Helers of kwakzalvers?
Columns - 23 juli 2015Een blik op het akkoord met Griekenland laat de hand zien van de Duitse economische leer: het ordoliberalisme (of in het Duits: Ordnungspolitik). Maar deze Duitse school maakt een denkfout, aldus ING-econoom Carsten Brzeski.
In de top 100 van de beste economiefaculteiten ter wereld staan maar twee Duitse. Zijn de Duitsers niet goed in de economische leer?
De Griekse saga toont dat dit soort rangschikkingen leuk artikelmateriaal vormt, maar dat de werkelijkheid anders is. Het Duitse economische beleid heeft uiteindelijk gezegevierd, ook zonder internationale academische waardering. Griekenland zal daar weinig vruchten van plukken. Als Tsipras echt iets in Europa wil veranderen, kan hij Angela Merkel en Wolfgang Schäuble beter op een zomercursus economie naar Londen of Milaan sturen. Dat is beter dan ministers van Financiën middelvingers op te laten steken of vuil spuiend in de media te verschijnen.
Een blik op het akkoord met Griekenland laat de hand zien van de Duitse economische leer: het ordoliberalisme (of in het Duits: Ordnungspolitik). Deze leer staat voor structurele hervormingen als de enige weg naar geluk en economische groei. Helaas betekent het ordoliberalisme na jaren van recessie, massawerkloosheid en politieke instabiliteit in Griekenland ook nieuwe en langdurige problemen.
De Duitse school ziet dat anders. De argumentatie is dat Tsipras door zijn stoere politiek het prille herstel van vorig jaar kapot heeft gemaakt. Dat is een denkfout. De groei van vorig jaar was niet het gevolg van succesvolle hervormingen, maar van kunstmatige groei. Het was het gevolg van Europees geld, dat altijd aan het einde van de Europese financieringsperiode (de laatste was van 2007 tot 2013) wordt uitbetaald. Dat gaf Griekenland een groei-effect van zo’n 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
De kunstmatige groei van afgelopen jaar maskeert een veel dramatischer beeld in Griekenland: de uitverkoop van het land, of voor economen, het sterke verval van de zogenaamde kapitaalstock. Kapitaalstock is de actuele waarde van alle productiecapaciteit van de Griekse economie. Die waarde is sinds 2010 met zo’n 8 procent gedaald. Zo’n afbraak van de productiecapaciteit zie je doorgaans alleen tijdens oorlogen of lange economische depressies. Interessant is dat van alle andere Europese probleemlanden alleen Portugal te maken heeft met een afbouw van productiecapaciteit (in mindere mate dan Griekenland). In Ierland en Spanje neemt de kapitaalstock weer toe.
Het huidige akkoord met Griekenland is voor deze investeringsproblematiek erg dun. Europa en de Duitse school hopen nog steeds op de louterende kracht van hervormingen. Het geld uit het zogenaamde Juncker-plan bestaat uit al ingeplande EU-middelen, die met veel vertraging het land zullen bereiken. De 12,5 miljard euro die ooit uit een privatiseringsfonds van 50 miljard zal rollen is wishful thinking.
Structurele hervormingen zijn absoluut nodig in Griekenland, maar de opbouw van de productiecapaciteit - lees inkomen en daarmee de belastingen - nog meer. Om politieke stabiliteit te krijgen en het Griekse volk én de niet-Grieken aan de kant van Europa te houden, zal de Duitse economische school zich verder moeten verdiepen. Wellicht stijgen de Duitse universiteiten dan ook in de rankings?
Carsten Brzeski is Chief Economist bij ING in Frankfurt am Main en schrijft regelmatig in Nederlandse en internationale media. Deze column is met toestemming overgenomen uit de Belgische krant De Tijd.
Lees meer over 'Economie':
Soapserie 'investeren met de schuldenrem'
Wat een misdaadserie gemeen heeft met de Berlijnse politiek legt econoom Carsten Brzeski uit in zijn nieuwe column.
De Duitse e-auto wacht op de parking
Voor de Duitse autosector zijn de gouden jaren achter de rug, schrijft econoom Brzeski. De Duitse automakers gooien het roer om.
Duitsland wordt traag en oud
Duitsland vergrijst sneller dan veel andere Europese landen. De economische gevolgen daarvan zijn ingrijpend, aldus econoom Brzeski.
E-auto centraal op autobeurs IAA
De autoshow IAA in München geeft een hoofdrol aan de e-auto, maar de modellen waarvan de Duitse merken het moeten hebben, hebben nog steeds een verbrandingsmotor.
Reacties
Geen reacties aanwezig