Van der Touw: 'Duits is de carrièretaal'
Dag van de Duitse Taal 2015

De conferentie, georganiseerd door de Actiegroep Duits, EP-Nuffic en Fontys Hogeschool Venlo, was bedoeld voor managers in het onderwijs en bestuurders in de grensstreek.

In de grensstreek is voor veel mensen duidelijk dat beheersing van de Duitse taal kansen biedt. Het is sociaal en beroepsmatig handig, en je kunt werk of klanten vinden aan de andere kant van de grens. Het zijn dan ook vooral mensen uit de grensstreek die waarschuwen dat Nederland kansen mist als het jongeren niet beter Duits leert spreken. Mensen als Frans Timmermans (eurocommissaris) en VVD-Kamerlid Karin Straus hebben zich als ambassadeur verbonden aan de Actiegroep Duits en vragen in Den Haag aandacht voor het belang van de Duitse taal.

Het onderwijs levert nu arbeidskrachten af die niet genoeg Duitskennis hebben, hield Kerstin Hämmerling, onderwijscoördinator van het Duitsland Instituut, het publiek voor. Dat valt bijvoorbeeld af te leiden uit de sterk gestegen belangstelling voor Duitscursussen, bij bijvoorbeeld het Goethe Institut. Werknemers moeten hun kennis nu achteraf bijspijkeren. Hämmerling presenteerde de uitkomsten van een enquête onder schoolleiders. Ze had gehoopt dat schoolleiders het belang van Duits voor een economie die zo nauw verbonden is met de Duitse inmiddels inzien, na alle aandacht die daar in de laatste jaren voor is geweest. Maar dat blijkt slechts ten dele het geval te zijn. En de schoolleiders schatten in dat de belangstelling voor het vak onder hun leerlingen afneemt. (Zie ook de uitkomsten van de enquête)

De ene na de andere spreker benadrukte het belang van Duits. Siemens-directeur Ab van der Touw maakte duidelijk dat het een misvatting is om te denken dat Engels voldoende is omdat veel Duitsers ook Engels spreken. Veel onderlinge communicatie in zijn concern is toch nog in het Duits, en het wordt door Duitsers gewaardeerd als ze in hun eigen taal kunnen praten: "Engels is bij ons de concerntaal, maar Duits is de carrièretaal."

Niels Koekoek van de Duits-Nederlandse Handelskamer presenteerde de cijfers die de handelsbelangen aantonen en laten zien hoe vervlochten de Duitse en de Nederlandse economie zijn. Nederland exporteert voor meer dan 100 miljard naar Duitsland, een kwart van de totale export. 

Maar niet alleen voor de economie is de talenkennis van belang, stelde burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen. "Taal is heel belangrijk, ook om cultureel contact te krijgen." In de culturele sector, de zorg, het onderwijs, een autogarage of een recreatiepark; zeker in de grensstreek is het in al deze werkplekken handig om Duits te spreken. Burgemeester Niels Joosten van Doetinchem: "Er zijn meer Duitsers die Nederlands studeren dan andersom. Duits is strategisch van belang; als de buren dat wel begrijpen dan moeten wij ons achter de oren krabben. Zij leren wel Nederlands en wij geen Duits."

In workshops en in een paneldiscussie werd verder gesproken over de initiatieven die er zijn voor meer Duitsonderwijs, zoals bijvoorbeeld vroeg-vreemde-talen-onderwijs op basisscholen. Om te komen tot een doorlopende leerlijn van basisschool tot hbo voor Duits moeten nog wat hobbels worden genomen. Leerlingen die nu van een basisschool komen waar ze al Duits hebben gehad, krijgen op de middelbare school in de brugklas geen Duits en zitten daarna tussen leerlingen die nog helemaal geen Duits hebben gehad.

Naast de conferentie in Venlo waren er nog twee grotere bijeenkomsten op de Dag van de Duitse taal. In de grensplaats Papenburg was een Duits-Nederlandse Handelsdag met honderden vertegenwoordigers van bedrijven en overheden. Zeven Nederlandse en zes Duitse scholen deden mee aan de Dag van de buurtaal in Bocholt.