumpercentage nodig? Weliswaar gaat het niet in alle gevallen om kwaitatieve hoogstandjes, maar over smaak valt nou eenmaal niet te twisten.

Duitse songs of Duitse producties zijn op de radio goed vertegenwoordigd en bovendien zijn lang niet alle publieke popzenders bang om nieuwe Duitse bands in hun programma voor te stellen. Een bijzonder groot aandeel nieuwe Duitse songs spelen b.v. de WDR-zender EinsLIVE en de jeugdzender van RBB (Radio Berlin-Brandenburg) Fritz. We hebben dus geen minimumpercentage Duitse songs op de radio nodig. Wat we veel eerder nodig hebben is een kwaliteitsoffensief in de popmuziek. Maar daarover willen de grote platenmaatschappijen het liever niet hebben, want dat zou betekenen dat ze zich met hun eigen gebreken bij het bevorderen van talent bezig zouden moeten houden.

Hendrik Lünenborg nam in 1996 deel aan de uitwisseling van het Journalistenstipendium Nederland-Duitsland en was te gast bij Radio Noord-Holland. Momenteel is hij werkzaam bij de Norddeutscher Rundfunk (NRD).

Vertaling: Marja Verburg

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger