Trawnys worsteling met Heideggers antisemitisme
Achtergrond - 20 oktober 2015Peter Trawnys analyse van de notitieboeken van Martin Heidegger heeft bij verschijnen in 2014 veel stof doen opwaaien in Duitsland. Heideggers antisemitisme is dieper geworteld dan totdantoe algemeen werd aangenomen, betoogt hij. Bij de presentatie van de Nederlandse vertaling van Trawnys boek donderdag in Amsterdam werd de controverse nogmaals uitgespeeld.
Peter Trawny is directeur van het Martin Heidegger Institut aan de Universiteit van Wuppertal en redacteur van de ‘Zwarte Schriften’ van Martin Heidegger. Deze ‘Schwarze Hefte’ zijn 34 schriften waarin de Duitse filosoof tussen ongeveer 1930 en 1970 aantekeningen maakte.
Heidegger zelf bepaalde dat ze na zijn dood moesten worden uitgegeven, als laatste onderdeel van zijn verzameld werk. In de inleiding van zijn boek legt Trawny uit dat de publicatie is vervroegd omdat de notitieboeken te belangrijk zijn om de publicatie te laten wachten op de diverse uitgeefprojecten.
Na de publicatie van de `Zwarte Schriften’, vooral die uit de periode van het nationaal-socialisme, was er internationaal veel aandacht voor het antisemitische karakter van enkele passages daarin. Heidegger zelf en veel van zijn bewonderaars hebben zijn betrokkenheid bij de nazi’s altijd graag gebagatelliseerd, maar de notitieboeken dwingen tot bijstelling van dat beeld. Dat was ook voor Trawny een pijnlijke ontdekking.
Besmet door antisemitisme
Dat Trawny - Heidegger-kenner bij uitstek - in zijn boek ‘Heidegger en de mythe van de joodse wereldsamenzwering’ tot de conclusie komt dat Heideggers filosofische denken is besmet door antisemitisme, was en is voor Heideggerianen over de hele wereld een schok. Niet iedereen accepteert die conclusie.
In een overvolle zaal in Spui 25 opende de Belgische filosoof Dirk De Schutter donderdag de aanval op Trawny, die in Amsterdam de Nederlandse vertaling kwam presenteren. De Schutter is gepromoveerd op Heidegger en neemt het Trawny kwalijk dat die zijn hele filosofische denken ter discussie stelt. Juist de directeur van het Heidegger Instituut moet het volgens De Schutter opnemen voor de man ‘die de toekomst van de filosofie is’, op wiens gedachten zoveel filosofen hebben voortgebouwd.
Vergissing
Het is De Schutters grote frustratie dat veel mensen van Heidegger alleen weten dat hij nazi was. Voor De Schutter is Heideggers hoofdwerk ‘Zijn en Tijd’ (1927), van existentieel belang. “Hij laat de filosofie opnieuw liefde voor de wijsheid zijn: wijs-begeerte, zoals het prachtige Nederlandse woord zegt. Geen weten, geen leer, geen systematiek, maar vragen.”
Heideggers denken over het gevaar van techniek is nog steeds zeer actueel, hield De Schutter het publiek voor. “Dat gevaar bestaat erin dat alles op een technische manier verschijnt, dit wil zeggen: dat controle en manipulatie op alles beslag leggen en dat alle problemen aangepakt worden alsof ze technische problemen zijn die om een oplossing, een technische ingreep, vragen.” Dat houdt ons af van ons ware ‘zijn’.
Volgens De Schutter flirtte Heidegger korte tijd met de nationaal-socialisten omdat hij hoopte dat ze dit technologische denken zouden stoppen. Een vergissing, die hij zelf na enige tijd ook inzag, stelde De Schutter. Van Trawny had de Schutter meer begrip verwacht en minder oordeel. Hij beticht hem van oneigenlijke redeneringen door selectief te citeren en beschuldigde Trawny zelf ideologisch gedreven te zijn in zijn argumentatie.
'Een woord van droefenis'
De Schutter trok zo hard van leer dat Trawny wat ontredderd aan zijn toespraak begon. Trawny formuleerde heel genuanceerd en kon met tal van voorbeelden uitleggen waarom volgens hem de vraag gerechtvaardigd is “of en in hoeverre het antisemitisme Heideggers filosofie in haar geheel besmet of contamineert. Is er een antisemitische ideologie die het denken van Heidegger zozeer in bezit neemt dat we van een ‘antisemitische filosofie’ zouden moeten spreken?”
Heidegger spreekt steevast over het Weltjudentum, het wereldjodendom, dat voor hem hoort bij het technologische denken. Over individuele joden heeft hij het niet. Ook constateert Trawny teleurgesteld dat hij wel talrijke antisemitische passages heeft gevonden in de Zwarte Schriften, maar dat hem geen voorbeeld bekend is waarin Heidegger tot uitdrukking heeft gebracht dat hij het erg vindt wat er met de joden is gebeurd. “Hij had er een woord van droefenis aan mogen wijden.”
Trawny wil zeker niet het hele denken van Heidegger diskwalificeren. “Maar we moeten hier doorheen. We moeten ons bezighouden met de antisemitische passages in zijn teksten en in de kern van zijn ‘zijnshistorische’ denken. Daarna kunnen we met een andere Heidegger beginnen. ”
Lees meer over 'Cultuur':
‘Duitse restitutie nazi-roofkunst moet beter’
Duitsland krijgt al jaren kritiek op zijn restitutiebeleid voor nazi-roofkunst. De regering komt nu met hervormingen.
Nieuwe generatie Nederlandse auteurs klaar voor Duitsland
Nederland & Vlaanderen zijn deze maand gastland op de Leipziger Buchmesse. Een uitgelezen kans voor auteurs zich te presenteren in Duitsland.
Deutsches Kino: Duitsland in 5 films
Oost-Duitsland speelt dit najaar in de filmreeks Deutsches Kino een belangrijke rol. Ook de moeite waard: een film over de Turkse muziekindustrie in Duitsland.
Expositie Potsdam: Nederland zoals nooit vertoond
De tentoonstelling 'Wolken und Licht' in Museum Barberini toont meer dan de bekende beelden van grote Hollandse meesters.
Reacties
Trawny heeft prachtige mijmeringen over Heidegger geschreven, en Heidegger had in de jaren dertig geen heldere blik op de politiek in Duitsland. Maar De Schutter fileert in zijn "Apologie" terecht Trawny's boek " de mythe etc.". Trawny is verre van precies, en dat zou hij wel moeten zijn, als kenner van werk van Heidegger. Overigens, die mijmeringen zijn na " de mythe etc." verschenen! Een soort van berouw misschien over " de mythe etc."?