Gewoon weer Hölderlin lezen
Duitse literatuur
Boeken - 17 december 2019
- Auteur:
Ewout van der Knaap
Een getalenteerde dichter bezoekt Friedrich Schiller om advies te krijgen. In de halfduistere kamer zit behalve Schiller ook een vreemdeling. Later verwijt de jonge dichter Friedrich Hölderlin zichzelf de beroemde schrijver Johann Wolfgang Goethe niet te hebben herkend.
In zijn rijkgeschakeerde boek ‘Hölderlins Geister’ is dit een van de vele bekende anekdotes die Karl-Heinz Ott duidt. Goethe was pafferig geworden en leek niet meer op de portretten die er van hem in omloop waren. Goethe heeft zich nooit om Hölderlin bekommerd, terwijl Schiller de jonge dichter heeft ondersteund, hem aan publicatiemogelijkheden, een uitgever en een betrekking als privéleraar heeft geholpen.
Het jaar 2020 staat in het teken van Beethoven en Hegel. Bovendien is het op 20 maart 250 jaar geleden dat hun jaargenoot Friedrich Hölderlin werd geboren, de dichter die met de grote denkers Hegel en Schelling in Tübingen werd opgeleid en die we aan het Duitse idealisme kunnen koppelen. Terwijl zijn vrienden succesvol werden, kwamen Hölderlins plannen niet van de grond. Beroemd werden zijn odes, hymnen, elegische gedichten en lyrische proza uiteindelijk wel, door hun krachtige beeldspraak, eigenzinnige grammatica en lyrische toon.
Onlangs verschenen twee boeken over Hölderlin. Van Rüdiger Safranski, die onder meer schreef over Goethe en Schiller, verscheen een degelijke, wat dweperige biografie met veel citaten en weinig verrassingen. Karl-Heinz Ott schreef een sprankelend, kritisch boek met puntige, essayistische hoofdstukken in vijf delen.
Ott is een begenadigd verteller die in de roman ‘Wintzenried’ (2011) beeldend over de filosoof Jean-Jacques Rousseau schreef en ook andere romans schreef. Ott schreef in het biografische genre al met veel inlevingsvermogen over de componisten Händel (‘Tumult und Grazie’, 2008) en Beethoven (‘Rausch und Stille’, 2019).
Hölderlin is van iedereen, laat Ott zien, in een boek dat ook over de Duitse mentaliteitsgeschiedenis gaat. Nadat de dichter aan het begin van de twintigste eeuw door de kring rond de dichter Stefan George werd gecultiveerd, gingen al gauw de expressionisten en later de nationaal-socialisten met hem aan de haal. Overigens, ook in het bezette Nederland werd Hölderlin ideologisch gekoppeld aan de “hergeboorte van het Duitsche wezen”, bijvoorbeeld in het in 1943 nationaalsocialistisch gekleurde maandblad ‘Groot Nederland’, in een artikel ter gelegenheid van zijn honderdste sterfdag. In 1943 zag de eerste wetenschappelijk verantwoorde editie van Hölderlins werk het licht en werd in Tübingen het Hölderlin genootschap opgericht.
Anderen zagen in Hölderlin een voorloper van de moderne poëzie en de marxistisch geïnspireerde protestgeneratie van 1968 beschouwde hem als een revolutionair. Peter Weiss wijdde een toneelstuk aan de onbegrepen dichter en Peter Härtling maakte in een roman van Hölderlin een benaderbare vriend die in dialect sprak. Dat Hölderlin van 1807 tot zijn dood in 1843 in een toren aan de Neckar in Tübingen woonde, en enkel nog redelijk brave verzen schreef, zou uitvloeisel zijn van de gespannen politieke situatie waaraan de dichter probeerde te ontkomen.
Ott weet met al die ideologische posities wel raad. ‘Hölderlins Geister’ blaast het ideologische stof van de dichter en zijn teksten en attendeert erop hoe lyrisch en muzikaal de bijzondere sound van de dichter is. Ott fileert niet alleen de filosoof Martin Heidegger die het nationaal-socialisme en Hölderlin als diens ideologische profeet omarmde. Ott roept vragen op: had Hegel niet gewoonweg gelijk dat hij vrijheid een belangrijker concept vond dan schoonheid? Is het noodzakelijk de Griekse bronnen waarnaar Hölderlin verwijst als sleutel tot de gedichten te beschouwen? Is een fragment net zo waardevol als een voltooid gedicht? En leed Hölderlin aan een bipolaire stoornis of was er een andere reden waarom hij decennialang wegkwijnde?
Ott heeft een imposante kennis van zijn onderwerp en de context, waardoor hij moeiteloos denkers aanhaalt die voor de duiding van het werk van Hölderlin een rol spelen. Ott legt uit hoe de filosofie de visie op Hölderlins teksten kleurt. Naast al die benaderingen van de maatschappelijk weinig succesvolle dichter plaatst Ott ook nuchtere beschouwingen over hoe Hölderlin ten gronde gaat aan opvoedingsidealen als hij privéleraar is, of hoe weinig realistisch het was dat de relatie met de bankiersvrouw Susette Gontard zou kunnen slagen. Aan haar droeg hij zijn roman ‘Hyperion’ op.
Karl-Heinz Ott schrijft fijn- en scherpzinnig, hier en daar met een vleugje ironie en zonder het pathos dat sommige Hölderlin-adepten kenmerkt. Ook voor wie over Hölderlin al het een en ander weet, is hij een verhelderende gids. Iedere pagina zet je aan het denken. Zoals Jean-Jacques Rousseau opriep tot een terugkeer naar de natuur, zo roept Karl-Heinz Ott op naar een terugkeer tot de tekst: lees Hölderlin onbevangen. ‘Hölderlins Geister’ is een ideaal kerst- en nieuwjaarscadeau.
Lees meer over 'Literatuur':
‘Soms is schrijven intensiever dan het leven zelf’
Interview met Julia Schoch over 'Het liefdespaar van de eeuw', dat in Duitsland lovend werd ontvangen en nu in Nederland verschijnt.
Op de Buchmesse Leipzig: booktok, cosplay en politiek
Petra Schulze Göcking (DIA) sprak in Leipzig met auteurs en bezoekers van de Buchmesse en kwam terug met hun boekentips.
DDR-roman Brigitte Reimann vertaald en zonder censuur
Roman 'Mijn broer en ik' van Brigitte Reimann wordt 60 jaar na verschijnen internationaal ontdekt.
Erpenbeck: ‘Het beste aan de DDR was de hoop’
Met ‘Kairos’ wil schrijfster Jenny Erpenbeck haar DDR-herinneringen vastleggen.
Reacties
graag info Hoelderlln 2020 dank en mvg
Daarvoor kunt u het best contact opnemen met de auteur van dit artikel, zie de link in het blokje met informatie over de auteur rechts bovenaan deze pagina.
Met vriendelijke groet, de redactie