Duitsland is toe aan politieke verandering
Opinie

Achtergrond - 1 juni 2005

Als er komende zondag verkiezingen zouden worden gehouden, zouden CDU, CSU en FDP in staat zijn het roer van de huidige rood-groene regering over te nemen. Deze stemming onder de bevolking zal tot de verkiezingen in september niet meer veranderen. 

In eerste instantie zijn de sociaal-politieke saneringsmaatregelen van de regering-Kohl teruggedraaid om later weer in gang gezet te worden. Het uiteindelijk onvermijdelijke ‘hervormingsbeleid’ (in wezen aantasting van juridische aanspraken op sociale verzekeningen) heeft enerzijds tot een breuk in de verhoudingen tussen SPD en vakbonden geleid en anderzijds grote ergernis opgewekt onder de sociaal-democratische achterban. Bij de verkiezingen in Noordrijn-Westfalen zijn arbeiders en werklozen niet alleen thuisgebleven, maar zelfs naar de CDU overgelopen. Het Roergebied is niet langer rood. Schröders saneringsbeleid heeft niet alleen de ziel van de partij aangetast – de SPD verloor leden en kiezers – maar ook spanningen opgewekt in de fractie en zelfs een afsplitsing van een deel van de linkervleugel van de partij veroorzaakt.

Eén resultaat is nu de vorming van een nieuwe linkse partij waartoe ook de PDS behoort, die op gelijke hoogte met de Groenen en de FDP in de Bondsdag zal komen. De PDS en de Wahlalternative für Arbeit und Soziale Gerechtigkeit (WASG) haalden in Noordrijn-Westfalen samen 3,1 procent van de stemmen. Als dat representatief voor heel West-Duitsland zou zijn - wat het niet is - dan zou de nieuwe groepering met het Oost-Duitse stemmenaandeel van de PDS (zo’n 5 procent) op ongeveer 8 procent uitkomen. Deze partij schaadt de SPD vooral omdat ze oorspronkelijke SPD-stemmers, die uit teleurstelling niet meer stemmen, naar zich toe weet te trekken. De kans wordt daardoor groot dat deze kiezers zelfs als het erop aankomt niet meer terugkeren naar de SPD.

Bij de Groenen werkte het beleid niet zo destabiliserend omdat deze partij haar issues behoorlijk kon doorvoeren en het economische beleid binnen de partij niet zo’n belangrijk onderwerp is. Hun nieuwe buitenlands-politieke koers – inzet van het Duitse leger in het buitenland – hebben de Groenen inmiddels verwerkt. Bij de kiezers resulteerde het regeringsbeleid, zoals bekend, in een aanzienlijke vertrouwensbreuk: in de peilingen staat de SPD op een verlies van 10 procent ten opzichte van 2002. Voor institutionele consequenties zorgde vooral de reeks van flinke nederlagen bij deelstaatverkiezingen sinds 2003. De oppositie heeft daardoor al bijna een tweederde meerderheid in de Bondsdag verworven.

Vanaf de herfst zal er onder leiding van CDU/CSU geregeerd worden. Ook een - nogal onwaarschijnlijke - grote coalitie zou daar weinig aan veranderen. Wel zou alleen een dergelijke coalitie de huidige SPD-leiding de kans geven de richting van haar hervormingsbeleid te blijven volgen. Althans, als deze leiding erin slaagt het heft in handen te houden.

We staan voor twee mogelijke uitkomsten, die beide paradoxaal zijn:
1. CDU/CSU wint de verkiezingen om met de FDP het onpopulaire hervormingsbeleid consequenter door te zetten dan het vorige kabinet. Deze coalitie zou gedragen worden door de hoop dat ze een opleving zou kunnen bewerkstellingen van de economie en de arbeidsmarkt.
2. CDU/CSU wint en gaat met de SPD in zee, wat betreft doelstelling en uitzicht op succes betreft gehinderd door een partner, die meer dan in de afgelopen jaren rekening moet houden met links en met het vakbondsmilieu.
Het zal echter wel op de eerste mogelijkheid uitdraaien.

Prof.dr. Heinrich Oberreuter is hoogleraar politicologie aan de Universität Passau in Beieren en directeur van de Akademie für politische Bildung in Tutzing, tevens in Beieren. Hij is lid van de CSU.

Vertaling: Jacco Pekelder en Marja Verburg.  

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger