Eigen politieke cultuur geldt als mal voor Europa
Duitslandexpert Jürgens over de visies op Europa
Achtergrond - 5 juli 2013
Een debat over Europa in de Bondsdag, daar willen alle Duitse parlementariërs bij zijn. In Nederland zie je een lege Tweede Kamer met slechts enkele fractiespecialisten. Het illustreert hoe verschillend beide landen met Europa omgaan, zegt Duitslanddeskundige Hanco Jürgens. Hij deed onderzoek naar de visie op Europa in beide landen.
De Europese koers van Duitsland of Nederland wordt niet alleen door Angela Merkel of Mark Rutte bepaald. Ook de nationale, politieke culturen en tradities zijn vormgevend voor de visie op Europa, zegt Hanco Jürgens van het Duitsland Instituut Amsterdam. Hij voerde de afgelopen jaren het onderzoeksproject ‘Europeanisering van het Rijnland: Nederland en Duitsland in transnationaal perspectief’ uit, dat werd gesubsidieerd door het Montesquieu Instituut in Den Haag.
“Europese geschiedenis werd vaak geschreven als een geschiedenis van staatsmannen. Het was erg op de eurotoppen gericht”, zegt Jürgens. Dit project richtte zich daarom juist op de verandering van politieke en sociale processen in Nederland en Duitsland onder invloed van de toenemende Europese integratie. Het leidde tot een aantal congressen en een reeks papers.
Verzorgingsstaat
Eén van de conclusies die Jürgens trekt, is dat de visie van politici in Duitsland en Nederland sterk wordt beïnvloed door wat ze van huis uit gewend zijn. “Hoe wij in Nederland bijvoorbeeld onze verzorgingsstaat hebben ingericht, bepaalt onze blik op Brussel.” Hetzelfde geldt voor Duitsland en dat leidt vaak tot misverstanden omdat lidstaten elkaars specifieke politieke cultuur niet kennen, legt Jürgens uit.
Het Duitse denken past wellicht beter bij Europa, zegt Jürgens. Duitsland ziet zichzelf als een sociale markteconomie. Dat betekent dat de overheid een vrije markt garandeert maar ook grenzen stelt door oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Het overleg over lonen en sociale voorzieningen wordt aan de markt overgelaten. “Dat idee bleek goed te vertalen naar Europa, het past goed bij de Europese vrije markt”. Het Nederlandse poldermodel, waarin vakbonden, werkgevers en overheid met elkaar overleggen over lonen en arbeidsvoorwaarden, was eind jaren negentig in Europa populair, maar bleek volgens Jürgens toch een typisch Nederlands product. “Daarom herkennen wij minder in Europa dan de Duitsers. De ideeën van de sociale markteconomie worden in Duitsland door alle partijen gebruikt en gezien als een verdedigbaar model voor Europa.”
Euosceptisch sentiment
Nederland kan leren van de manier waarop in Duitsland over de toekomst van de Europese Unie (EU) wordt gediscussieerd, betoogt Jürgens. “Het Duitse EU-beleid is beter afgestemd op eigen doelstellingen. Op gebieden als innovatie, hoger onderwijs en vergrijzing wordt meer op lange termijn gedacht. In Nederland is het innovatiebeleid bij elk kabinet anders en soms tegenstrijdig.” Duitse parlementariërs hebben volgens Jürgens ook een veel grotere belangstelling voor Europa. “Onder Nederlandse politici heerst het gevoel dat er op dat thema weinig te halen is, behalve als het gaat om financiële vraagstukken zoals reddingsfondsen. Dan zit de plenaire zaal van de Tweede Kamer wel vol.”
Nederland reageert volgens Jürgens meer dan Duitsland op wat er gebeurt, in plaats van initiatief te nemen. “Nederlandse politici hebben de neiging om enerzijds mee te praten met het eurosceptisch sentiment en anderzijds te zeggen dat het in ons belang is om bij de Europese club te horen.” Nederlandse partijen moeten de kiezer duidelijk maken dat de Europese Unie niet binnen drie jaar wordt opgedoekt, vindt Jürgens. “Politici moeten zeggen dat we niet uit de EU willen treden - dat wil in Nederland alleen de PVV - maar dat er tussen de partijen wel grote meningsverschillen bestaan over de toekomst van Europa.” Die meningsverschillen moeten volgens Jürgens duidelijker uiteen worden gezet, zodat de kiezer weet waar hij aan toe is.
Restricties Bondsregering
Dat het debat over Europa in Duitsland wel uitgebreid wordt gevoerd, heeft ook te maken met de federale structuur van het land. De Duitse deelstaten hebben veel meer te zeggen dan de Nederlandse provincies. Daardoor zijn de Duitsers gewend hun belangen in Berlijn te behartigen. Ze weten hoe die daar worden gewogen. De Europese politiek is voor Duitsers hierdoor heel herkenbaar, legt Jürgens uit. Daarnaast heeft de Bondsdag, ondersteund door het Constitutioneel Hof, meer rechten dan de Tweede Kamer om Europese wetgeving te controleren en soevereiniteitsoverdracht te toetsen, zegt Jürgens.
De bijzondere rol van het Duitse Constitutioneel Hof stond centraal tijdens de conferentie ‘Constitutional Perspectives on European integration’ in 2011, die uit Jürgens' onderzoek voortvloeide. Elke Duitse burger kan met een klacht naar het Hof stappen, dat de wetgeving vervolgens toetst aan de grondwet. Dat geldt ook voor Europese wetgeving. “Een ventiel voor ontevreden burgers”, noemde Jürgens het destijds. Nederland kan op dit gebied volgens hem een voorbeeld aan Duitsland nemen. “We kunnen en moeten meer doen om onze eigen democratische processen te waarborgen.” Jürgens ziet ook de nadelen van een Constitutioneel Hof: “Het heeft een vertragend effect op de Duitse Europapolitiek omdat tegenstanders van elke substantiële maatregel een zaak maken.”
Hoe ver de invloed van het Constitutioneel Hof reikt werd in het najaar van 2012 duidelijk. Europa hield de adem in toen het Hof zich boog over het euronoodfonds ESM. De rechters verklaarden het fonds niet in strijd met de Duitse grondwet, maar zagen er op toe dat de rechten van de Bondsdag werden gerespecteerd en stelden een limiet van 190 miljard euro aan de Duitse bijdrage voor de redding van de euro. Op dit moment buigt het Hof zich over het opkopen van staatsobligaties door de Europese Centrale Bank (ECB). Ook hier zou het Hof restricties aan de bijdrage van de Duitse regering kunnen opleggen. Een uitspraak wordt pas na de Bondsdagverkiezingen in september verwacht.
Nederlandse invloed
Ondanks het feit dat Duitse politici het Europese spel beter lijken te spelen, moet de invloed van Nederland op de EU niet worden onderschat, zegt Jürgens. Als voorbeeld noemt hij de uitbreiding van de bevoegdheden van de huidige eurocommissaris voor Economische en Monetaire Zaken en de euro, Olli Rehn. “Dat was oorspronkelijk een Nederlands voorstel waar Duitsland niets in zag. Duitsland pleit al jaren voor automatische sancties, afgedwongen door het Europese Hof van Justitie.”
Bondskanselier Merkel is geen groot voorstander van een sterkere Europese Commissie, legt Jürgens uit. “Nederland vindt de Commissie belangrijk omdat het bang is voor een handjeklap tussen de grote landen in de Europese Raad”. In de Europese Raad overleggen de regeringsleiders van de lidstaten. “Dat Nederland nu te lijden heeft onder deze commissaris is een tweede, maar de Nederlandse invloed is vaak groter dan wij denken.”
Lees meer over 'Duitsland en Europa':
Verkiezingsuitslag hard gelag voor Duitse regering
Zo stemde Duitsland bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.
Duitsland en de Europese verkiezingen 2024
Wat vinden Duitsers van de EU? Welke Duitse partijen doen mee aan de Europese verkiezingen? We zetten het in dit factsheet op een rij.
Podcast: De Duitse rol in Europa
Welke rol speelt Duitsland in de EU sinds het aantreden van kanselier Scholz? Daarover vertelt Ton Nijhuis, directeur van het Duitsland Instituut, in deze podcast.
Vaccinatie-advies in Duitsland voor tekenziekte TBE
In delen van Duitsland is het risico op ziekte na een tekenbeet zo groot, dat vaccinatie wordt aangeraden.
Reacties
Geen reacties aanwezig