Hoge Noorden leert omgaan met bevolkingskrimp
Experts in Eems-Dollard-Regio wisselen ervaringen uit
Achtergrond - 10 november 2011
Jongeren die wegtrekken en ouderen die voorzieningen nodig hebben die er niet zijn: dat is in een notendop het probleem van de Eems-Dollard-Regio. Zowel aan de Nederlandse als aan de Duitse kant heeft de regio te maken met krimp. Op een congres spraken overheden en instellingen uit beide landen hoe ze daarmee omgaan.
Nieuwbouwproject De Blauwe Stad in Groningen trok minder bewoners dan gedacht.
Schrumpfung is het Duitse woord voor krimp. Toch hebben de Duitsers het liever over demografische verandering, zegt Carsten Große Starmann van de Bertelsmann Stiftung die maatschappelijke thema’s als integratie en vergrijzing onderzoekt, in een telefonisch interview. “Het gaat natuurlijk wel om krimp, maar dat klinkt zo negatief.”
Ook Angelique van Wingerden van het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland heeft het liever niet over ‘het probleem krimp’. “Het is niet iets dat bestreden moet worden. Het is een fenomeen dat voorkomt. De vraag is: hoe houd je de leefbaarheid in stand met minder jeugd en meer ouderen?” Het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland is opgericht op verzoek van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De universiteit van Groningen en de Hanzehogeschool Groningen proberen met het Kennisnetwerk zoveel mogelijk initiatieven van bijvoorbeeld gemeentes en woningbouwcorporaties aan elkaar te koppelen.
Topkrimpregio
Große Starmann en Van Wingerden spraken allebei op het congres ‘Demografie zonder grenzen’ dat de Eems-Dollard-Regio begin november organiseerde voor haar leden: gemeentes, provincies, Kamers van Koophandel aan beide zijden van de grens. In Noord-Nederland ligt een van de drie Nederlandse topkrimpregio’s: Eemsdelta/Oost-Groningen, het gebied rond Delfzijl en Appingedam. De andere topkrimpregio’s zijn te vinden in Limburg en Zeeuws-Vlaanderen, licht Van Wingerden telefonisch toe.
Aan de Duitse kant van de Eems-Dollard-Regio is de situatie iets minder dramatisch, zegt Große Starmann. In de regio Leer blijft de bevolkingsomvang tot 2030 gelijk, blijkt uit onderzoek van de Bertelsmann Stiftung. In de regio Emslang zal die zelfs licht stijgen met 4 procent. “Dat zijn goede cijfers voor een gebied zonder grote steden”, zegt hij. Toch hebben ook deze Duitse regio’s te maken met wegtrekkende jongeren die meestal niet meer terugkomen.
Voorzieningen organiseren voor ouderen en zorgen dat jongeren blijven, daar willen beide landen zich in de Eems-Dollard-Regio (EDR) op concentreren. “De verschillen in aanpak tussen Nederland en Duitsland zijn niet groot”, zegt Eske Weers van de EDR. “Bij sommige gemeentes lijkt het probleem nog wat beter door te moeten dringen. Die bouwen bijvoorbeeld nieuwe huizen terwijl daar helemaal geen kopers voor zijn. Maar de bewustwording stijgt in beide landen.”
Oude huizen verbouwen
De aanpak van het ene land is niet zomaar toepasbaar op het andere, zegt Weers. Aan de Duitse kant van de Eems-Dollard-Regio is bijvoorbeeld een gemeente die subsidies geeft aan jongeren die oude huizen in het stadscentrum kopen en verbouwen. “Daar willen ze geen nieuwbouw. Op die manier behoud je de oude stadskern en je houdt jonge mensen in je gemeente. In Nederland zou dat heel ongebruikelijk zijn.”
Aan de andere kant speelt Nederland flexibeler in op medische behoeftes, weet Weers. “In een gemeente in Noord-Nederland met een tekort aan huisartsen worden mensen ingezet met een HBO+-opleiding. Die mogen meer doen dan een gewone huisartsenhulp. Zij nemen bijvoorbeeld bloed af bij ouderen thuis. Die hoeven daarvoor dan niet naar de huisarts te komen. Dat gebeurt in Duitsland niet.”
Hoe je gezondheidszorg mobiel organiseert is inderdaad een van de vragen waarmee Van Wingerden en Große Starmann zich bezig houden. “Maar dat geldt ook voor bankzaken”, zegt Große Starmann. “In grote steden is het niet zo’n probleem, maar hoe zorg je dat banken in landelijke regio’s de oudere mensen bereiken?”
Nederlands-Duitse vacaturebank
Een van de suggesties waar op het EDR-congres over is gesproken is de oprichting van een Gezondheidscentrum op de grens, met voorzieningen voor mensen zowel in Nederland als in Duitsland, zegt Weers. Maar dat is nog niet concreet. Waar wel aan wordt gewerkt is een Duits-Nederlandse vacaturebank, zegt ze. Daar gaat de EDR nu zelf mee aan de slag.
“We willen vaklieden in de regio houden. Als je kijkt naar Delfzijl, de Eemshaven. Daar komen nieuwe banen omdat er nieuwe centrales worden gebouwd, ook door het Duitse energieconcern RWE. Dat is interessant, want juist daar is veel krimp en zijn weinig vaklieden.”
“Bedrijven hebben jonge mensen nodig”, zegt ook Große Starmann. “Er zijn veel jongeren zonder de diploma’s die nodig zijn. Daar zou je veel meer grensoverschrijdende projecten voor moeten hebben en meer samenwerking met bedrijven in de regio. Wij weten uit onderzoek in Duitsland dat jongeren na hun opleiding in principe graag terug gaan naar de regio waar ze vandaan komen, als er werk is. Dus daar moet je voor zorgen. Anders ben je ze kwijt.”
Lees meer over 'Nederland-Duitsland':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Vijf vragen over de Duitse grenscontroles
Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.
Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’
Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.
Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees
Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.
Reacties
Geen reacties aanwezig