Duitse arbeidsmarkt gaat open voor Oost-Europa
Overgangsperiode voor werknemers uit nieuwe lidstaten loopt af
Achtergrond - 5 januari 2011
De Duitse arbeidsmarkt gaat vanaf mei 2011 open voor werknemers uit Oost-Europa. Dat is voordelig voor het tekort aan vakkrachten maar tegenstanders zijn bang dat de lonen van Duitse werknemers onder druk komen te staan.
Duitsland en Oostenrijk zijn de laatste landen waar werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten niet zomaar mogen werken. Arbeiders uit Polen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Hongarije en de Baltische staten kunnen momenteel alleen in Duitsland werken wanneer zij zelfstandig ondernemer zijn. Daarnaast mogen ze niet in sectoren als de bouw, industriële reiniging en binnenarchitectuur werken. Vanaf mei 2011 komt daar een einde aan. Voor Roemenen en Bulgaren gaat de Duitse arbeidsmarkt in 2013 open.
Na de EU-uitbreiding van 2004 kregen de ‘oude’ lidstaten het recht om hun arbeidsmarkt zeven jaar lang te beschermen tegen de instroom van goedkope arbeidskrachten uit de Oost-Europese lidstaten. Nederland hief de beperkingen op in 2007. Duitsland maakte van de volle zeven jaren gebruik.
De bondsregering wilde eerst de werkloosheid in eigen land terugdringen en was bang dat Duitsland door zijn centrale ligging te veel arbeidsmigranten zou aantrekken. “Als de arbeidsmarkt zomaar wordt geopend moeten we in sectoren met lage lonen rekening houden met een grote toestroom. Dat leidt tot onacceptabele spanningen op de Duitse arbeidsmarkt”, aldus het ministerie voor Werkgelegenheid in 2006. Laaggeschoolde arbeiders zijn bang dat Oost-Europese werknemers hun werk innemen omdat ze bereid zijn om voor een lager loon te werken. Duitsland heeft geen wettelijk minimumloon.
100.000 arbeidskrachten
Aan de zevenjarige overgangsperiode komt in mei een eind. De Bundesagentur für Arbeit, de instelling die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de werknemersverzekeringen, rekent op een toestroom van zo’n 100.000 arbeidskrachten uit Oost-Europa. Door de aantrekkende economie kan Duitsland geschoolde arbeiders goed gebruiken. Vlak voor de jaarwisseling spraken een aantal vooraanstaande Duitse economen zich in Die Welt uit voor een soepeler toelatingsbeleid voor buitenlandse werknemers om personeelstekorten te voorkomen.
Vertegenwoordigers van werknemers vrezen dat goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa de lonen in Duitsland onder druk zetten. Zij pleiten voor de invoering van een minimumloon waardoor een sterke daling van de lonen onmogelijk wordt, zo meldde Die Welt deze week. Binnen de coalitie van CDU/CSU en FDP is het minimumloon al maanden een belangrijk thema.
Volgens Laszlo Andor, eurocommissaris voor werkgelegenheid, hoeft Duitsland niet bang te zijn voor goedkope arbeidskrachten. Hij verwacht dat de lonen in Midden- en Oost-Europa langzaam naar elkaar toe groeien en wijst op Groot-Brittannië, dat de arbeidsmarkt vroeg openstelde. “De Britse economie heeft daarvan geprofiteerd. De Oost-Europese werknemers hebben de niches in de arbeidsmarkt opgevuld”, zei Andor tegen persbureau AFP.
Reacties
Geen reacties aanwezig