Terreurbestrijding versus privacy
Onenigheid tussen minister Schily en toezichthouder Schaar

Achtergrond - 25 april 2005

(25 april 2005) Mag een overheidsdienaar die door de regering is aangesteld openlijk kritiek leveren op diezelfde regering? Deze vraag vormt inzet van een onenigheid tussen minister van Binnenlandse Zaken Otto Schily (SPD) en Peter Schaar, de man die eind 2003 door de regering-Schröder is benoemd tot Datenschutzbeauftragter, wat zoveel betekent als hoogstverantwoordelijke toezichthouder op de wijze waarop de Duitse overheid omspringt met persoonsgegevens van haar burgers.

De problemen ontstonden toen Schaar vorige week kritiek uitte op het voornemen van de rood-groene regeringscoalitie om komend najaar een paspoort met biometrische kenmerken, zoals vingerafdrukken en een gelaatsscan, verplicht te stellen. Dit met het oog op de veiligheid, maar vooral op nadrukkelijk verzoek van de Verenigde Staten. Dit land heeft een dergelijk paspoort verplicht gesteld vanaf oktober 2005, voor iedere inwoner van de Europese Unie die naar de VS wil reizen. 

Schaar, die zei dat de benodigde technologie nog tekortkomingen vertoont, pleitte voor uitstel van de invoering van de pas tot de zomer van 2006. Bovendien sprak hij zich uit tegen het door de bondsregering ondersteunde plan van de Europese Unie om telefoon-, e-mail- en sms-gegevens van Europese burgers minimaal een jaar lang op te slaan. Daarop schrobbeerde minister Schily Schaar: de Datenschutzbeauftragter zou helemaal niet bevoegd zijn om dergelijke politiek getinte uitspraken te doen. Dat kwam Schily op zijn beurt op stevige kritiek te staan. Politici van de liberale oppositiepartij FDP, maar ook van regeringspartijen SPD en Die Grünen, namen Schaar in bescherming tegen Schily: wat is het nut van een door de regering aangestelde toezichthouder, als deze toezichthouder zijn stem niet mag verheffen?

Rechtsstaat

De onenigheid tussen Schily en Schaar vormt de meest recente episode in de discussie die in Duitsland wordt gevoerd over de veiligheidsmaatregelen die de overheid heeft getroffen na de aanslagen van 11 september 2001. Centraal in deze discussie staat de vraag of de maatregelen die sindsdien zijn genomen, verenigbaar zijn met de Duitse rechtsstaat. Voorstanders – minister Schily voorop – beweren van wel. Zij zeggen dat de terreurdreiging een aanpak vereist die meer dan voorheen leunt op preventieve maatregelen.

Dat de Duitse rechtsstaat tegen een stootje kan, zou zijn bewezen door de strijd tegen het RAF-terrorisme in de jaren zeventig, toen de Bondsrepubliek niet bezweek onder vergaande uitbreiding van de bevoegdheden van Justitie. Tegenstanders – ironisch genoeg vooral te vinden in de achterban van de regeringspartijen – beweren dat veel van de getroffen maatregelen de privacy van de burger aantasten en de opmaat vormen van een Überwachungsstaat - een controlerende staat.

Toezicht

De kern van de gewraakte maatregelen vormen de zogeheten Anti-Terror-Gesetze. Deze wetten stammen uit de herfst van 2001 en zijn een direct gevolg van de aanslagen van 11 september in de VS. De wetten behelsen onder meer een meldplicht voor postbedrijven van opmerkelijke transacties, de bevoegdheid voor justitie om mobiele telefoons te lokaliseren en inzage te krijgen in passagierslijsten van luchtvaartmaatschappijen en klantenbestanden van telecombedrijven en eenvoudiger inperking van het verenigingsrecht. De kritiek van Schaar op deze maatregelen betreft vooral de manier waarop de overheidsinstanties die van de gegevens gebruikmaken, worden gecontroleerd. Het toezicht op deze instanties berust doorgaans bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, en niet bij een derde partij. Wat Schily betreft wordt de verstrijkdatum van de wetgeving, die is vastgesteld op 2007, tussentijds verlegd naar een later tijdstip.

Bovendien is het sinds vorig jaar een stuk makkelijker voor de overheid om personen die worden verdacht van lidmaatschap van een buitenlandse terreurorganisatie het land uit te zetten. Dit is vorig jaar een paar keer gebeurd. De versoepeling van de regels voor uitzetting was mede een gevolg van de mislukte processen tegen vermeende handlangers van Mohammed Atta, de kapersleider die de aanslagen van 11 september voorbereidde in Hamburg.

Ook mogen in Duitsland inmiddels mensen preventief worden vastgezet op basis van wat met een mondvol heet een Tatsachengestützte Gefahrenprognose, letterlijk een ‘door feiten onderbouwde gevarenprognose’. Beschikt het Duitse opsporingsapparaat over ‘feiten’ waaruit blijkt dat iemand kwaad in de zin heeft, dan kan deze persoon worden opgepakt. De kritiek luidt echter ook hier, dat de inzage in deze feiten alleen bij de overheid berust. Minister Schily is niet verplicht om ze openbaar te maken. Overigens is begin deze maand een man die verdacht werd van het willen plegen van een aanslag vrijgesproken.

Het meest recente wapenfeit van overheidswege is de verruiming van de toegang tot persoonsgegevens van rekeninghouders in Duitsland. Sinds 1 april 2005 mogen behalve Justitie ook sociale instanties, zoals het arbeidsbureau en de belastingdienst, persoonsgegevens inzien. Een concrete verdenking tegen de betrokken rekeninghouder is daarbij niet vereist. De maatregelen zijn hoegenaamd bedoeld om belastingontduiking tegen te gaan, maar worden door critici – waaronder Schaar – beschouwd als verdere aantasting van de privacy.

Grondwet

De discussie in Duitsland zal waarschijnlijk nog wel even aanhouden. Minister Schily weigert namelijk ook maar een duimbreedte toe te geven aan critici als Peter Schaar. De voormalige RAF-advocaat Schily heeft zich de afgelopen jaren ontpopt als groot voorstander van een harde lijn in de strijd tegen het terrorisme. Parlementariërs van SPD en Die Grünen verweten hem vorig jaar dat hij de langverwachte immigratiewet – nodig om arbeidskrachten naar het vergrijzende Duitsland te halen – in samenwerking met de conservatieve CDU/CSU had omgebouwd tot een anti-terreur-wet. De uiteindelijke wet stelt veel strengere eisen aan nieuwkomers dan Schily’s SPD aanvankelijk had gepland. Verdere weerstand wekte Schily met herhaaldelijke zinspelingen op wijziging van de grondwet – een heikel thema in Duitsland.

Tot slot is de opstelling van Schily niet bevorderlijk voor de verhoudingen binnen de coalitie. De partner van Schily’s SPD, Die Grünen, hechten traditiegetrouw veel waarde aan burgerrechten. Zij herkennen in de minister nauwelijks een geestverwant. Het feit dat Schily vroeger tot Die Grünen heeft behoord, maakt de samenwerking bovendien niet makkelijker. Otto Schily beschouwt Die Grünen omgekeerd vooral als een hinderlijke vlieg in zijn gevecht tegen het terrorisme.

Mark Schenkel is historicus. Regelmatig schrijft hij artikelen voor het Duitslandweb.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger