Een reggae-ode aan Berlijn: Seeed
<<< Ruis >>>
Columns - 20 maart 2008
(20 maart 2008) Voor iedereen die een hekel heeft aan reggae: de Duitse band Seeed maakt hier een einde aan. “Zing een goed nummer over Berlijn en ik ben om.”
Omdat sommige mensen het niet meer kunnen horen, zal ik het kort houden: ik houd van Berlijn. Voor het waarom verwijs ik naar een column die ik een aantal jaar geleden schreef toen ik, na er twee jaar gewoond te hebben, terugging naar Amsterdam. Ter aanvulling daarop kan ik nog zeggen, dat mijn liefde voor de stad in de afgelopen jaren niet minder is geworden. Ik kan er niets aan doen en dat wil ik eigenlijk ook niet. Daar zal ik het bij laten.
Het onvermijdelijke reggaeblokje
Zo uitgesproken als ik in positieve zin kan zijn over Berlijn, zo negatief liet ik mij tot voor kort uit over reggae. Niets tegen reggae op zich hoor, maar het was niet aan mij besteed. Al op de middelbare school was ik makkelijk de dansvloer op te krijgen, maar ik was er altijd direct weer vanaf als het onvermijdelijke reggaeblokje werd gestart.
Met een donderwolkje boven mijn hoofd gromde ik de woorden “Aargh, ik haat reggae” en hoopte dat de DJ snel tot inkeer zou komen. Want Bob Marley kon dan wel een groot artiest zijn, dansbaar kon je zijn muziek toch echt niet noemen. Vond ik.
Er was veel waarover ik twijfelde in deze tienerjaren, maar een paar dingen wist ik heel erg zeker. Een daarvan was dat ik reggae nooit goed zou gaan vinden. En dat hield ik een hele tijd vol. In de jaren erna luisterde ik naar hardrock, rock, drum & bass, R&B, singer/songwriters, soul, lounge, funk, Britpop, Belgpop, hiphop, noem maar op. Maar reggae, nee, daar hield ik niet van.
Reggae- Einsatzkommando
Laat nu uitgerekend een van de beste lofzangen op Berlijn afkomstig zijn van een reggaeformatie. Seeed heet dit succesvolle collectief (ja met drie e’s), dat in 1998 werd opgericht met de bedoeling een ‘mobiles Reggae- Einsatzkommando’ te vormen. Een band, met zoveel mogelijk bandleden, naar voorbeeld van de marchingbands in New Orleans, compleet met een vrachtwagen met apparatuur die achter de band aanrijdt. Het bleek omslachtiger dan gedacht en dus koos Seeed voor de traditionele vorm van optreden.
De ode aan de stad, waarmee de band in 2001 een hit scoorde, klinkt als volgt: Dickes B, home an der Spree
Im Sommer tust du gut und im Winter tut's weh
Mama Berlin - Backsteine und Benzin - wir lieben deinen Duft
Wenn wir um die Häuser ziehn
Help!
Het treffende refrein met het pakkende ritme bleef in mijn hoofd rondzingen. En ik betrapte mij erop dat ik niet stil kon blijven zitten als ik het hoorde. Dit betekende niet alleen dat dit nummer dansbaar was. Maar ik vond het ook goed. En niet alleen dit nummer, ook andere hits en niet-hits van deze band. Help! Ik heb nog even overwogen de conclusie te trekken dat Seeed dan dus geen echte reggae maakt. Maar dat is moeilijk vol te houden als ze zingen: “wenn ich durch Berlin-City cruise is Reggae mein Motor”. Zij zullen het zelf wel het beste weten.
‘Dancehall Caballeros’ noemen de elf bandleden van Seeed zich op het eerste album ‘New Dubby Conquerors’ (2001). Dancehall is reggae die zich onder meer kenmerkt door de dansbare ritmes, zo blijkt na een beetje research. Kijk, dat verklaart een hoop.
Reggae in zijn puurste vorm
Ter voorbereiding van dit stukje heb ik de drie studio-albums van Seeed, na het debuut verschenen Music Monks (2003) en Next! (2005), op mijn iPod gezet. Ik heb hem bij elke gelegenheid die ik had aangezet.
Daarbij wisselen de heren van Seeed trouwens moeiteloos tussen het Duits en het Engels. De uptempo nummers hebben nog steeds mijn voorkeur. Hoewel, vorige week liep ik compleet ontspannen het station uit, meeneuriënd op Seeed’s interpretatie van ‘The tide is high’. En dat is in mijn ogen toch wel reggae in zijn puurste vorm.
Tja. Zing een goed nummer over Berlijn en ik ben om. Zo eenvoudig ben ik te vangen. De heren van Seeed houden tot 2009 pauze. Misschien moet ik me daarna maar eens aan een concert van ze wagen. Ik denk dat ik met vrij grote zekerheid kan stellen dat ik dan ook zal dansen.
Dit is een column in de reeks 'Ruis'. Regelmatig schrijft Katja Geelhoed over haar liefde voor de Duitse popmuziek. Zij is historica en werkt bij de VPRO.
Aanbevolen door de redactie:
Reacties
Geen reacties aanwezig