Valse vrienden - echte vrienden
Gastcolumn

Columns - 23 april 2004

van Annika Fischer

(23 april 2004) Waar kun je naartoe in de wereld? Er waren manieren geweest - en verschillende bestemmingen. In Engeland kun je nog een nuttige taal leren, in Frankrijk kun je goed eten, Amerika: een avontuur. In plaats daarvan wordt het Nederland. "Wat wil je daar eigenlijk?" "Wat wilt u uitgerekend hier?"


Alsof dat zo raar is: een Duitse in Nederland. Daar zijn er toch genoeg van. Het halve Ruhr-gebied gaat bij de buren op vakantie - en weet: de Hollander is onze vriend. Hij lokt ons met tulpen, kaas, patat speciaal, hij heeft het poldermodel bedacht, het liberale denken geclaimd en, hoe praktisch, spreekt Duits. Het is net als thuis! Alleen anders. Men vermoedde het al, maar wij schrijven er nooit over. Dus: een heleboel nieuwe (levens)ervaringen, waar ik de lezer gelukkig mee kan maken. En over journalistiek zou ik ook nog wat kunnen leren.

Lachen is sowieso moeilijk. Met een taalbarrière kan geen enkel mens origineel zijn. Maar mijn mooie zelfspot neemt niemand me af. Een Duitse collega geeft zijn Nederlandse vrienden een teken: "opgelet, nu komt er een grap". Dat moet men er bij ons wel bijzeggen. In Nederland schijnt "het kleinste boekje ter wereld: 200 jaar Duitse humor" te circuleren. Mijn poging dit vooroordeel op te heffen, heeft blijkbaar succes: "Jij bent de enige Duitse, die de hele dag lacht", wordt me door een collega van de Nieuwsdienst gezegd. Ik leg hem uit, dat wij beslist ook lachen en hoop stilletjes, dat het niet alleen het lichtelijk domme gegrinnik van het onbegrip was, wat hij bij mij zag.

Ik heb het geluk, dat de Nederlanders juist tijdens mijn aanwezigheid in Nederland besloten zich in het buitenland slecht te gedragen. In Duitsland rijdt een vrachtwagen uit Groningen een dorpscafé aan gort. Een hilarisch verhaal met slechts één nadeel: het wordt niet geplaatst. In Oostenrijk slaat een jongen uit Amsterdam een kind in elkaar. Hij had dat niet moeten doen, maar ik ben hem dankbaar: zijn verhaal levert mij een tekst op de voorpagina en houdt me weken bezig. De telefonisten van De Telegraaf zijn de enige taalbarrière, omdat ik met hun Nederlands moet spreken voordat ze me doorverbinden naar mijn 'Duitstalige bronnen'. Uiteindelijk, oh cynische journalistiek, gebeurt dat, wat wij een 'mooi verhaal' noemen: de vroegere koningin Juliana overlijdt. Iedereen was haar al vergeten, maar dat is nu mijn voordeel - ik kan me haar herinneren, ik mag ook. Ik schrijf, dus ik ben: gearriveerd.

En moet weer weg. Het afscheidsfeestje blijft geen verrassing. We hebben allemaal het magische moment gemist, omdat ik door het geroezemoes op de redactie toch de gesprekken van individuen kon volgen. Het wordt een mooi feest. Met echte vrienden. "Jij was vanaf het begin één van ons", zegt de hoofdredacteur.
Ergens zegt een stemmetje in mij tevreden: "missie volbracht". En over journalistiek hebben we ook nog wat geleerd.

Annika Fischer (32) is verslaggever bij de Westdeutsche Allgemeine Zeitung (WAZ) en was, in het kader van het Journalistenstipendium Duitsland-Nederland, twee maanden gastredacteur bij De Telegraaf.

Vertaald door Anne-Will Fisser

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger