Duitslandweb logo Duitslandweb

Kerkelijke banden met de DDR: Geloof in vriendschap

Achtergrond - 30 oktober 2019 - Auteur: Ingrid Bosman

Op het hoogtepunt waren het er meer dan 400, maar nog altijd onderhouden een kleine 100 protestantse kerkgemeenschappen in Nederland een band met een partnergemeente in de voormalige DDR. Al hadden de contacten destijds ook een politieke lading, de betekenis ervan lag en ligt nog steeds vooral op het menselijke vlak, vertellen betrokkenen van de Arnhemse Parkstraatgemeente en de PKN-gemeente Eibergen-Rekken. “Met kritiek op het regime hadden we de vriendschap op het spel gezet.”

Kerkelijke banden met de DDR: Geloof in vriendschap
© Bert Companjen
Barak van de Friedensgemeinde in Leipzig, 1985

Voor hetzelfde geld had Jan Pietersen naar zijn gastgezin kunnen fluiten. De familie bij wie hij zou logeren was op vakantie in Hongarije, waar in die nazomer van 1989 het IJzeren Gordijn al aan het scheuren was en veel mensen uit de DDR hun toevlucht zochten. “Ze kwamen ‘s avonds laat pas thuis”, vertelt de Eibergenaar. “Ik weet nog dat de man des huizes zei: ‘We hadden wel met bloemen ontvangen mogen worden, omdat wij zijn teruggekomen’. “

Er mocht dan verandering in de lucht hangen, in de DDR wisten partijleider Erich Honecker en de zijnen op dat moment nog van geen wijken. De grenzen waren nog dicht. De delegatie uit Eibergen moest de gebruikelijke strenge controles bij de grensovergang Lübeck-Schlutup/Selmsdorf ondergaan. Het maakte diepe indruk op de zes 18-jarigen uit de Achterhoek met wie Pietersen onderweg was naar Dambeck en Beidendorf, twee dorpjes in de buurt van de havenstad Wismar aan de Oostzee.

De evangelisch-lutherse Gemeinde Dambeck-Beidendorf en de Samen Op Weg- gemeente Eibergen-Rekken waren al twee jaar eerder met hun uitwisseling begonnen. Het doel was de oecumenische verbondenheid tot uitdrukking te brengen. “Er voor elkaar zijn”, daar kwam het in de samenvatting van Pietersen op neer. “En onbevangen en onbevooroordeeld tegenover elkaar staan begint met elkaar kennen.” De Eibergse jongeren hielpen de Duitsers met klussen en er werd veel gepraat. Van terughoudendheid in de gesprekken was weinig te bespeuren, volgens Pietersen: “Binnen de kerkgemeenschap leek men elkaar wel te vertrouwen. Buitenshuis werd er meer op woorden gelet.”

Warm bad

Dat is ook de ervaring van Bert Companjen van de Parkstraatgemeente in Arnhem. Begin 1984 kwam hij bij de eerste kennismaking met  de evangelisch-lutherse Friedensgemeinde in een ‘warm bad’. ”De gespreksgroep Tee und Thema waaraan we werden gekoppeld was een vriendenclub van jonge mensen”, vertelt Companjen, destijds 33. Als er onder de deelnemers al mensen zaten die zich inhielden, uit angst voor of misschien juist sympathie met het regime, “dan hadden de anderen daar niet zo’n boodschap aan”.

Tussen de Nederlandse en Oost-Duitse protestante groepen ontstonden hechte vriendschapsbanden. En onder vrienden praat je vooral over ‘zaken des levens’, zeggen Pietersen en Companjen allebei. Van alledaagse onderwerpen tot geloofskwesties als de beleving van het Heilig Avondmaal. Beiden raakten bevriend met hun gastgezinnen.

Jan Pietersen van de PKN-gemeente Eibergen/Rekken. Afb.: Ingrid BosmanBijbels de grens over smokkelen, zoals menig orthodox reisgezelschap deed? “Dat hoefde niet. Die hadden ze wel”, zegt Pietersen. Zelf bezorgde hij een collega-leraar ooit eens studiemateriaal dat in de DDR niet beschikbaar was. Companjen en zijn vrouw Els van Essen verborgen ooit leesvoer over vredesopvoeding in hun bagage, als gespreksstof voor in Leipzig. Waarbij het niet over politiek of wapens ging, benadrukt de Arnhemmer, “maar om de vraag hoe we onze kinderen vreedzaam samenleven konden bijbrengen”.

Loyaliteit

Dat de betrekkingen met Nederland voor het bewind in de DDR niet altijd even onschuldig waren, beschrijft historica Beatrice de Graaf in haar proefschrift ‘Over de Muur: de DDR, de kerken en de vredesbeweging’ uit 2004. Kerk en staat stonden in de DDR in een moeizame verhouding tot elkaar en daar werden de gemeentecontacten met Nederland in feite onderdeel van.

Het regime probeerde de kerk voor haar eigen karretje te spannen en speelde meer of minder kritische geesten binnen de kerk tegen elkaar uit. Wie loyaal was, werd beloond met financiële bijdragen of de mogelijkheid om naar het buitenland te reizen, critici werden tegengewerkt. Al naar gelang het in het straatje paste, werden de contacten met Nederlandse kerkpartners door het regime toegejuicht dan wel gefrustreerd.

De kerk op haar beurt wilde haar min of meer onafhankelijke positie niet verspelen. Om die reden werden de broeders en zusters over de grens ook gemaand de aanvankelijk nog wel geuite kritiek op het mensenrechtenbeleid voor zich te houden. De Nederlandse kerkleiding gaf daaraan gehoor en hield zich ook afzijdig toen later het Interkerkelijk Vredesberaad in conflict kwam met het regime. “Zij wilden hun partners in de DDR niet voor het hoofd stoten en de gemeentecontacten beschermen”, schreef hoogleraar De Graaf  – ook bekend als terrorisme-expert -  in een artikel op de site christenhistorici.nl (2005). Over die gemeentecontacten oordeelde de Graaf in haar proefschrift positief. Die hebben bijgedragen aan verbroedering en verbondenheid tussen Oost en West, stelde ze.

Systeem in stand gehouden?

Nog niet gerestaureerde kerk in Dambeck, 1987, bij het eerste bezoek uit Eibergen. Afb.: archief PKN-gemeente Eibergen/RekkenHet proefschrift van De Graaf trof leden van de landelijke werkgroep gemeentecontacten toch pijnlijk, zegt Companjen, die als penningmeester bij de werkgroep is betrokken. Hij verheelt niet dat hij zelf destijds behoorde tot de stevig links georiënteerde categorie die niet bij voorbaat afwijzend tegenover de DDR stond en een toekomst zag in het socialisme. Was hij naïef? Companjen gingen al bij zijn eerste bezoek aan de DDR de ogen open, zegt hij. “Dan ervaar je de onvrijheid en de achterblijvende economische ontwikkeling.”

Na de val van de Muur blikte de generale synode van de hervormde kerk in 1991 terug (en vooruit) op de betrekkingen met de landen in het voormalige Oostblok, in een boekje met de titel ‘Verloren jaren?’. In een opinieartikel in Trouw vroeg Gerrit Mensink van de werkgroep Nederland-Oost-Duitsland zich in 1992 openlijk af of ‘we niet in feite bezig zijn geweest het systeem in stand te houden.’ Companjen herkent zich er niet in: “We wilden de vriendschap niet op het spel zetten, en dat was onherroepelijk gebeurd wanneer we openlijk kritiek hadden geuit.”

Saamhorigheid

Ook de Eibergse gasten hielden zich daar verre van, al was de oppositie binnen de DDR zelf op dat moment al aan het aanzwellen, juist vanuit de kerken. Pietersen:  “Maar dat was vooral in de grote steden. Ik kan me ook niet voorstellen dat actie van onze kant invloed zou hebben gehad. Maar dan nog: wat heb je eraan als je de mensen daar in de problemen brengt? We hadden juist het idee dat ze zich gesteund voelden door onze betrokkenheid.” Of, zoals de Eibergse dominee Schipper in 1992 in Trouw schreef in reactie op het artikel van Mensink: ‘We kwamen niet om een systeem omver te werpen, maar om iets van wezenlijke christelijke solidariteit tot uitdrukking te brengen.’

Zo was het precies, beamen Companjen en Pietersen. En zo is het nog steeds. Want ook al kalven de contacten landelijk gezien af - door onder meer vergrijzing, verminderde belangstelling, of domweg vanwege andere prioriteiten - vanuit Arnhem en Eibergen wordt de band nog onderhouden. Met wederkerigheid nog steeds als basis, zoals Companjen en Pietersen onderstrepen. Een gelijkwaardigheid die de Oost-Duitsers in de contacten met West-Duitse partnergemeenten vaak missen, weten ze.

Pietersen, die het contact met zijn gastfamilie tot zijn spijt zag stoppen: “Het heeft mij verrijkt. Ik heb daar bijvoorbeeld het belang van saamhorigheid leren zien. Niet voor niets is dat wat veel voormalige inwoners van de DDR tegenwoordig juist missen.”

(Dit stuk is aangepast op 31-10, met een verduidelijking aangaande het proefschrift van historicus De Graaf)

Reacties

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer over 'Nederland-Duitsland':

'De Duitse taal is mijn gereedschap'

'De Duitse taal is mijn gereedschap'

Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.


Lees meer

Vijf vragen over de Duitse grenscontroles

Vijf vragen over de Duitse grenscontroles

Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.


Lees meer

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.


Lees meer

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger