Vijf-punten-plan voor stabiele eurozone
Gastcommentaar
Achtergrond - 21 maart 2017
- Auteur:
Redactie Duitslandweb
Clemens Fuest is sinds april vorig jaar voorzitter van een van de belangrijkste economische instituten van Duitsland: het Ifo Institut in München. Hij wordt gerekend tot de invloedrijkste economen van Duitsland. Maandag 27 maart geeft hij een lezing in Amsterdam. Samen met econoom Johannes Becker schreef hij deze gastbijdrage over de redding van de eurozone.
De euro is nu achttien jaar oud. Hij heeft de lidstaten tot nu toe veel problemen bezorgd en was aanleiding voor vele ruzies. Veel mensen willen van de munt af. Maar hij zal blijven. Politieke bestuurders hebben hun lot te nauw verbonden met het lot van de euro. De risico’s van een nieuw begin zijn te groot.
Absoluut, het was een fout de euro zo vroeg en zo slecht voorbereid te introduceren, maar de oprichting van de eurozone terugdraaien is onmogelijk. De lidstaten zijn met de invoer van de euro een weg met eenrichtingverkeer ingeslagen die doodlopend bleek te zijn. Want ook al propageert de Brusselse elite meer integratie en eisen de Franse regeringsvertegenwoordigers een economische regering voor de eurozone of een Europese Minister van Financiën, voor het omzetten van deze eisen ontbreekt het in Europa, door de enorme euroscepsis, aan politieke steun. En dus bungelt de eurozone tussen de status van een douane-unie en een bondsstaat. Dit tussenstadium is onbehaaglijk en veel waarnemers roepen om moedige en verstrekkende maatregelen. Maar er zit geen beweging in en het is zeer waarschijnlijk dat deze overgangstoestand nog een tijd zal duren. Dit beperkt niet alleen de politieke armslag zeer sterk, maar ‘gewoon doorgaan’ is ook geen optie.
Hoe kan de euro een goed functionerende valuta worden? Hoe kan de Europese monetaire unie stabiel en crisisbestendig worden gemaakt? Hoe kunnen de lidstaten terug naar een vredig co-existeren, met in elk land de kans op een hoge werkgelegenheid en een duurzame groei? Een hervorming moet de ontstaansgeschiedenis van de monetaire unie onder handen nemen, te beginnen bij de bestaande instituties. Ook als dat compromissen vereist en een ‘zuivere’ oplossing daardoor niet altijd mogelijk is. De eurozone heeft robuuste instituties nodig om crises te voorkomen. Met effectieve prikkels die de fiscale politiek in rustige tijden ervan weerhouden te expansief te worden. Met een strenge algehele regulering van de banken die voorkomt dat een faillissement van een bank niet meteen het financiële systeem bedreigt of staten mee in de afgrond trekt.
De eurozone heeft sterke, effectieve reddingsinstrumenten nodig, die lidstaten met betalingsproblemen kunnen opvangen en speculatie voorkomen. En tenslotte moet zij de resten van de actuele crisis opruimen, vooral de hoge oude schulden van de crisislanden. Hervorming is nodig op de volgende vijf punten:
Bankregulering: bij het reguleren van de banken is geen sprake van een gebrek aan inzicht, maar van een omzettingsprobleem. Wat de eurozone nodig heeft is een bankensector die robuuster is en minder diep in de financiering van staatsschulden steekt. De overlapping van het bankwezen en de politiek heeft een effectieve regulering tijdens de crisis in de weg gestaan en zal in de toekomst ook de Europese Bankunie problemen bezorgen. Op de middellange termijn moeten de nationale toezichthouders opgaan in een Europese instantie, waar ze onder leiding staan van een centrale toezichthouder en betaald worden uit Europese middelen. Het laten rouleren van medewerkers moet de regelgevingscultuur in Europa harmoniseren en te grote nabijheid tot nationale banken verhinderen. De bankregulering moet van de ECB worden losgeweekt en een zelf standige status krijgen.
Controle op de schulden: de richtlijnen in het fiscale pakket zijn waarschijnlijk even ineffectief als die van het stabiliteits- en groeipact. De actuele gang van zaken, waarbij sancties door de ministerraad worden besloten, moet als mislukt worden gezien. Een oplossing zijn Accountability Bonds die de lidstaten automatisch moeten uitgeven op het moment dat hun tekort bij een normale conjuncturele ontwikkeling boven of onder de 0,5 procent van het BBP uitkomt.
Staten redden: het ESM (Europees Stabiliteitsmechanisme) is te langzaam en heeft te weinig mogelijkheden om in geval van een crisis effectief te kunnen ingrijpen. Het redden van landen binnen de eurozone moet in dringende gevallen zo onafhankelijk mogelijk van de politieke toestemming van de lidstaten kunnen functioneren. Daarvoor moeten er reddingsroutines worden vastgelegd die democratische legitimiteit krijgen voordat de volgende crisis uitbreekt. Verder kan het werk van het ESM worden vergemakkelijkt door nog meer automatismen. Een automatische verlenging van de looptijd van leningen die tijdens het ESM-programma aflopen, verlicht de druk op het land in crisis om nieuwe leningen aan te gaan voor het aflossen van oude schulden en voorkomt dat schuldeisers van landen met schulden worden uitbetaald op kosten van de belastingbetaler. Vooraf overeengekomen kortingen op de staatsuitgaven kunnen het vervelende verschijnsel dat in crisistijden regelmatig ook het politieke systeem in de problemen komt, verkleinen.
Herstructurering: uiterlijk drie jaar na het begin van een ESM-programma moet een land weer toegang tot de kapitaalmarkt hebben verkregen. Is dit niet gelukt, dan moet er een schuldenconferentie plaatsvinden waar volgens duidelijk gedefinieerde procedures de schulden zodanig worden geherstructureerd dat voor het crisisland een duurzame schuldendienst mogelijk is. Bankregulering aan de ene kant, ESM-procedure aan de andere kant moeten tot dat moment hebben voorkomen dat grote banken te veel leningen aan één afzonderlijk land hebben verstrekt of dat publieke instituties staatsobligaties hebben opgekocht.
Europese Centrale Bank: de ECB heeft tijdens de crisis een aantal taken overgenomen die niet passen bij haar taak. De bank heeft het OMT-programma uitgevoerd om landen te redden en is ondertussen ook verantwoordelijk voor de bankregulering. Een hervorming van de eurozone moet de verantwoordelijkheid van de ECB voor de financiële politiek versterken en het verantwoordelijkheidsbereik duidelijk beperken. Het redden van landen moet opgave van het ESM zijn, bankregulering hoort onder de verantwoordelijkheid van een zelfstandige instelling. Het mandaat van de ECB moet duidelijker en de criteria op een verbod op staatsfinanciering nauwkeuriger worden geformuleerd.
Dit vijf-punten-programma is ambitieus, maar het beschrijft het minimum aan inspanningen die nodig zijn om de monetaire unie weer effectief te maken. Het is een verplicht nummer, geen vrij nummer. Het gaat om het functioneren, niet om de ‘meest concurrerende economische unie’ (EU-commissie) of andere gewaagde doelen. We streven naar een overwegend decentraal georganiseerde fiscale unie waarin enerzijds elke lidstaat binnen de grenzen van zijn eigen verantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke monetaire unie bepaalde vrijheden heeft en anderzijds het centrale niveau over genoeg macht beschikt om nauwkeurig vastgelegde taken effectief uit te kunnen voeren. Bij een dergelijke fiscale unie blijft de nationale soevereiniteit en de daadkracht van nationale parlementen behouden.
Alle belangrijke beslissingen moeten democratisch worden gelegitimeerd door degenen die de gevolgen zullen voelen. Wie controleert, moet ook verantwoordelijkheid dragen. Bij de samenwerking binnen de hervormde eurozone mogen geen wankele afspraken meer worden gemaakt, afspraken die leiden tot moraliserende kritiek aan de ene kant en woedende weerstand aan de andere kant. Elke lidstaat heeft in principe de vrijheid om slechte economische beslissingen te nemen, zonder dat Brussel of een andere Europese lidstaat als opvoeder intervenieert, zolang de bereidheid bestaat zelf op te komen voor de kosten die deze beslissingen tot gevolg hebben.
Dit artikel is ook gepubliceerd in het magazine van de Duits-Nederlandse Handelskamer (DNHK). Vertaling: DHNK
Lees meer over 'Economie':
Soapserie 'investeren met de schuldenrem'
Wat een misdaadserie gemeen heeft met de Berlijnse politiek legt econoom Carsten Brzeski uit in zijn nieuwe column.
De Duitse e-auto wacht op de parking
Voor de Duitse autosector zijn de gouden jaren achter de rug, schrijft econoom Brzeski. De Duitse automakers gooien het roer om.
Duitsland wordt traag en oud
Duitsland vergrijst sneller dan veel andere Europese landen. De economische gevolgen daarvan zijn ingrijpend, aldus econoom Brzeski.
E-auto centraal op autobeurs IAA
De autoshow IAA in München geeft een hoofdrol aan de e-auto, maar de modellen waarvan de Duitse merken het moeten hebben, hebben nog steeds een verbrandingsmotor.
Reacties