Landschap tussen 'Traum' en trauma
Dessau en omgeving

Achtergrond - 1 mei 2006

Dessau werd in de twintigste eeuw het middelpunt van de moderne architectuur toen Walter Gropius er zich met zijn Bauhaus vestigde. Dit centrum voor 'eigentijdse architectuur en design' heeft ook de latere DDR-tijd doorstaan. Na de val van de Muur is Dessau ook anderzijds weer opgeleefd. Vanaf begin jaren negentig is het industriële landschap omgevormd tot een 'Industrieel Tuinenrijk' - een onbekende bezienswaardigheid.

Wie vanuit Dessau naar het oosten rijdt, komt na een kilometer of tien bij twee andere bijzondere locaties van het Industriële Tuinenrijk: een woestijnlandschap met als contrast een weelderig parklandschap. Het eerste heet Ferropolis, de stad uit ijzer. Het is een voormalige dagbouwgroeve, waar de bruinkool werd gewonnen die het chemisch-industriële raderwerk draaiende hield. De monsterlijk grote graaf- en baggermachines leken na 1989 rijp voor de schroothoop. Maar het Bauhaus wilde ook dit erfgoed behouden, ter lering voor de nazaten van de voormalige dagbouwwerkers en ter vermaak. Ferropolis is een openluchtmuseum annex kunstarena, waarin de ijzeren bruinkoolwinningsmonsters voor een lichtshow worden ingezet.

Na deze ervaring met het dagbouwtrauma, een industrie die vele Duitse dorpen heeft opgeslokt en kraters achterliet, verschijnt het nabije parklandschap als een oase. Dit Gartenreich Dessau-Wörlitz is waargemaakte utopie uit de achttiende eeuw. Ook toen zette de mens het landschap naar eigen hand. Vorst Leopold Friedrich Franz kon zijn droomrijk van tuinen met landhuizen in allerlei architectuurmodes verwezenlijken dankzij het waterrijk dat de Elbe hier met haar zijstromen vormde. De rivier is hier nooit gestroomlijnd en de Muur viel voordat de bruinkoolindustrie het grondwaterpeil dramatisch had aangetast. Het Gartenreich is dus intact gebleven en staat nu ook op de Unesco-lijst. Het leende zijn naam aan Kuhns Industriële Tuinenrijk. Daarmee heeft het Bauhaus-project zijn wortels in de kunst van de Hollandse watertovenaars rond het vorstenhuis van Oranje. Leopold is namelijk een Oranje-nazaat; paleis Oranienbaum ligt een paar kilometer verderop. Maar dat is een ander verhaal.

Annemieke Hendriks is freelance journalist in Berlijn en Amsterdam.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger