'Eenvijfde werknemers leeft in precaire omstandigheden'
Interview met arbeidsmarktsocioloog Markus Promberger
Achtergrond - 20 september 2017
- Auteur:
Merlijn Schoonenboom
In de verkiezingsstrijd duikt het thema meermaals op: de toenemende onzekerheid op de Duitse arbeidsmarkt. Hoe groot is die onzekerheid? En in hoeverre leidt die tot maatschappelijke onrust? Merlijn Schoonenboom sprak daarover met de Duitse socioloog Markus Promberger.
Terwijl Angela Merkel (CDU) graag vertelt dat het aantal werklozen in Duitsland de laatste jaren is gedaald tot het laagste niveau in 25 jaar, wijst haar uitdager Martin Schulz (SPD) op het groeiend aantal tijdelijke werkcontracten en de Existenzangst die daarbij hoort.
Wie heeft er gelijk? Volgens socioloog Markus Promberger, onderzoeksleider van de afdeling ‘werkloosheid en sociale participatie’ van het Institut für Arbeitsmarkt- und Berufsforschung van het Duitse arbeidsbureau, kunnen beide ontwikkelingen naast elkaar bestaan. Duitsland heeft nu een hoogconjunctuur, maar daaronder verandert de Duitse arbeidsmarkt - met sociale onrust als gevolg.
Nederland wordt graag beschreven als het land van de flexibele zzp-er, Duitsland als het land van de veilige, vaste banen. Maar hoe zit dat nu echt?
Markus Promberger: "Tijdelijke contracten nemen in Duitsland net als elders in Europa al decennia toe. In de jaren tachtig had 78 procent van de Duitsers een vaste baan, in 1997 was dat 67 procent, en midden 2012 had 52 procent een vaste baan. In plaats daarvan zijn er meer ‘atypische’ werkverhoudingen gekomen, zoals tijdelijke contracten en kortstondige Minijobs. Maar sinds 2013 is er wel weer een stijging van een krappe procent te zien."
En daarmee stijgt ook de politieke verwarring. Want wat betekent die ene procent?
"Daarover verschillen ook de onderzoekers van mening. De een zegt dat dit het begin is van een nieuwe stijging van het aantal vaste banen, anderen zeggen, en tot die groep behoor ik ook, dat die ene procent slechts het gevolg is van de economische conjunctuur. Als die weer verandert, nemen de atypische werkverhoudingen toe. Die zullen in Duitsland dus normaler worden."
Kan Duitsland niet beter maar wennen aan de 21ste-eeuwse flexibele arbeidsmarkt, de zogeheten gig economy? In Engeland zijn er inmiddels al vijf miljoen van zulke ‘tijdelijk aangestelden’, in het grotere Duitsland slechts 2,7 miljoen.
"In Engeland heerst er anders ook grote onzekerheid over. Het hangt allemaal sterk af van de sector waar je in werkt - dat geldt net zo goed voor laagopgeleiden als hoogopgeleiden. Een flexibele gig economy kan prima zijn voor een ingenieur in de machinebouw, die alleen maar ergens aan de bar hoeft te laten vallen dat hij zonder werk zit en morgen heeft hij weer een nieuwe baan.
Maar voor verpleegsters en bouwvakkers is die onzekerheid een groter probleem, en er zijn ook academici, zoals in de geesteswetenschappen, die na hun afstuderen alleen maar tijdelijke contracten krijgen - ook journalisten krijgen in Duitsland bijna geen vast contract meer."
De SPD en Die Linke wijzen op een groeiende kloof tussen arm en rijk, mede als gevolg van die nieuwe onzekerheid op de arbeidsmarkt.
"Je zou kunnen zeggen: er is minder langdurige werkloosheid omdat die is omgezet in een zogeheten ‘precariaat’, van mensen met kortstondige banen, lage inkomens en weinig sociale zekerheid. In de jaren negentig sprak men van de zogenoemde ‘tweederde samenleving’, waarin tweederde van de bevolking het economisch goed heeft en eenderde niet. Maar dat was nooit echt onderzocht. Nu hebben we dat wel gedaan, met cijfers uit de periode tussen 2003 en 2013. Twintig procent van alle werknemers leeft in Duitsland min of meer in precaire omstandigheden. Je kan dus met recht van een ‘viervijfde samenleving’ spreken, waarin eenvijfde niet welvarend is."
Wat kunnen de sociale gevolgen hiervan zijn?
"Ten eerste is de levensloop niet meer zo te plannen als dat in de naoorlogse decennia met een vast contract de gewoonte was: eerst de auto, dan het huis, de kinderen, een tweede auto. Ten tweede functioneert de belofte van ‘welvaart voor iedereen’, zoals die in de naoorlogse periode klonk, niet meer. Delen van de onder- en middenklasse worden door deze toenemende onzekerheid bedreigd, of voelen zich erdoor bedreigd."
Tegelijk zet het thema zich niet echt door in de verkiezingsstrijd. Een eenduidige trend dat het ‘goed’ of ‘slecht’ gaat op de arbeidsmarkt kan niet worden genoemd.
"Nee, de arbeidsmarkt wordt net als de maatschappij steeds heterogener. Je kan niet meer spreken van een complete ‘klasse’ die het extra moeilijk zal krijgen, het hangt puur van de beroepsgroep af. Het zijn losse groepen die niet met elkaar communiceren en toevallig met elkaar in contract treden. Dan wordt het relevant hoe luid je kan zijn. Een verpleegster die in Duitsland weinig verdient, heeft geen podium. Maar journalisten kunnen zich in de krant uiten. En de zogeheten Modernisierungsverlierer gaan de straat op bij Pegida (anti-islambeweging, red.)."
Een veranderende arbeidsmarkt kan de oorzaak van de huidige politieke onrust zijn?
"Het gevoel van teleurstelling over het afkalven van de verzorgingsstaat - vooral na de invoering van Agenda 2010 door SPD-kanselier Gerhard Schröder - is versterkt door de toename van de migratie. Daarom hoor je: ‘Vroeger hadden we zo’n goede verzorgingsstaat, en nu niet meer omdat de migranten er misbruik van maken’.
Maar het idee dat het vroeger beter was klopt niet. Vroeger kreeg alleen ‘het kapitaal’ er de schuld van en nu is het de migratie. De onzekerheid uit zich niet meer in ‘klassenconflict’ maar in de toeloop naar rechts-populistische partijen."
Dus: ondanks een goede economie gaat Duitsland onrustige tijden tegemoet?
"Ik denk dat de problemen oplosbaar zijn. De volgende regering zal beter voor het precariaat moeten zorgen en het ‘gat van de rechtvaardigheid’ dichten. Het minimumloon is er al, nu moeten er nog aanpassingen rond de werkloosheid, uitkeringen en pensioenen worden gedaan. Het is in feite een kwestie van een aantal schroeven aandraaien. Duitsland kan dat zich nu ook veroorloven."
Lees meer:
Soapserie 'investeren met de schuldenrem'
Wat een misdaadserie gemeen heeft met de Berlijnse politiek legt econoom Carsten Brzeski uit in zijn nieuwe column.
De Duitse e-auto wacht op de parking
Voor de Duitse autosector zijn de gouden jaren achter de rug, schrijft econoom Brzeski. De Duitse automakers gooien het roer om.
Duitsland wordt traag en oud
Duitsland vergrijst sneller dan veel andere Europese landen. De economische gevolgen daarvan zijn ingrijpend, aldus econoom Brzeski.
E-auto centraal op autobeurs IAA
De autoshow IAA in München geeft een hoofdrol aan de e-auto, maar de modellen waarvan de Duitse merken het moeten hebben, hebben nog steeds een verbrandingsmotor.
Reacties
Geen reacties aanwezig