Timm: 'Schrijver moet ook peilloos kwaad begrijpen'
Interview Uwe Timm
Boeken - 4 februari 2019
- Auteur:
Jerker Spits
Uwe Timm (1940) is een van de meest gelezen Duitse schrijvers. Zijn nieuwe roman 'Icarië' speelt in München, tussen de puinhopen kort na de Tweede Wereldoorlog. Een Amerikaans officier krijgt de opdracht het leven van Alfred Ploetz te onderzoeken: een wetenschapper die begon als communist, maar later als overtuigd nazi de grondlegger van de 'rasverbetering' werd. Jerker Spits sprak de schrijver tijdens zijn bezoek aan Nederland.
Kunt u iets over de ontstaansgeschiedenis van dit boek vertellen?
"Die gaat bijna veertig jaar terug. Alfred Ploetz (1860-1940) is de grootvader van mijn vrouw. Mijn schoonvader vertelde natuurlijk over Ploetz, de man die beweerde 'het zwakke mag zich niet vermeerderen' en zijn quasi-wetenschap in dienst van de nazi’s stelde. Maar ik kon maar geen structuur bedenken voor het verhaal. Tot ik ontdekte dat ik vanuit 1945 moest vertellen. Dit is het jaar waarin Duitsland afscheid nam van de nadruk op gehoorzaamheid en plicht, waarden die vanaf de negentiende eeuw zo’n grote rol hadden gespeeld. En ik ontdekte dat ik moest vertellen vanuit het perspectief van een man die weliswaar van Duitse komaf is, maar in Amerika is opgegroeid: inlichtingenofficier Michael Hansen."
In 'Icarië' schrijft u over het begin van de arbeidersbeweging in Duitsland, de radenrepubliek in München (april-mei 1919) en Stunde Null ('uur nul', de periode direct na de Duitse capitulatie in 1945, red.). Hoe komt die verbinding tussen figuren en geschiedenis tot stand?
"Ik denk over die verbinding na tijdens het schrijven. Bij de keuze voor figuren: Ploetz verandert van communist in een man met nationaalsocialistische opvattingen. Die biografie verbindt hem met zijn tijd, en de tijd draagt omgekeerd zijn biografie. En ik denk erover na bij het thema. De eugenetica was een belangrijke tak in de wetenschap, van de negentiende eeuw tot de nazi’s.
Laten we bij dat thema niet vergeten dat er ook een verbinding is met onze tijd. Aan het begin van het boek, als de oorlog afgelopen is, duikt Karlchen op, een jongen met het downsyndroom. Zijn ouders hebben hem twaalf jaar lang verborgen gehouden. Die scène is een persoonlijke herinnering. Ik kende Karlchen. In mijn jeugd hoorden kinderen met het downsyndroom erbij. Lieve mensen met een eigen karakter. Karlchen stelde bijzondere vragen en had een eigen kijk op de wereld. Zo wilde hij de wolken met een bezem wegschuiven.
Nu bestaat er prenatale diagnostiek. We willen steeds verder gaan in het verhinderen van leven dat sommigen niet 'levenswaardig' vinden. De wetenschap kan dingen waar Ploetz alleen maar van kon dromen. En het probleem is: de natuurwetenschap ontwikkelt niet zelf een moraal."
Hoe ziet u de verhouding tussen literatuur en geschiedschrijving?
"Een historicus moet teruggrijpen op bronnen en daarover verantwoording afleggen. De literatuur heeft de prachtige eigenschap dat ze gevoelens kan beschrijven: angsten, liefde, jaloezie. Er is een geschiedenis van gevoelens die nog niet geschreven is. Over die geschiedenis schrijft de literatuur, telkens opnieuw. Ze beschrijft daarbij niet enkel feiten, maar ook hoe het geweest kan zijn. Een literaire waarheid is heel iets anders dan de waarheid waar een historicus naar op zoek is."
Ploetz is charismatisch, maar koud. Hij is een man die niet twijfelt, geen oog voor medemensen heeft. Wat betekent voor u als schrijver empathie?
"Het is een voorwaarde om te kunnen schrijven, om figuren geloofwaardigheid te verlenen. Het betekent ook dat je zonder vooroordelen naar anderen kunt kijken, ook als je hun handelingen verkeerd vindt. Ook het onpeilbare kwaad moet je kunnen begrijpen om erover te kunnen schrijven.”
U beschrijft hoe Ploetz zich aanvankelijk interesseerde voor een commune in Amerika, die een utopische maatschappij nastreefde: Icarië. Welke betekenis heeft het begrip utopie voor u?
"Dat begrip is voor mij nog altijd belangrijk. Ik ben natuurlijk blij dat de roman zo goed ontvangen is, maar mijn boek is geen 'afscheid van de utopie', zoals een criticus schreef. Er bestaan geen grote utopieën meer. Maar dat er iets anders is dan 'zelfoptimalisatie', 'superkapitalisme', 'het individu is voor zichzelf verantwoordelijk', dat dit niet alles kan zijn, dat is voor mij evident. Een tegenontwerp is niet eenvoudig te beschrijven. In elk geval: meer kritiek, meer verantwoordelijkheid, meer empathie, ook tegenover dieren en planten."
Het boek lijkt ook een wat sombere boodschap te hebben. Als Hansen zijn onderzoek afrondt, is de Amerikaanse inlichtingendienst niet meer in Ploetz geïnteresseerd. Het gaat nu om communisten of vermeende communisten.
"Ja, in die zin is ‘Icarië’ somber. De roman speelt ook tegen een duistere achtergrond: de misdaden van de nazi’s. Maar er is ook hoop, er breekt een nieuwe tijd aan. Een tijd die civieler is en mensen uitdaagt autoriteit niet meer met een klak van de hakken te accepteren."
U beschrijft in het nawoord een persoonlijke herinnering. U bezocht in de jaren vijftig in Hamburg het Amerika-Haus (cultuurcentra die de Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog in verschillende Duitse steden oprichtten, red.).
"In het Amerika-Haus las ik met een woordenboek Hemingways ‘The Old Man and the Sea’ en bekeek fotoboeken van bergen, bruggen, mensen, de ongelooflijke grootsheid van Amerika. Ik verzette me tegen mijn vader, die Duits-nationalistisch dacht. Ik mocht geen spijkerbroek dragen, geen kauwgum kauwen, geen jazz luisteren.
De Amerikanen brachten een andere manier van leven mee. Ze knuffelden met vrouwen op straat. Dat deed je in Duitsland niet. Ze zeiden niet Jawohl met een strak gelaat, er klonk een ontspannen okay. Mijn vader had daar grote moeite mee, maar kon er niks tegen doen. Ook die herinneringen keren in 'Icarië' terug. Voor mij was die Amerikaanse bibliotheek een plek van vrijheid waar de ontdekking van de literatuur begon."
Lees meer over 'Literatuur':
‘Soms is schrijven intensiever dan het leven zelf’
Interview met Julia Schoch over 'Het liefdespaar van de eeuw', dat in Duitsland lovend werd ontvangen en nu in Nederland verschijnt.
Op de Buchmesse Leipzig: booktok, cosplay en politiek
Petra Schulze Göcking (DIA) sprak in Leipzig met auteurs en bezoekers van de Buchmesse en kwam terug met hun boekentips.
DDR-roman Brigitte Reimann vertaald en zonder censuur
Roman 'Mijn broer en ik' van Brigitte Reimann wordt 60 jaar na verschijnen internationaal ontdekt.
Erpenbeck: ‘Het beste aan de DDR was de hoop’
Met ‘Kairos’ wil schrijfster Jenny Erpenbeck haar DDR-herinneringen vastleggen.
Reacties
Een groots boek. "Het Kwaad" is al vanuit allerlei invalshoeken onderzoct, onder andere door Hannah Ahrendt, om dat te proberen te begrijpen wat eigenlijk onbegrijpelijk is. En het gaat over onze grootste angst: de misdadigers zijn mensen zoals wij.
Uwe Timm benadert het probleem vanuit de rassenhygiëne en Utopia. Leerzaam en verhelderend