Het gewicht van Russisch gas
De noodzaak van een Europees energiebeleid

Achtergrond - 11 januari 2007

De Russische president Vladimir Poetin is een partner die in veel Europese landen gewantrouwd wordt, maar wiens olie en gas iedereen wil hebben.

Goede betrekkingen met Rusland zijn voor Duitsland van fundamenteel belang en het ligt in de lijn der verwachtingen dat Duitsland zijn institutionele macht en politiek kapitaal zal gebruiken om de goede betrekkingen met Rusland niet in gevaar te brengen.

Maar de tijden van de Männerfreundschaft  tussen oud-kanselier Gerhard Schröder (SPD) en Poetin zijn voorbij. Ingegeven door de steeds sterker wordende ondemocratische tendensen in Rusland, stelt kanselier Angela Merkel (CDU) zich harder op tegenover Poetin. Omdat haar coalitiepartner in de regering, de SPD, er echter anders over denkt, heeft ze weinig manoeuvreerruimte. Wat het Ruslandbeleid betreft, zit ze niet op één lijn met haar minister van Buitenlandse Zaken Frank Walter Steinmeier. Deze SPD-minister, onder de rood-groene regering Schröders naaste adviseur, wil graag diens lijn voortzetten.

Gewicht

In de wandelgangen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt de laatste maanden veel gesproken over een niew beleid ten opzichte van Rusland, een neue Ostpolitik. Dit nieuwe beleid steunt op een aantal pijlers. De eerste heeft betrekking op het partnerschap- en coördinatieverdrag met Rusland uit 1997, dat in 2007 afloopt. Hoewel het Berlijn, als voorzitter van de EU en de G8, vrijwel zeker niet zal lukken om tijdens het Duitse voorzitterschap een nieuw verdrag samen te stellen, kan Duitsland een belangrijke stempel drukken op de inhoud.

Een andere pijler heeft betrekking op het verbeteren en uitbreiden van betrekkingen met Centraal-Azië. Dit is een regio die in de mondiale zoektocht naar energie steeds meer gewicht krijgt, maar waarin de Europese Unie en in het bijzonder Duitsland tot op heden weinig hebben geïnvesteerd. En dat terwijl de Centraal-Aziatische republieken dankzij hun nog niet geëxploiteerde olie- en gasvoorraden een belangrijke rol in de 21e eeuw zullen spelen.

Machtspolitiek

 'Energiezekerheid' is een sleutelbegrip in Duits-Russische betrekkingen. De Russische federatie is de hoofdleverancier van olie en gas aan de EU. Duitsland is Ruslands grootste energieafnemer. Staatsbedrijf Gazprom levert ruim 30 procent van de totale Duitse olie-import en 41 procent van het Duitse gas. De Europese Unie moet, als het aan Berlijn ligt, met initiatieven komen voor duidelijke en omvattende regelgeving over productie, transport en import van energie. Dit om een veilige en stabiele gas- en olietoevoer vanuit Centraal Azië en de Kaspische Zee via Rusland te garanderen. Vooral de laatste Europese energieshock als gevolg van de gasoorlog tussen Rusland en de Oekraïne (januari 2006) en de daarmee samenhangende dreigende transportstop naar Europa heeft Duitsland bewust gemaakt van de noodzaak van duidelijke regelgeving.

Volgens Duitsland bieden de technologische knowhow, het investeringskapitaal uit de EU en de enorme olie- en gasvelden van Rusland voldoende draagvlak voor een langdurige strategische samenwerking met Rusland. Binnen de EU is deze Duitse koers niet onomstreden. Bijzonder kritisch staan de nieuwe Oost-Europese lidstaten ten aanzien van dit beleid. Deze landen, Polen voorop, vinden dat Poetin olie en gas niet alleen als exportproducten bechouwt, maar als een instrument voor machtsuitoefening. Frankrijk loopt ook niet warm voor een te hechte Duits-Russische relatie en wil niet te afhankelijk zijn van olie en gas uit Rusland. Parijs geeft de voorkeur aan een strategisch partnerschap met Algerije - na Rusland en Noorwegen de derde gasleverancier van de EU.

Energieveiligheid

Zolang een gemeenschappelijk energiebeleid met verschillende leveranciers en een spreiding van energiebronnen niet tot stand is gekomen, zal elk EU-lid zijn eigen energiebeleid ontwikkelen en blijft Duitsland zich oriënteren op Rusland. De gaspijplijn die Duitsland in samenwerking met het Russische Gazprom aanlegt door de Oostzee - en dus om Oost-Europa heen - om op de lange termijn in haar gasbehoefte te voorzien, geldt in dit verband als een typisch staaltje nationaal eigenbelang.

Analisten wijzen er echter op dat Berlijn zijn energiebeleid moet herzien en zich op andere markten moet richten dan alleen de Russische. Voor deze analisten zijn niet politieke argumenten de doorslaggevende factor, maar technische. Hoewel in de toekomst (tot 2020) olie- en gasimport in absolute getallen (lees: hoeveelheden vaten olie en kubieke meters gas) zal toenemen, zal de import uit Rusland relatief gezien sterk afnemen. Op dit moment levert Rusland 69 procent van de totale Europese gasimport. In 2020 zal deze import zijn teruggelopen tot 40 procent. ‘Energieveiligheid’ komt volgens deze critici niet tot stand door zich te richten op Rusland maar door diversificatie van import. Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Centraal-Azië vormen de alternatieven. Vooral in Centraal-Azië lopen Duitsland en andere EU-landen achter op hun belangrijkste concurrenten uit Noord-Amerika, China en India, die al massaal geïnvesteerd hebben in deze regio.

Zwaarwegend

  Tegen deze achtergrond wordt de noodzaak van een gemeenschappelijk Europees energiebeleid zichtbaar. Dat bestaat op dit moment nog niet. Een van de grootste obstakels bij het opstellen van een Europees energiebeleid is het ontbreken van een gemeenschappelijke wil. De Europese Commissie publiceerde in maart vorig jaar het zogeheten Groenboek waarin het pleitte voor samenwerking tussen EU-landen op energiegebied. Dit werd echter door de meeste lidstaten gezien als een inbreuk op hun soevereiniteit en bestempeld als niet goed uitgewerkt en prematuur. Toch groeit het besef bij de Europese lidstaten dat de EU inzake energie met één mond moet spreken. Groei van energieconsumptie, stijgende energieprijzen en klimaatverandering, met als gevolg de noodzaak voor efficiënter gebruik van energiebronnen en diversificatie, zijn zwaarwegende argumenten.

De neue Ostpolitik van Berlijn kan een aanzet tot een gemeenschappelijk energiebeleid vormen. Rusland is duidelijk van plan om via energiepolitiek macht te herwinnen in Oost-Europa. De Duitse en Europese aandacht moet daarom ook uitgaan naar Centraal-Azië. Op de VS en Rusland heeft de EU in de regio een streepje voor: de Europese Unie heeft niet de reputatie een mogendheid te zijn met imperialistische ambities (in tegenstelling tot de VS en Rusland). Dit stelt haar in staat strategische partnerschappen te sluiten met de nieuwe republieken, nodig om de felbegeerde diversificatie van de energie-import tot stand te brengen.

Said Rezaiejan als onderzoeker verbonden aan het Duitsland Instituut Amsterdam.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger