Handelsmissie brengt Delft en Jena dichter bij elkaar

“Toen bekend werd dat onze koning vorig jaar naar Jena ging, dachten wij als TU Delft direct: ‘kunnen we daar iets mee?’”, vertelt Peters. De Oost-Duitse deelstaat en met name de stad Jena staan bekend om de kennis en productie van optische systemen zoals lenzen, groot gemaakt door de beroemde ondernemer en lenzenmaker Carl Zeiss. Niet voor niets wordt Jena ook wel de ‘lichtstad’ genoemd. Maar Nederland heeft op dat gebied ook veel te bieden, zegt Peters, met uitvinders als Christiaan Huygens, die bijdroeg aan de ontwikkeling van de telescoop, en Antoni van Leeuwenhoek, die aan de wieg stond van de microscoop.

Sinds drie jaar is in Delft het Dutch Optics Center gevestigd, opgericht door de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en de technische universiteit Delft. Het ontwikkelt innovatieve producten op het gebied van optica. Peters: “In deze sector is er sprake van een ‘war on talent’. Daarom zijn we vorig jaar met de koning mee naar Thüringen gegaan om te kijken of we meer kunnen samenwerken.”

Gezamenlijke masterstudie

Het werd een vruchtbaar bezoek. Onder toeziend oog van de koning werd op de Friedrich-Schiller-Universität in Jena een memorandum door Nederlandse en Duitse wetenschappelijke instellingen ondertekend om meer kennis uit te wisselen. Een van de doelen is het opzetten van een gezamenlijke masterstudie door de universiteiten van Jena en Delft op het gebied van opto-mechatronics. Engelstalig, dat dan weer wel. Peters: “De taal van de wetenschap is Engels, ook in Duitsland steeds meer.”

Inmiddels hebben de universiteiten twee industriële partners gevonden die de studie financieel willen ondersteunen: het Nederlandse hightechbedrijf ASML en het Duitse Zeiss. Donderdag, als de minister-president van Thüringen de TU bezoekt, zullen ook zij hun handtekening zetten. “Het duurt nog wel even voor de masteropleiding daadwerkelijk van start gaat, want het moet nog geaccrediteerd worden. Maar het fundament ligt er”, aldus Peters, die het wetenschappelijke programma voor het Duitse bezoek samenstelde.

'Makkelijk contact'

Peters is positief over de samenwerking met de Duitsers. “Het contact gaat makkelijk, onze culturen lijken op elkaar. Natuurlijk zijn er ook wel verschillen; de Duitsers zijn iets rechtlijniger, de Nederlanders misschien iets creatiever. Dat vult elkaar goed aan.”

Willem-Alexander en Máxima gaan sinds 2013 elk jaar op handelsreis naar een aantal Duitse deelstaten. Dat blijkt zijn vruchten af te werpen. Peters: “Het bezoek van de koning aan Jena heeft het samenwerkingsproces versneld. Nu, al een jaar later, stuurt Thüringen de minister-president met een delegatie naar Nederland om uitwisseling nog meer te stimuleren.”

Met Ramelow komt ook een delegatie Thüringse ondernemers mee, die vorig jaar hun Nederlandse collega’s op bezoek hadden. Ook daar is een basis voor meer samenwerking gelegd. De Nederlandse en Duitse bedrijven ontmoeten elkaar donderdag op de TU Delft voor een meet & match.    

Bauhaus

Naast economische en wetenschappelijke uitwisseling is er tijdens het bezoek van de Thüringse delegatie ook aandacht voor politiek en cultuur. Ook daar is de kruisbestuiving tussen Nederland en Thüringen groot. Dinsdag sprak minister-president Ramelow al met zijn Nederlandse collega minister van Economische Zaken Mona Keijzer over de handelsbetrekkingen. Thüringen importeerde in 2017 voor 808,5 miljoen euro aan goederen uit Nederland, en daarmee staat ons land op plaats vier van belangrijkste importlanden van de Duitse deelstaat.

Woensdag was de delegatie in Rotterdam voor een bijeenkomst in het teken van 100 jaar Bauhaus, dat in 2019 met een jubileumjaar wordt gevierd. Speciaal voor die gelegenheid stelde de Klassik Stiftung Weimar een originele stoel van Bauhaus-ontwerper Marcel Breuer beschikbaar, die vanaf deze maand is te zien in Huis Sonneveld in Rotterdam.