De Duitse bondspresident
Geweten van Duitsland en redder in nood

Achtergrond - 12 april 2002

(12 april 2002) De Duitse keizer is er niet meer. Er zijn ook geen rijkspresidenten meer, want het land heeft met de macht van deze mannen - de laatste waren Keizer Wilhelm II en Rijkspresident Paul von Hindenburg - slechte ervaringen opgedaan. De eerste leidde Duitsland naar de Eerste Wereldoorlog, de andere gaf de functie van Rijkskanselier in januari 1933 over aan Adolf Hitler.

Uit deze ervaringen hebben de Duitsers consequenties getrokken: hun staatshoofd mag weinig. De bondspresident mag met zijn persoonlijk gezag in toespraken, artikelen en interviews invloed uitoefenen op de samenleving; hij mag tot iets aansporen. Beslissingen in de politiek van alledag nemen anderen. Het staatshoofd vertegenwoordigt Duitsland naar buiten, bijvoorbeeld bij reizen naar verre landen. Daar mag hij zich informeren over zeden en gewoonten en ook politieke gesprekken voeren, maar mag daarbij niets concreets zeggen over politieke samenwerking, noch over bijvoorbeeld financiële bestedingen in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Zijn taak beperkt zich in de buitenlandse politiek tot het vertegenwoordigen van de staat. Met dat doel kozen de Duitsers, liever gezegd het gremium dat daarvoor moet zorgen, altijd oudere, breed gevormde, vriendelijke uitziende, peper- en zoutkleurige heren uit, die te land, te water en in de lucht in dienst van het vaderland een goede indruk maakten. De buitenlandse politiek is feitelijk in handen van de regeringsleider en zijn minister van buitenlandse zaken. Het parlement moet hen bij belangrijke zaken toestemming verlenen.

Beperkte binnenlandse invloed
Ook in de binnenlandse politiek kan de Duitse bondspresident geen initiatieven nemen. Hij kan niet bepalen wie de bondskanselier wordt, hij geeft hoogstens leiding aan enkele ambtenaren in het presidentiele kantoor, maar niet aan de strijdkrachten van het land en hij heeft geen bijzondere bevoegdheden in het geval van een noodtoestand, bijvoorbeeld bij binnenlandse onlusten. Ook is het in Duitsland geheel ondenkbaar dat een bondspresident zich wekelijks op slot Bellevue bij een kopje thee over de lopende gang van zaken laat informeren, zoals de Nederlandse minister-president dat noodzakelijk vindt bij de koningin te doen. Er is in Duitsland helemaal geen grijs gebied tussen de invloed van de president en de macht van de bondskanselier. Het kabinet regeert, de bondspresident representeert, zo is het ongeveer verdeeld. Maar tegelijkertijd is de bondspresident één van de best geïnformeerde mensen van het land: één van zijn medewerkers neemt deel aan de zittingen van het kabinet en maakt aantekeningen. Deze regeling is ontstaan, toen bij het begin van de Bondsrepubliek bondskanselier Adenauer op deze manier wist te voorkomen, dat de toenmalige bondspresident Theodor Heuss, in hoogsteigen persoon bij de kabinetszittingen verscheen.  

Taken
Maar wat doet de bondspresident nu eigenlijk? Grondwettelijk heeft hij tot taak de wetsvoorstellen, waartoe het parlement heeft besloten en die door de bondskanselier zijn ondertekend, in gang te zetten. Dat wil zeggen: hij zet er zijn handtekening onder. Bij het totstandkomen van de Immigratiewet is opgemerkt, dat de bondspresident wetsvoorstellen toetst, voordat hij ze ondertekent. Hij moet er dus op toezien, dat een wetsvoorstel aan de formele eisen voldoet en vooral dat het niet in strijd is met de grondwet. Als dat wel het geval is, dan mag hij weigeren te tekenen. In de praktijk is dat evenwel zeer zelden voorgekomen - namelijk zes keer van de in totaal ongeveer 6000 wetsvoorstellen. De bondspresident mag alleen weigeren zijn handtekening te zetten, als hij met zwaarwegende grondwettelijke bezwaren komt.

Naast het ondertekenen van wetsvoorstellen vervult de bondspresident nog allerlei onopvallende taken. Zo benoemt hij de rechters van het Bundesverfassungsgericht - het Constitutionele Hof in Karlsruhe, de hoge rechtelijke instantie die uitspraken doet in grondwettelijke zaken - en andere hoge ambtenaren. Ook de ministers worden door hem benoemd, maar daarbij volgt hij de voorstellen van de bondskanselier. Anders dan bijvoorbeeld in Nederland - tijdens de kabinetsformatie - zijn discussies tussen de regeringsleider en het staatshoofd over de benoeming van leden van de regering in Duitsland niet gebruikelijk.

Redder in nood
Ondanks deze beperkte bevoegdheden vervult de bondspresident twee belangrijke functies. In de eerste plaats is hij zogezegd het 'noodstroom-aggregaat' van de democratie. Als de politieke partijen het niet meer met elkaar eens kunnen worden over de vorming van een regering, als de bondskanselier het vertrouwen van het parlement verliest, dan wordt de bondspresident bemiddelaar, die ook kan beslissen of de Bondsdag (de Duitse Tweede Kamer) moet worden ontbonden en opnieuw verkozen. Hij mag dan ook de dag vaststellen, waarop deze verkiezingen plaatsvinden. Omdat de Bondsrepubliek in haar jonge geschiedenis nog nooit in zo'n lastig parket is gekomen (teneinde is het twee keer gebeurd, zodat nieuwe verkiezingen konden worden gehouden), heeft de bondspresident zo'n rol tot nu toe niet hoeven spelen. Maar als het ooit zover zou komen, dan zou hij de sleutelfiguur zijn in het politieke gebeuren. 

Onpartijdigheid
Daarom is het in ieders belang als staatshoofd een persoonlijkheid voor te stellen, die er niet alleen maar goed uitziet en prettig overkomt, maar indien nodig ook politiek kan handelen. Het was een goede zaak, dat alle bondspresidenten tot nu toe reeds vóór hun benoeming praktische ervaring in de politiek hadden opgedaan. Dat ooit een schrijver, acteur of tennisster nog eens het hoogste staatsambt overneemt, is niet uitgesloten - zij of hij moet echter wel ouder zijn dan 40 jaar - maar onwaarschijnlijk. De bondspresidenten werden in het verleden altijd als partijkandidaten gekandideerd. Soms was er zelfs, ondanks de vereiste terughoudendheid, een echte verkiezingsstrijd. Maar als ze het ambt eenmaal op zich hadden genomen, slaagden ze er tot nu toe allemaal in zich los te maken van hun partijen en de partijdigheid en relatief snel algemeen geaccepteerde, ja zelfs zeer gewaardeerde vertegenwoordigers van alle Duitsers te worden.

Het moeilijkst is deze verandering geweest voor de huidige ambtsbekleder, bondspresident Johannes Rau, want Rau heeft, vóór zijn benoeming, de sociaal-democratische partij gedurende vele decennia in verschillende functies trouw gediend, onder andere als minister-president van Noordrijn Westfalen, als partijvoorzitter daar en als kandidaat-kanselier. En zo komt het dat bij de opheldering van sommige vroegere misstanden van tijd tot tijd ook vragende blikken in zijn richting gaan. Uiteindelijk gaf toch ieders belang, het ambt van bondspresident als zodanig ongeschonden te laten, de doorslag, in plaats van het begrijpelijke streven van de oppositiepartijen om een prominente vertegenwoordiger van de tegenpartij schaden toe te brengen.

Wie kiest de bondspresident?
Af en toe wordt wel eens voorgesteld de bondspresident rechtstreeks door het volk te laten kiezen en dit wordt ook in publicaties besproken. Maar in het algemeen blijkt het zinvol, dat de Bundesversammlung de bondspresident kiest. Tot dit gremium, dat alleen voor dit schone doel bijeenkomt, behoren vertegenwoordigers van de Bond, van de deelstaten, maar ook van maatschappelijke groeperingen. Zo gebeurt het, dat bijvoorbeeld een beroemde voetballer dan wel een dichter mee mogen stemmen. Deze gewoonte is een beetje pijnlijk, omdat er populisme uit moet blijken, terwijl toch een nuchtere verkiezing goed blijkt te werken.

Met het ambt van bondspresident hebben de Duitsers van de verloren oorlogen van hun nood een deugd gemaakt. Er zijn weliswaar nog steeds mensen die van tijd tot tijd een koning of keizer missen, maar de grote meerderheid is er tevreden mee, dat een eenvoudige burger telkens voor vijf jaar hun staat van wat glans (onderscheidingen, erewachten, residentie) voorziet en bovendien met verstandige redevoeringen een zekere invloed uitoefent op de maatschappelijk ontwikkeling van het land. Alle bondspresidenten hadden zonder uitzondering snel een groot aanzien en omdat er elke vijf jaar een nieuwe kan worden verkozen, zou het niet eens zo erg zijn, als iemand het eens wat minder zou doen. Dan is het heel wat lastiger in een land, waar een koningin of koning zolang kan regeren als hij/zij wil, met al hun sterke punten, maar ook met hun kleine zwakheden⬦.

Peter Carstens is redacteur van de Frankfurter Allgemeine Zeitung in Berlijn. In het kader van het Journalistenstipendium Duitsland Nederland was hij in 2000 te gast bij De Volkskrant.

Politik-digital.de:
'Virtuelle Sprechstunde mit dem Bundespräsidenten'

Bundespräsident
Bundesrat
Bundestag
Bundesregierung
Bundesverfassungsgericht

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger