Een gevoel van desolatie en verlatenheid
Morgen opening holocaust-monument in Berlijn

Achtergrond - 9 mei 2005

(9 mei 2005) Berlijn wijdt morgen het Holocaust-Mahnmal in, het omvangrijke monument ter nagedachtenis aan de vermoorde joden in Europa. Aan de opening ging een zeventien jaar durende ontstaansgeschiedenis vooraf.

In Duitsland is opgetogen gereageerd op de geslaagde poging van linkse tegendemonstranten, gisteren in Berlijn, om een groep van drieduizend neonazi’s te beletten in het centrum van de stad te demonstreren. Door hun massale aanwezigheid verhinderden de tegendemonstranten dat uitgerekend op de dag dat heel Europa stilstond bij de zestigste verjaardag van het einde van Hitler-Duitsland, neonazi’s op de beroemde boulevard Unter den Linden verbaal de aanval konden openen op de door hun veronderstelde 'Schuldkult’, het ten onrechte verantwoordelijk stellen van naoorlogse generaties Duitsers voor misdaden gepleegd onder Hitler. Weekblad Der Spiegel rept op zijn website zelfs onomwonden van ‘Een overwinning’.

Demonstratie

Vergeten lijkt even dat de Duitse overheid ter voorkoming van de rechtsextremistische demonstratie die oorspronkelijk voor gisteren gepland stond, haar toevlucht heeft moeten nemen tot maatregelen die volgens velen maar moeilijk met de Duitse rechtsstaat zijn te rijmen. In de aanloop naar 8 mei besloten de regering-Schröder en de Bondsdag om het recht op bijeenkomst dusdanig te wijzigen, dat het rechtsextremisten niet is toegestaan om te demonstreren op de plek waar morgen het Holocaust-monument wordt geopend.

Het enorme monument, dat een grondoppervlakte van ongeveer drie voetbalvelden tussen de Brandenburger Tor en de Potsdamer Platz beslaat, moet herinneren aan de vermoorde joden in Europa. Hoewel natuurlijk niemand zit te wachten op tv-beelden van schreeuwende nazi-sympathisanten bij een monument ter nagedachtenis aan omgebrachte joden, kan de vraag worden gesteld of het wenselijk is dat deze situatie wordt voorkomen door burgerlijke vrijheden in te perken, zoals de gezaghebbende Frankfurter Allgemeine Zeitung vorige week schreef.

Wonder

De discussie over de toegang tot het monument vormt de meest recente schakel in een lange reeks van debatten die het monument heeft begeleid sinds het zeventien jaar geleden is bedacht. Vorm, locatie en betekenis: over alles is gestreden. Dat het monument morgen daadwerkelijk wordt geopend, grenst volgens de Frankfurter Allgemeine dan ook “aan een wonder”.

Het begon in 1988, toen Duitsland nog in tweëen werd gedeeld door de Muur, die mede op de plek liep waar nu het monument is verrezen. Het initiatief tot een monument ter nagedachtenis aan alle door de nazi-terreur omgebrachte joden in Europa was afkomstig van journaliste Lea Rosh en historicus Eberhard Jäckel. Met het holocaust-monument wilden zij de eerste nationale gedenkplek in Duitsland voor de jodenmoord inrichten. Toenmalig bondskanselier Helmut Kohl (CDU) omarmde het plan in 1993. In 1995 keurde hij echter het eerste concept voor het monument af. Dit concept voorzag in een betonnen plaat van 20.000 vierkante meter waarin de namen van alle joodse oorlogsslachtoffers stonden gebeiteld.

Labyrint

Uiteindelijk ging de opdracht in 1997 naar Peter Eisenman, een joods-Amerikaanse architect. Hij kreeg in 1999 het fiat van de Bondsdag – en bijna 30 miljoen euro – om zijn plan te realiseren. Op 1 april 2003 werd een begin gemaakt met de plaatsing van de in totaal 2711 betonnen stelen, die tezamen het monument vormen. Het labyrint van donkergrijze pilaren, in hoogte variërend van enkele decimeters tot bijna vier meter, moet volgens Eisenman bezoekers opzadelen met hetzelfde gevoel van desolatie en verlatenheid dat de slachtoffers van de holocaust destijds hadden.

Op aandringen van de bondsregering werd het monument aangevuld met een Ort der Information, een ondergronds documentatiecentrum waar beeldmateriaal en de namen van alle bij naam bekende joodse slachtoffers staan aangegeven. Als openingsdatum van het monument werd gestreefd naar 8 mei 2005, de zestigste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Kritiek

Het monument heeft al tijdens zijn bouw de nodige kritiek te verduren gekregen. Sommige Duitsers menen dat het monument door zijn pontificale aanwezigheid uitnodigt tot het laten versloffen van de actieve herdenking van de jodenmoord. Anderen vrezen dat het bouwwerk zou kunnen worden opgevat als een streep onder het verleden. Schrijver Martin Walser sprak in dit verband van een ‘monumentalisering van de schande’. Voormalig minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten en joodse ex-emigrant Henry Kissinger vreesde dat de Duitsers, door zichzelf middenin hun regeringscentrum zo nadrukkelijk op de fouten uit het eigen verleden te wijzen, een verstoorde relatie met de eigen natie zullen kweken. Ook het feit dat het monument alleen aan de omgekomen joden herinnert, en niet aan homo’s en zigeuners, stuitte op kritiek.

In oktober 2003 werd de bouw van het monument zelfs stilgelegd nadat gebleken was dat Degussa, de firma die de betonnen pijlers van hun anti-grafittilaag voorzag, dochter was van een bedrijf dat tijdens de oorlog leverancier was geweest van Zyklon B, het gas waarmee de joden werden vermoord. Uiteindelijk werd besloten de bouw voort te zetten met Degussa. Officieel omdat het bedrijf zich sinds de oorlog zo voorbeeldig heeft gedragen in het verwerken van het verleden (onder meer door slachtoffers te compenseren), maar het argument dat het monument nooit gebouwd kan worden als elk bedrijf dat in de verte banden heeft met een bedrijf dat destijds ‘fout’ was, van deelname wordt uitgesloten, heeft achter de schermen zeker een rol gespeeld. Bovendien: het monument moest koste wat het kost gereed zijn in mei 2005, bij de viering van zestig jaar einde van de oorlog. Zo vervulde de discussie over de bouw van het monument de functie die het monument eigenlijk zelf zou moeten vervullen: katalysator van het debat over de omgang met het nazi-verleden.

Anstoßgeber

Morgen zal bondskanselier Schröder plechtige woorden spreken bij de inwijding van het monument. Voor het eerst beschikt Duitsland dan over een nationale gedenkplek ter herinnering aan de miljoenen joden die door de nazi’s zijn omgebracht. Hoewel nog moet blijken hoe de Duitse bevolking op het monument zal reageren, zit Bondsdagpresident Wolfgang Thierse er ongetwijfeld niet ver naast met zijn verwachting dat het monument letterlijk zal fungeren als “Anstoßgeber” van het Duitse debat over de jodenmoord.

Mark Schenkel is historicus. Regelmatig schrijft hij artikelen voor het Duitslandweb

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger