Koningspaar evalueert met deelnemers handelsmissies naar Duitse deelstaten

Deelnemers aan de handelsmissies komen uit de energiesector, de auto-industrie, de gezondheidszorg, werken bij grote hightechbedrijven of zijn kleine toeleveranciers, doen wetenschappelijk onderzoek of bouwen windmolenparken in de Noordzee. Niet allemaal hebben ze tijdens de handelsreizen naar Duitsland contracten met Duitse partijen gesloten, maar de meeste aanwezigen bij het gesprek met het koningspaar woensdagmiddag geven aan dat de bezoeken aan Duitsland hen veel hebben opgeleverd.

Jan Keller van het Nederlandse hightechbedrijf ASML en Andreas Dorsel van de Duitse fabrikant voor optische systemen Carl Zeiss vertelden over de boost die het bezoek aan Thüringen in 2017 in hun samenwerking heeft gebracht. Ook de TU Delft en de Friedrich Schiller Universität in Jena profiteren van die samenwerking: zij hebben na het bezoek aan de Oost-Duitse deelstaat samen een master-opleiding opgezet, waarbij ook ASML en Carl Zeiss betrokken zijn. "Dit jaar gaat de eerste groep studenten vanuit Delft voor een jaar naar Jena", aldus Paul Urbach, wetenschappelijk directeur van het Dutch Optics Centre, opgezet door de TU Delft en TNO.

Het bezoek van het koningspaar aan Rijnland-Palts in 2018 heeft de Nederlands-Duitse samenwerking op het gebied van hightech-industrie op een hoger niveau gebracht, vertelden Peter van Harten, ambassadeur van het Nederlandse Smart Industry programma, en Henning Banthien, van het Duitse Platform Industrie 4.0. "Duitsers kijken nu voor innovatie ook naar Nederland", aldus Van Harten. "Nederlanders zijn pragmatischer", vertelde Banthien, waar Duitsers soms te theoretisch zijn. Data-uitwisseling speelt een belangrijke rol in deze sector. Dat doen Duitsers en Nederlanders steeds meer en beter, vertelden Van Harten en Banthien.

Baerte de Brey van ElaadNL, kenniscentrum voor slimme laadinfrastructuur voor elektrische mobiliteit, reisde in 2016 met Willem-Alexander en Máxima mee naar Beieren. "We zijn een kleine speler in Nederland, maar jullie openden deuren naar bedrijven in de Duitse auto-industrie die ik anders niet had gesproken", zei hij tegen het koningspaar. De bezoeken aan Duitsland dwongen de deelnemers verder te kijken dan de dagelijkse bedrijfspraktijk en na te denken over mogelijkheden tot samenwerking met andere sectoren, zeiden ze. Dat geldt ook voor grote bedrijven, aldus Maurice Geraerts, van NXP Netherlands, wereldwijd producent van halfgeleiders. Verschillende bedrijven drongen er bij het koningspaar op aan door te gaan met de bezoeken aan de Duitse deelstaten.

Stefan Dräger van het Duitse Dräger AG, gespecialiseerd in beademingsapparatuur, haalde tijdens de digitale bijeenkomst een gesprek aan dat hij aan het begin van de coronapandemie, in maart 2020, had met Willem-Alexander. In een periode dat Philips problemen kreeg met de VS over de levering van beademingsapparatuur, zegde Dräger de koning vanuit Duitsland toe te helpen als de VS de grenzen zouden sluiten. Dat producenten als Dräger vasthielden aan ethische principes, heeft toen geholpen, reageerde de koning.

Toen Ulrich Kerle van UniversitätsKlinikum Saarland de loftrompet stak over de technisch vooruitstrevende ziekenhuizen in Amsterdam en Rotterdam, wees de koning ook op de nadelen van de Nederlandse geperfectioneerde systemen: Nederland had tijdens de coronacrisis te weinig IC-bedden beschikbaar. Nederlandse patiënten konden toen in Duitse ziekenhuizen terecht. "Daar zijn we nog steeds zeer dankbaar voor", benadrukte de koning. 

Willem-Alexander en Máxima brengen van 5 tot en met 7 juli een staatsbezoek aan Duitsland. Ze gaan naar Berlijn en sluiten daarmee hun reeks deelstaatreizen af. Het bezoek aan Berlijn staat in het teken van de diversiteit van de samenwerking tussen Duitsland en Nederland: politiek, economisch en op het gebied van wetenschap en cultuur.

Sinds Willem-Alexander in 2013 koning werd, hebben hij en Máxima, op Berlijn na, alle Duitse deelstaten met een handelsmissie bezocht:
in 2019 Mecklenburg-Voorpommeren en Brandenburg en Bremen;
in 2018 Rijnland-Palts en Saarland;
in 2017 Saksen, Saksen-Anhalt en Thüringen, een bezoek dat leidde onder meer leidde tot intensievere samenwerking tussen de TU Delft en de Friedrich-Schiller-Universität in Jena;
in 2016 Beieren
in 2015 Hamburg en Sleeswijk-Holstein
in 2014 Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen
in 2013 Hessen en Baden-Württemberg