Duitsland en Libië: Een diplomatiek fiasco?
Studentenreeks- Duitsland en Europa: een nieuw tijdvak?
Achtergrond - 21 juni 2012
Toen de internationale gemeenschap vorig jaar moest beslissen over militair ingrijpen in Libië voer Duitsland een opvallende koers. Terwijl alle traditionele bondgenoten voor ingrijpen waren, stemde Duitsland tegen. Studente Nina Lange verdiepte zich voor het UvA-mastercollege 'Duitsland en Europa' in de beweegredenen van Duitsland.
Maart 2011: Duitsland stemt samen met de BRIC-landen tegen ingrijpen in Libië in de V-raad.
“Het is een debacle. Misschien wel het grootste diplomatieke debacle sinds het bestaan van de Bondsrepubliek.” Dat zei de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer (De Groenen) over het besluit van de Duitse regering om de militaire interventie in de burgeroorlog in Libië niet te steunen.
In Libië kwam de bevolking halverwege februari 2011 in opstand tegen de dictatuur van Kadhafi, (of Gathafi, zoals blijkt uit het paspoort van zijn zoon). De dictator antwoordde met bloedige vergeldingsacties. Op de Libische nationale televisie verkondigde Kadhafi dat hij de rebellen ‘huis voor huis’ zou opsporen. Hij zou wraak nemen op deze ‘kakkerlakken’ en ‘geen genade’ kennen. Voor de internationale gemeenschap was het duidelijk dat de Libische bevolking niet meer veilig was voor de moordende dictator.
De internationale gemeenschap besloot op 17 maart 2011 in de VN-veiligheidsraad tot een militaire interventie in Libië ter bescherming van de burgerbevolking. Drie bondgenoten van Duitsland, Frankrijk, Engeland en de VS, vormden de motor achter de militaire interventie. Duitsland stemde tegen en weigerde deel te nemen aan de militaire acties. Het was de eerste keer sinds het ontstaan van de Bondsrepubliek dat Duitsland brak met zowel de trans-Atlantische als de Europese solidariteit. Waarom wilde Duitsland niet deelnemen aan een militaire interventie op basis van humanitaire redenen?
Verkiezingsstunt?
Bondskanselier Merkel (CDU) en minister Westerwelle (FDP) van Buitenlandse Zaken kregen een stortvloed aan kritiek uit binnen- en buitenland over zich heen. Critici beweerden dat de regering het besluit had genomen om in de aanloop naar de deelstaatverkiezingen nog stemmen te winnen. Vooral de van oorsprong pacifistische partij De Groenen deed het goed in de peilingen. Dat Merkel in dezelfde periode besloot de kerncentrales in Duitsland te sluiten was volgens waarnemers geen toeval. Zou de verzwakte Duitse regering de Libische bevolking aan zijn lot overlaten uit partijpolitieke redenen?
De verkiezingen konden niet als enige verklaring dienen. Dat Duitsland brak met de solidariteit van oude bondgenootschappen beschouwden politicologen als een teken van afnemende bereidheid tot multilaterale samenwerking. Dat heeft er vooral mee te maken dat Duitsland na het einde van de Koude Oorlog minder afhankelijk werd van zijn bondgenoten. De veiligheid van Duitsland is bijvoorbeeld niet meer alleen afhankelijk van de NAVO. Duitsland kwam het afgelopen decennium meer in het centrum van de macht te staan en stelde zich onafhankelijker op in de internationale gemeenschap.
Economische machtspolitiek
In plaats van achter de westerse bondgenoten, schaarde Duitsland zich achter de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) in het besluit over Libië. Ging Duitsland uit strategische overwegingen dezelfde koers varen als deze economische reuzen? Tijdens de eurocrisis kreeg Merkel al het verwijt economische machtspolitiek te voeren. Waarnemers vroegen zich af of de reactie op de Libië-crisis een heroriëntatie van de Duitse buitenlandse politiek betekende volgens principes van economische machtspolitiek.
Het is de vraag of Duitsland daadwerkelijk op weg is naar een nieuwe machtspolitiek. De internationale context is enorm veranderd sinds de Duitse hereniging. De invloed van de vier BRIC-landen groeit ten opzichte van de westerse bondgenoten. Ondertussen zien waarnemers de bereidheid afnemen om nationale soevereiniteit af te staan voor de uitbreiding van multilaterale samenwerkingsverbanden. Niet alleen in Duitsland, maar in de hele internationale gemeenschap, met name in de EU.
In een internationale gemeenschap die zo dramatisch verandert, is het moeilijk om dezelfde koers vast te houden. Een hervorming van het buitenlandse beleid is daarom wellicht onvermijdelijk. Het ‘debacle’ waar Joschka Fischer over schreef, is in dat opzicht dus te relativeren.
Nieuwe positie
Hoe de hervorming eruit gaat zien, is niet alleen afhankelijk van de rol die Duitsland zelf aanneemt, maar ook van de rol die Duitsland door de internationale gemeenschap krijgt toegewezen. Duitsland moet wennen aan de grotere invloed in de internationale betrekkingen en de internationale gemeenschap moet wennen aan de nieuwe positie van Duitsland. In de eurocrisis werd duidelijk dat de internationale gemeenschap enerzijds meer verantwoordelijkheid van de Bondsrepubliek verlangt, anderzijds is er een zekere argwaan voor een sterk Duitsland. Het buitenlandse beleid van de Bondsrepubliek moet ook daarmee rekening houden.
Het artikel is geschreven door Nina Lange, geschiedenis studente aan de UvA. Tijdens haar studie specialiseerde zij zich in de geschiedenis van de internationale betrekkingen.
Lees meer over 'Duitsland en Europa':
Haperende Frans-Duitse motor probleem voor EU
Frankrijk moet een beetje Duitser worden en Duitsland een beetje Franser, betoogt econoom Carsten Brzeski.
Verkiezingsuitslag hard gelag voor Duitse regering
Zo stemde Duitsland bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.
Duitsland en de Europese verkiezingen 2024
Wat vinden Duitsers van de EU? Welke Duitse partijen doen mee aan de Europese verkiezingen? We zetten het in dit factsheet op een rij.
Podcast: De Duitse rol in Europa
Welke rol speelt Duitsland in de EU sinds het aantreden van kanselier Scholz? Daarover vertelt Ton Nijhuis, directeur van het Duitsland Instituut, in deze podcast.
Reacties
Geen reacties aanwezig