De partij heeft altijd gelijk
Socialistische journalistiek aan het 'Rode Klooster' in Leipzig

Achtergrond - 9 november 2005

(9 november 2005) Vandaag, 16 jaar geleden, luidde de val van de Muur het verval van een systeem van verregaande repressie en staatscontrole in. Journalisten waren als functionaris van de staat cruciaal voor het verspreiden van de socialistische gedachte in de DDR. De journalistieke faculteit aan de Karl Marx Universität Leipzig was de enige universitaire opleiding voor journalisten in Oost-Duitsland. Geheel volgens het marxistisch-lenistische idee was de journalist ‘organisator, agitator en propagandist van de staat’. In de DDR had de journalist hiernaast nog een functie: het beschermen van de bevolking tegen de 'klassenvijand', de invloed van de ‘burgerlijke’ media uit de Bondsrepubliek.

Het wetenschappelijke tijdschrift dat naast het woordenboek door de faculteit werd uitgegeven had een apart hoofdstuk voor de analyse van deze ‘burgerlijke’ pers. Het tijdschrift zocht wanhopig naar manieren om de methoden van de pers uit de Bondsrepubliek, de klassenvijand, te ‘ontmaskeren’. Zo waren de kranten die werden uitgebracht door Axel Springer, uitgever van onder andere boulevardkrant Bild Zeitung, een goed voorbeeld van het verderfelijke karakter van de westerse pers. De media in het Westen hadden volgens de socialistische wetenschap teveel oog voor pornografie en amusement, zaken die de burgers afhielden van écht belangrijke zaken: het mobiliseren van de arbeiders en het verwezenlijken van de socialistische revolutie.

Het tijdschrift nam belangrijke ontwikkelingen in de internationale politiek uitgebreid als voorbeeld voor de zogenaamde controle van de Bondsregering op de media. In 1979 werd het NAVO-Dubbelbesluit, dat voorzag in plaatsing van extra kernwapens in de Bondsrepubliek, gericht op de Sovjetunie, hét voorbeeld om de West-Duitse media ‘ontmaskeren’.

Ondanks de relatief goede Duits-Duitse politieke betrekkingen in deze tijd publiceerde de faculteit een aanzienlijk aantal ‘analyses’ van de westerse media, waaruit zou blijken dat de pers een kritiekloos apparaat was in handen van de Bondsregering en de NAVO. Hiernaast werd bewezen dat deze regering een Sprachregelung, een verplichte staatsterminologie voor de media, hanteerde. In werkelijkheid had juist de SED een dergelijke regeling verplicht.

Volgens de faculteit leverden kranten als de Frankfurter Allgemeine Zeitung onterechte kritiek op de werkwijze van communistische staten in Afrikaanse landen. Radiozender Deutschlandfunk zou in handen zijn van de CIA en ook serieuze nieuwsprogramma’s als Heute en Tagesschau kregen hevige kritiek te verduren. Zij zouden door de NAVO en Bondsregering worden ‘gestuurd’ in hun berichtgeving en probeerden op deze wijze de oppositie in West-Duitsland monddood te maken.

Scherpste wapen?

Werd de Oost-Duitse burger hiermee ‘beschermd’ tegen schadelijke westerse invloeden? Integendeel, de journalistieke faculteit was niet eens geloofwaardig voor eigen studenten. Klump vertelt in ‘Das Rote Kloster’ over het smokkelen van verboden literatuur en confrontaties met Stasi-functionarissen, die ieder contact met het Westen verboden. Het waren echter de West-Duitse media die de effectiviteit van de socialistische journalistiek definitief de das om deden. De propaganda tegen het Westen was weinig effectief. Het ombuigen van antennes, zoals in 1961 tijdens ‘Aktion Ochsenkopf' op grote schaal werd gedaan, was een efficiëntere manier om de bevolking te weerhouden van het kijken naar de West-Duitse televisie. De onderdrukking en onwetendheid van de bevolking was het ‘scherpste wapen van de partij’, niet de journalistiek.

Daan Heijbroek is student geschiedenis en loopt stage aan het Duitsland Instituut Amsterdam.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger