Woeste romantiek in de Harz
Duitslands noordelijkste middelgebergte in de sneeuw

Achtergrond - 1 december 2005

Boven op de Brocken bliksemt en dondert het. Op het ARD-journaal wordt de beroemde berg deze avond, met windstoten van honderdnegentig kilometer per uur, tot Duitslands gevaarlijkste plek verklaard. Hier aan de voet van de berg komt de Ilse razend en kolkend aanrollen. De lieflijke prinses Ilse, zoals Heinrich Heine het riviertje op zijn ‘Harzreise’ doopte, is een duivelin geworden. Wie het Harzgebergte nog associeert met grootmoeders truttige vakantietripjes, moet zijn oordeel nodig herzien.

Romantisch is het hier in Ilsenburg zeker. Maar het is de woeste romantiek waarbij Extremsportler zich wel voelen. En heksen. Volgens de Brocken-legenden vliegen ze bij dit weer naar de Brocken voor een dans met de duivel. De namen van granietformaties in het Harzgebergte, waarvan de Brocken met 1141 meter de top vormt, verwijzen ernaar: Hexenaltar, Teufelskanzel.

In het pension aan de Karl-Marx-Strasse wordt de traditionele Grünkohl (boerenkool) met Kohlwurst (“daar verwerken we sinds de Wende geen varkenshersens meer in”) met meewarige blik opgediend: “Mevrouw wil morgen echt de Brocken op?” Jazeker, mevrouw is niet zomaar neergestreken aan de oostkant van het gebergte. Dit eerlijke vakwerkhuis met zijn splijtende, eeuwenoude balken is haar ideale uitvalsbasis.

Dit huis waar in de DDR-jaren kelners werden opgeleid in het serveren van worst met hersens, is er een zoals vele in dit stadje. Vale woudtinten beheersen het interieur, van de bar tot de met pluche beklede nachtkastjes. Je waant je al een beetje aan de Ilse, die met haar watervallen de fraaiste toegangsweg tot de berg vormt.

Afluisterapparatuur

Tot de val van de Muur was de Brocken verboden terrein. De top van de Harz, het noordelijkste middelgebergte van het Europese vasteland, diende als sokkel voor socialistische uitkijk- en afluisterapparatuur. Het IJzeren Gordijn scheidde het gebergte in een DDR-deel, en een kleiner deel op West-Duits grondgebied.

In Schierke, het hoogste kuuroord in het Oosten, hing jaren na de Wende nog een wandelkaart uit 1988 in een leegstaand vakbondsvakantiehuis, waarop enkel routes waren aangegeven die wég van de Duits-Duitse grens voerden. De kurende arbeiders konden wel naar het oosten, naar de naburige oordjes Elend en Sorge. Grüße aus Elend. Voorbij Sorge is een stukje grensgebied met zijn veelsoortige afsperringen en signalen door wakkere bewoners in een openluchtmuseumpje bijeengebracht. Na enkele kilometers gestruikel over de Todesstreifen kom je bij een authentieke wachttoren.

Parcours

De volgende ochtend hebben de herfstige pasteltinten plaatsgemaakt voor een dik pak sneeuw. Het is zowaar windstil. De geur van bruinkool blijft nu om Ilsenburgs schoorstenen hangen, die nostalgische geur tussen kolen en hout in. Wandelweer. Aan de rand van het stadje blijkt de oude boerderij bij de watermolen aan het achttiende-eeuwse bruggetje over de Ilse gered.

Zeven jaar geleden stond het pand op instorten. Het had alles om een toeristisch kitschhuis te worden, maar de eigenaar lag prettig dwars. Hij is op het erf in de weer. “Hoezo had u zich zorgen gemaakt”, pareert hij. ”We blijven hier gewoon doen, hoor.” De grote boom die pal voor zijn huis staat, draagt nu een bordje met ‘Denkmal’, monument. Het zal hem worst wezen, zegt hij.

Tegen het witte decor verschijnt boven het stadje het restant van een romaans klooster, dat met een landhuis van 1862 een geheel vormt en nu een chic hotel herbergt. Er is geen teken van leven. Iedereen die in Ilsenburg niets te zoeken heeft, is voor de storm gevlucht. Op de route stroomopwaarts langs de Ilse is ook geen voetspoor in de sneeuw te zien. Het is niet glad en na een kilometer flink klimmen kan de Ilsenstein worden bewonderd, de brokstukken van wat in het jaar duizend een burcht moet zijn geweest. Opeens verschijnt de zon en komt Ilsenburg beneden uit de nevel te voorschijn.

Kruis

Op de rand van hetzelfde bergje staat een manshoog ijzeren kruis uit 1814, opgericht om de zoveelste Duitse strijd te gedenken. Heine moest zich er tien jaar later op zijn Harzreis aan vastklampen om niet omvergeblazen te worden. Dat schrijft hij althans, ongetwijfeld met enige literaire ironie. De witte schoonheid rondom is overweldigend. Nu verder langs de kletterende, zo zwart afstekende Ilse. Op naar de top van de Brocken. Het is oppassen geblazen, om het evenwicht niet te verliezen. Maar vooral omdat men zich boven in de Harz, voordat men er erg in heeft, in quasi-dichterlijke taal kan verliezen, die de lezer in de polder zou kunnen opvatten als een aanval van romantische kitsch.

Annemieke Hendriks is freelance journalist in Berlijn en Amsterdam.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger