Daders en taboes
Boekpresentatie over de taboes rond ons oorlogsverleden
Boeken - 15 april 2011
Grijs is de kleur die het debat over de Tweede Wereldoorlog in Nederland domineert. Maar niet altijd van harte. Zeker sinds de verschijning van Chris van der Heijdens Grijs verleden tien jaar geleden is in Nederland een ‘Historikerstreit’ losgebroken. Inzet is de vraag naar de wenselijkheid termen als ‘goed’ en ‘fout’ te vervangen door ‘grijs’. Dat bleek eens te meer bij de presentatie van het boek Täter und Tabu in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.
Het was de vorige directeur van het NIOD, Hans Blom, die veelal geldt als de aanstichter van het grijs-debat. Blom zou in zijn oratie aan de Universiteit van Amsterdam in 1983 hebben gepleit voor een denken over de Oorlog vrij van morele oordeelsvorming. Waar dat denken door het werk van met name Lou de Jong decennialang zou zijn gedomineerd door ‘goed’ en ‘fout’, wilde Blom die ban doorbreken.
Verkeerd geïnterpreteerd
Maar daarmee is hij verkeerd geïnterpreteerd, zo moest het Blom in zijn praatje tijdens de boekpresentatie begin april van het hart. Zijn oratie was bedoeld als aftasting van de gebieden waarop de Nederlandse geschiedschrijving over de periode 1940-1945 zich nog kon begeven, terwijl De Jong al ver gevorderd was met zijn uitputtende en uiteindelijk 14 delen tellende Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog.
Blom vond dat het tijd was af te stappen van de klassieke tegenstelling van collaboratie en verzet, om zo de aandacht te verleggen naar gebieden die niet direct in dat schema pasten. De meeste mensen namen tijdens de oorlog niet deel aan het verzet tegen de bezetter, maar collaboreerden er ook niet mee. Ook zij verdienden het in het historisch onderzoek te worden betrokken. Maar dat hij niet langer collaborateurs en verzetslieden in het middelpunt stelde, zo wilde Blom deze middag op het NIOD maar duidelijk hebben, betekende niet dat hij de zo sterk aan deze stereotypen gekoppelde noties van goed en fout ook wilde afzwakken. “Waardevrije geschiedenis kan helemaal niet,” aldus Blom. En zoiets stond hij dus ook niet voor.
Misverstanden
De verwarring rondom zijn oratie illustreert precies in welk moeras van misverstanden het debat over de oorlogsgeschiedschrijving in Nederland is terechtgekomen. Misverstanden die, bij onderwerpen zo gevoelig als deze, intussen dus zijn uitgemond in wat wel een Nederlandse 'Historikerstreit' is genoemd. Dit uit Duitsland stammende begrip verwijst naar een maatschappelijk debat in de jaren tachtig, waaruit onder meer bleek welke taboes het denken over de Tweede Wereldoorlog – en meer in het bijzonder de Holocaust – nog steeds omgaven. Bijna dertig jaar later zijn die taboes er nog steeds, getuige de op deze dag gepresenteerde bundel Täter und Tabu.
De Nederlandse discussie draait in hoge mate om de in zijn intussen beroemde boek Grijs verleden geuite ideeën van Van der Heijden, die zelf met een bijdrage in de bundel is vertegenwoordigd. Het boek laat, Bloms ideeën indachtig, zien dat de meeste mensen zich inderdaad niet laten vangen in schematische tegenstellingen van collaboratie en verzet. Die visie sluit goed aan op de belevingswereld van veel mensen, getuige het verkoopsucces van het boek en de inburgering van het begrip ‘grijs’.
Storm van kritiek
Maar de journalist en publicist Van der Heijden schrijft ter verklaring van zijn ‘grijze verleden’ een groot deel toe aan toeval. Met gevolg dat bij hem juist de morele begrippen van goed en fout ook verwateren. Want als het toeval bepaalde hoe mensen zich tijdens de oorlog gedroegen, kan niemand meer worden aangesproken op zijn gedragingen. En kan geen keuze of handelwijze meer echt worden bestempeld als goed of fout. Daarom is tegelijk met het succes een storm van kritiek op het boek neergedaald. Want als niemand meer fout was, wie kan dan nog verantwoordelijk worden gesteld voor de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog?
Vooral de Amsterdamse hoogleraar joodse geschiedenis en cultuur Evelien Gans heeft zich onder meer hierom opgeworpen als felle criticaster van Van der Heijdens denkbeelden. Zij ontwaart met de toenemende acceptatie van ‘grijs’ een groeiend taboe op de schuldvraag van de Jodenvervolging. Door Van der Heijden in haar bijdrage aan de bundel zelfs van secundair antisemitisme te beschuldigen, verklaart ze van haar kant het begrip ‘grijs’ voor besmet.
Waar het echt om gaat
Blom liet in zijn voordracht fijntjes zijn mening doorschemeren over de discussie, die ook tijdens de boekpresentatie weer oplaaide. Hij betreurde de verspilling van energie die in het grijs-debat is gaan zitten, ten koste van “waar het echt om gaat”: een beter inzicht in het verleden. En met een verwijzing naar de titel van de bundel lichtte hij een van de kernvragen eruit als het om het begrip ‘daders’ gaat: wat is er toch zo aantrekkelijk geweest aan een beweging waarvan we nu zo eenvoudig zien dat het zo misdadig was. Taboes, zo refereerde hij aan het tweede woord in de titel, zitten ons in de beantwoording daarvan alleen maar in de weg.
N.Colin, J. Umlauf en M. Lorenz (red.), Täter und Tabu. Grenzen der Toleranz in deutschen und niederländischen Geschichtsdebatten (Essen: Klartext Verlag, 2011), 172 blz., ISBN 978-3837503463, € 22,-.
Reacties
Geen reacties aanwezig