Opinie: Participatiecijfer werkt
Achtergrond - 2 april 2015Kerstin Hämmerling van het Duitsland Instituut (DIA) heeft vorig jaar opgeroepen scholieren naar Duits voorbeeld te motiveren met een participatiecijfer. Twee weken geleden was ze met 30 docenten in Duitsland om de kunst af te kijken. Ze wil Nederlandse scholen nu ondersteunen bij de invoering van deze Duitse lespraktijk.
Een jaar geleden deed ik een oproep aan Nederlandse docenten en schoolleiders om samen met mij te verkennen hoe een participatiecijfer naar Duits voorbeeld in zijn werk gaat. Ik vroeg me af of dit iets voor de Nederlandse onderwijspraktijk kon zijn: of het mee laten wegen van mondelinge participatie in de les de motivatie van Nederlandse leerlingen kan verhogen.
Mijn oproep lokte veel reacties uit. Het leidde tot de deelname van meer dan 30 docenten aan onze 24-uurs-nascholing ‘Participatie in de les’ in Essen. We zagen wat een participatiecijfer concreet inhoudt en wat de wetenschap erover zegt. We spraken met experts over de validiteit van beoordeling en het motiverende effect van het participatiecijfer. We bezochten vier Duitse scholen waar we lessen bekeken en in gesprek gingen met de docenten. En we maakten een vertaalslag naar de Nederlandse praktijk en keken welke deelnemers hiermee zelf op school aan de slag wilden gaan.
Beoordelingskwestie
Om met het laatste te beginnen: de deelnemers vonden zonder uitzondering dat een participatiecijfer een interessant instrument voor hun eigen praktijk kan zijn. Ze waren onder de indruk van de actieve deelname van de Duitse leerlingen aan de lessen, van de vanzelfsprekendheid waarmee leerlingen samen met hun docent verantwoordelijkheid nemen voor het verloop van hun lessen en - met name in de bovenbouw – van het hoge niveau en de argumentatievaardigheden van de leerlingen.
We verbaasden ons erover dat iedereen – de leerlingen en de docenten – het bestaan van zo'n cijfer volkomen vanzelfsprekend vindt. Terwijl het vaststellen van dit cijfer ook in Duitsland met veel vraagtekens gepaard gaat: in de deelstaatcurricula is er niets over vastgelegd en de lerarenopleiding besteedt er weinig aandacht aan. Enkele scholen hebben schoolbreed afspraken gemaakt over criteria die ze hanteren in het vaststellen van een cijfer, dat in veel gevallen meer dan 50 procent van het eindcijfer per vak uitmaakt. Alleen al de inhoud van het participatiecijfer verschilt en kan – naast de al eerder beschreven bijdragen in de les - ook bestaan uit mondelinge presentaties, schriftelijke onaangekondigde toetsen, huiswerk en mondelinge overhoringen.
Andere vaardigheden stimuleren
Welke argumenten spreken volgens de Duitse leerlingen en docenten voor een participatiecijfer? Laat ik beginnen met de tegenvraag die wij van onze Duitse collega’s kregen: hoe kan een cijfer dat enkel gebaseerd is op (schriftelijke) toetsmomenten een beeld geven van wat een leerling allemaal kan en weet? Als school de leerlingen wil toerusten voor later - voor hun persoonlijke, maatschappelijke en professionele toekomst - moet er ook aandacht en ruimte voor andere competenties zijn: voor mondelinge presentatie- en argumentatievaardigheden, meningsvorming en onderbouwing, kritisch denken, inzet, teamspelerskwaliteiten, rekening houden met anderen, zich aan afspraken houden, materiaal netjes en compleet op orde hebben en voorbereid zijn.
Waarom kan een leerling die schriftelijk niet sterk is, maar zich verder via allerlei bronnen informeert en zijn daarop gebaseerde mening mondeling goed kan verdedigen, voor deze kwaliteit niet beloond worden? Waarom kan een op inhoud zwakke vmbo-leerling, die wel altijd haar schrift en huiswerk netjes en compleet inlevert, hiervoor geen punten krijgen? Zij kan later een baan krijgen waar juist deze kwaliteit gevraagd is.
De Duitse leerlingen met wie ik sprak, vonden de beoordeling van meer dan alleen schriftelijke toetsen terecht. Een toetscijfer houdt geen rekening met overige vaardigheden, zeiden ook zij. Voor docenten speelt nog een ander argument mee, namelijk dat lessen met leerlingen die - vrijwillig of niet - meedenken en meedoen gewoon leuker, actiever en uitdagender zijn. Of zoals een van de Nederlandse docenten zei: in de lessen op de school in Essen had zij leerlingen actief aan het werk gezien. Op haar eigen school is haar indruk dat vooral zij zelf aan het werk is.
'Duitse' opvoeding
Ligt dit verschil in deelname aan de les niet ook aan een fundamenteel cultuurverschil tussen Nederlandse en Duitse scholieren? Veranderen nonchalante Nederlandse leerlingen die een 6 goed genoeg vinden en voor minimale inzet gaan met de invoering van een participatiecijfer plotseling in ambitieuze strebers? En is dat wenselijk?
Hoewel ik denk dat cultuurverschillen zeker een rol spelen, zie ik ook dat de school een belangrijke taak in de socialisatie van kinderen heeft. Op de school die ik in Essen bezocht, was zeker 80 procent van de leerlingen van allochtone afkomst. Sommigen spraken zelfs gebrekkig Duits. Toch deden ook in deze klas de leerlingen actief mee. En hun houding kan niet aan de ‘Duitse’ opvoeding worden toegeschreven.
Hopelijk kan de vraag of een participatiecijfer ook voor Nederlandse scholen een goed idee is over een tijd ook met feiten en praktijkvoorbeelden worden beantwoord. De meeste deelnemers aan de nascholing in Essen zijn van plan om in de komende maanden pilotprojecten voor de beoordeling van mondelinge participatie op hun scholen op te zetten. Sommige scholen zijn al begonnen. Het is nu zaak deze pilotscholen goede (wetenschappelijke) begeleiding en ondersteuning te bieden, onder meer op het gebied van beoordeling. Het Duitsland Instituut Amsterdam wil zich hier sterk voor maken.
Heeft ook u interesse in deelname aan een netwerk van ‘participerende’ pilotscholen? Of wilt u eerst meer weten over het participatiecijfer en zelf eens op een Duitse school gaan kijken? Ik hoor het graag!
Discussieer mee!
Wat vindt u van de invoering van een participatiecijfer op Nederlandse scholen? Discussieer mee via het reactieveld onder deze pagina.
Lees meer over 'Onderwijs':
Duitsland worstelt met academische vrijheid
De grenzen van de academische vrijheid staan in Nederland en in Duitsland ter discussie. Cancellen is ongewenst, maar desinformatie verspreiden is dat ook.
Van Abitur tot Realschule: Duitse schoolbegrippen
Het is eindexamentijd. Met dit handzame overzicht weet je hoe je diploma in het Duits wordt genoemd, en welke termen in het Duitse hoger onderwijs worden gebruikt.
Duizenden spookstudenten aan universiteiten
Een aanzienlijk aantal Duitse studenten bezoekt nooit colleges. Het is ze bijvoorbeeld om de OV-kaart te doen.
Docenten Duits willen het vak vernieuwen
Het DIA vroeg docenten Duits wat er anders moet bij het schoolvak Duits: 'Minder grammatica en een ander examen'.
Reacties
Graag ontvang ik meer informatie hierover. Misschien wil ik wel meedoen!
Een verschrikkelijk iets! Demotiverend en zelfs discriminerend grote maar dan ook hele grote onzin!!!
Zou u daar iets meer over willen vertellen? Waarom werkt het demotiverend en is het discriminerend? Heeft u er zelf ervaring mee? Groet, de redactie
Ik ken het uit Duitsland en ook Noorwegen. Wij hebben een werkgroep toetsbeleid: ik zou graag piloten en word graag op de hoogte gehouden!
Ik ben reuze benieuwd of het hier over iets bijzonders gaat. Ik heb scholen in Duitsland bezocht waarbij er inderdaad zeer betrokken leerlingen in de lessen waren, maar ook heb ik lessen gezien waarbij ik blij was in Nederland docent te zijn. Het hangt m.i. enorm samen met de schoolpopulatie, de sfeer in de school en de relatie die de docent met een klas heeft. Voor betrokkenheid van leerlingen geef ik vaak een zichtbare waardering, in de onderbouw werkt dat goed, vanaf havo 4 minder..
Voor mij - Duits en in Duitsland op school geweest - is dit stuk uit het hart geschreven. Als moeder van kinderen (op school in Nederland) maar ook en als docente in het Nederlandse HBO erger ik me haast dagelijks over het motto 'meten is weten' in het onderwijs. Het is zo jammer dat scholieren en studenten een passieve rol in het leerproces hebben, één grote gemiste kans..... Graag wil ik dan ook meer weten over ervaringen in NL met het participatiecijfer.
Beste Kerstin,
Ik ben erg benieuwd of dit systeem zou kunnen gaan werken in Nederland en heb er om die reden een bericht over geschreven op mijn blog: https://fdroog.wordpress.com/2015/04/30/participatiecijfers-als-motoren-voor-motivatie/
Ik zal eventuele reacties verzamelen en doorgeven. In de planning is ook nog een vervolg bericht waarin ik in zal gaan op mijn gebruik van een 'werkhouding' cijfer dat erg lijkt op een participatiecijfer.
Vriendelijke groet,
Frans
Ik ken dat systeem. Ik zat in Beieren op middelbare scholen. Ik ben nu Docent Duits in Nederland. Graag zou ik meedoen. Dennis Strauss
Geweldig initiatief ik wil graag meedoen, al mijn hele docentenloopbaan erger ik me aan de beperkte manier van beoordelen op Nederlandse scholen. Telkens als ik in Duitsland een les bijwoon geniet ik van de vele actieve leerlingen in de lew.
Ik wil graag hiermee experimenteren: ik geef Latijn en Grieks aan een derde klas van 28 leerlingen, waarbij ik met hun instemming en medewerking ('medeplichtigheid' ga ik het noemen) bij het ene vak van 3 uur niet en bij het andere vak van 3 uur het participatiecijfer wel wil invoeren om dan samen met de klas te kijken wat voor effect dit heeft. Ik zou graag een soort score-/ beoordelingsmodel inzien/ krijgen. Heeft iemand in den lande zoiets? Ik houd me aanbevolen! Dank bvb.